I-VRI’s brengen markt- en overheidsdoelen bij elkaar
Het recent gelanceerde ‘Partnership Talking Traffic’ staat symbool voor de verdergaande samenwerking tussen overheid en markt. Ook is het een mijlpaal in de ontwikkeling van connected en coöperatieve systemen. De I-VRI, de intelligente VRI wordt de nieuwe datamijn in 2017. Aan het woord is Steven Logghe, Chief Traffic bij Be-Mobile en lid van de C-ITS tactische board die zes landelijke C-ITS-tafels overkoepelt. Deze tafels worden georganiseerd door DITCM in opdracht van Connecting Mobility en Beter Benutten.
Op de vraag naar de belangrijkste evoluties binnen Be-Mobile en binnen de board, zegt Logghe: ‘Dat is absoluut de start van de ‘Partnership Talking Traffic’. Samen met overheid, kennis- en marktpartijen hebben we een vorm gevonden om samen een stap te maken in de landelijke uitrol van connected en coöperatieve ITS-systemen. In dit Partnership gaan meer dan 1200 VRI’s ‘communiceren’ met voertuigen en vice versa. Een echte mijlpaal voor ons en voor de deelnemende partners.
Binnen Be-Mobile zetten we stappen in de richting van dynamische verkeersinfo in navigatiesystemen, in combinatie met rijtaakondersteuning. Oftewel, de traditionele ‘landkaart op schoot’ wordt vervangen door navigatiekastjes die, naast de statische routekaart, ook actuele informatie geven over wegwerkzaamheden of andere situaties op de weg verderop. Bovendien bieden de systemen steeds verdergaande rijtaakondersteuning. Bijvoorbeeld hoe hard je op een weg mag rijden, dan wel hoe hard je het beste kunt rijden om niet voor het volgende verkeerslicht te hoeven wachten. En daarmee kom je in één lijn met de Partnership Talking Traffic, dat in deze ontwikkelingen een faciliterende en ook stimulerende rol speelt.
In Talking Traffic komen de kennis en ervaringen samen die zijn, en worden opgedaan met eerdere grootschalige ‘coöperatieve’ proeven zoals de PraktijkProef Amsterdam en Spookfiles A 58. Be-Mobile is een van de deelnemende bedrijven in de Partnership Talking Traffic. Logghe: ‘We verwachten in de tweede helft van 2017 de eerste diensten te leveren aan een van de drie apps die zullen ‘communiceren’ met VRI’s, ofwel: I-VRI’s. De ambitie is dat we nationaal naar meer dan 1200 van zulke I-VRI’s gaan.’
Zichtbaar
‘Er zijn nu al veel slimme VRI’s’, vervolgt Logghe, ‘maar die zijn nog niet gekoppeld aan de navigatiesystemen in voertuigen en andersom. Dat wil zeggen: in de dasboards zijn de VRI’s nog niet zichtbaar, en andersom houdt de VRI nog geen rekening met het individuele voertuig.’ Binnen de Partnership Talking Traffic bouwen drie consortia aan drie Talking Traffic-diensten voor gebruikers/apps: Flitsmeister, MTVNL en LocatieNet. Wij zijn ook via ons zusterbedrijf Flitsmeister bij de Partnership Talking Traffic betrokken.’
Proeftuin
‘We zien Nederland steeds meer als proeftuin voor het ontwikkelingen en uitrollen van nieuwe mobiliteitsdiensten’ zegt Logghe vanuit Gent, de hoofdvestiging van het internationaal opererende Be-Mobile. Hoewel de Talking Traffic-diensten de proeffase ver voorbij gaan en als gratis dienst voor gebruikers direct in de markt worden gezet. ‘Met deze dienst gaan we echt meters maken op het terrein van coöperatieve mobiliteitsdiensten. Het verdienmodel zit in de data en het meten van verkeerstroomeffecten in samenwerking met overheden. Deze datastromen zijn ook weer in het belang van marktpartijen. Onze visie daarop is: Als je relevante diensten aanbiedt, krijg je gebruikers én daarmee informatie. Zijn jouw diensten niet relevant, krijg je geen gebruikers en dan ook geen gebruikersdata en -informatie. Neem een snelheidsadvies in de auto. Als dat niet relevant is voor gebruikers, dan wordt die dienst niet afgenomen en komt er ook geen data vrij over snelheidsgedrag.’
Over deelnemers aan de Partnership Talking Traffic maakt Logghe zich geen zorgen. ‘We hebben al 1 miljoen gebruikers van Flitsmeister, naast de gebruikers van de diensten van de andere twee partners.
Stip: gezond werkveld voor datadiensten
In de vorige uitgave van Trends (Trends 2016) sprak Logghe over het werken aan een ‘technisch-economisch en communicatief gezond werkveld voor datadiensten’ als ‘stip aan de horizon’ voor Be-Mobile. ‘Die stip is niet veranderd’, zegt Logghe. Binnen onze organisatie opereren steeds meer partners, waardoor we steeds bredere diensten rond mobiliteit kunnen aanbieden.’ Voorbeelden daarvan zijn: Proximus, de Belgische KPN, met zusterbedrijf FLOW die geïntegreerde VMS-diensten aanstuurt, of een partnerbedrijf Mobile-For dat zich richt op betalingen en ticketing. Logghe: ‘We hebben juist de 30e Belgische gemeente aangesloten waar de combinatie mogelijk is van OV (De Lijn)- en parkeerbetalingen.
Kilometerheffing
Met alle kennis en technologieën van de verschillende partners ‘in eigen huis’, sorteert Be-Mobile min of meer automatisch voor op diensten die nu nog niet aan de orde zijn. Logghe: ‘Kilometerheffing is bijvoorbeeld een dienst die volgens verkeerskundigen een sterk sturend middel zou kunnen zijn. Het ontbreekt tot nu toe aan politieke steun en draagvalk, maar in tegenstelling tot een aantal jaren geleden, is de techniek ervoor intussen ‘in huis’. Een katalysator hiervoor is natuurlijk de Duitse en Belgische tol voor vrachtwagens. De stap naar personenwagens is dan technisch gezien niet meer groot.’
Spanningsveld collectieve en particuliere doelen
In Trends 2016 sprak Logghe ook over de verdergaande samenwerking tussen overheid en markt. Een steeds aanwezig spanningsveld in deze samenwerking schreef Logghe toen toe aan het verschil in doelen: collectief en particulier. Hoe staat het daarmee? Logghe: Ik kom dan weer terug op de Partnership Talking Traffic. Dit is een goed voorbeeld van de combinatie van een collectief belang (een nationaal werkend I-VRI-netwerk) dat kan worden bereikt door opdrachten aan verschillende marktpartijen. Tegelijkertijd werken overheid en marktpartners in dit nationale project aan het eerder genoemde ‘gezondere werkveld voor datadiensten.’
2017
In 2016 voorzag Logghe ‘de ontginning’ van een nieuwe datamijn: VRI’s. Welke ontwikkelingen ziet Logghe in 2017? ’De ontwikkeling van de I-VRI-data genereren ook weer meer ‘Floating Car Data. Je ziet dat deze data meer aandacht krijgen bij overheden. De volgende evoluties zijn dat elk voertuig op elke locatie ‘verbonden’ is aan een actuele verkeersinformatiebron. De tweede evolutie is dat overheden geen verkeersmanagementhardware meer in eigendom hebben, maar mobiliteitsopdrachten in de markt zetten. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil 10 procent minder verkeer op dat traject’, aldus Steven Logghe.
Steven Logghe, Chief Traffic bij Be-Mobile en lid van de C-ITS tactische board.
Reactie plaatsen •