ICT kan vervoer bevorderen in de periferie, mits… (VK 2/2015)
Vraag:
Kan ICT behulpzaam zijn bij het bevorderen van vervoer en mobiliteit in perifere plattelandsgebieden?
Antwoord Hugo Velthuijsen:
‘In dunbevolkte gebieden is er te weinig vraag voor een fijnmazig en frequent openbaarvervoeraanbod. Daardoor neemt de vraag relatief nog verder af en wordt er in verhouding vaker gekozen voor eigen vervoersoplossingen, waardoor het aanbod nog verder afneemt. Dit is de eerste neerwaartse spiraal. Vervolgens heeft een zeer beperkt ov-aanbod een negatief effect op de leefbaarheid en economische ontwikkeling van een gebied wat weer kan leiden tot een afname van de bevolking: de tweede neerwaartse spiraal.
Recent sloot het Europese ITRACT-project af dat zich specifiek richtte op de vraag of ICT kan helpen om een slimmer vervoersaanbod te realiseren (in de periferie) door een flexibel, vraag-gestuurd vervoersaanbod te creëren. Immers, waarom zouden we vasthouden aan vaste routes en vaste dienstregelingen als we dankzij ICT precies kunnen weten wie, wanneer, van waar naar waar wil, en op maat dat vervoer instantaan kunnen organiseren? Binnen dit project zijn circa 40 van dergelijke slimme vervoersdiensten bedacht en ontwikkeld op basis van input van bewoners, reizigers en vervoersprofessionals. Ter ondersteuning van deze diensten is een ICT-platform ontwikkeld dat informatie kan combineren uit alle beschikbare bronnen (zoals trein-, bus- en wegverkeer), inclusief actuele informatie over vertragingen, versperringen of reisbehoeften. Dit platform maakt vervoersdiensten mogelijk die persoonlijk, adaptief (realtime), multimodaal en interregionaal zijn.
De 15 pilots die vervolgens met deze nieuwe diensten in vijf dunbevolkte regio’s in landen rond de Noordzee zijn gehouden, laten zien dat met ICT inderdaad interessante nieuwe vervoersdiensten kunnen worden ontwikkeld. Dit wordt extra bevestigd door andere ontwikkelingen die zich ondertussen hebben voorgedaan zoals Google Transit en Uber. Anderzijds is het binnen ITRACT ook duidelijk geworden dat daarmee nog niet een hoogwaardig vervoersaanbod in perifere gebieden ontstaat.
Digitale infrastructuur dekkend maken
In een aantal regio’s (waaronder de Yorkshire Dales en Oost-Groningen) blijkt de telecommunicatie-infrastructuur een beperkende factor. Een slechte dekking maakt het gebruik van ICT-oplossingen problematisch. Juist in die gebieden waar voorzieningen en de fysieke infrastructuur schraal zijn en digitale alternatieven gezocht worden, blijkt het alternatief niet inzetbaar. Een goede digitale infrastructuur is daarom juist in perifere gebieden zeer gewenst om het gebrek aan een fysieke infrastructuur te kunnen compenseren.
Digitale geletterdheid verhogen
Veel bewoners in perifere gebieden beschikken over eigen vervoer. Onder degenen die aangewezen zijn op andere vervoersoplossingen, bevinden zich relatief veel ouderen en mensen met een sociaal-economische achterstand. Ook bleek dat de digitale geletterdheid van deze groepen over het algemeen lager is dan gemiddeld. De bereidheid en de vaardigheid om gebruik te maken van op ICT-gebaseerde vervoersdiensten was daarom niet groot. Gerelateerd onderzoek toont aan dat de snelle ontwikkeling van digitale diensten de sociaal-economische achterstand van deze groepen momenteel zelfs eerder vergroot dan verkleint. Het succesvol betrekken van deze doelgroepen in de perifere gebieden bij digitale oplossingen dient dan ook samen te gaan met een substantiële inspanning om de digitale geletterdheid van deze doelgroepen te verhogen.
ICT deskundigheid vervoerspartners
Het vervoersdomein in perifere gebieden kent diverse spelers: lokale en regionale overheden, vervoersautoriteiten, openbaar vervoerbedrijven, private vervoersbedrijven en reizigers. De vraag is wie van deze partijen verantwoordelijk is voor het realiseren van de nieuwe, slimmere vervoersdiensten. Het mandaat van de openbaar vervoersautoriteit richt zich op het optimaliseren van openbaar vervoer; het stimuleren van ridesharing of combinaties van openbaar en eigen vervoer valt niet binnen deze scope. Daarnaast is, zeker in perifere gebieden, de kennis van en de visie op de mogelijkheden van nieuwe technologieën voor een verbeterd vervoersaanbod niet altijd voldoende aanwezig om sturing te geven aan een transitie met de diverse spelers naar een innovatief vervoersaanbod.
Conclusie
ICT biedt veel mogelijkheden voor het ontwikkelen van slimme, nieuwe vervoersdiensten. Maar voor het verbeteren van de bereikbaarheid in perifere gebieden is nieuwe technologie niet voldoende. Randvoorwaarde is het investeren in een digitale infrastructuur, de digitale geletterdheid van de bevolking en het digitale leiderschap van voor vervoer verantwoordelijke instanties.’
Auteur: Margriet Verhoog
Hugo Velthuijsen, Lector New Business & ICT, Hanzehogeschool Groningen
Reactie plaatsen •