"Het probleem van de vervangingsopgave staat nog niet op het netvlies"
Het ministerie van IenW trekt de komende jaren versneld 1,9 miljard euro uit voor onderhoud en vervanging van wegen, spoor, vaarwegen en dijken. De investering is bedoeld om bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid te verbeteren, maar ook om de bouwsector te ondersteunen.
"Het grootste probleem van de opgave voor vervanging en instandhouding van infrastructuur staat nog niet op het netvlies."
Verkeerskunde vroeg Arie Bleijenberg van TNO om reactie op dit bericht. Zijn reactie leest u onderaan.
Door de coronacrisis reizen mensen minder en is de mobiliteit van veel mensen flink veranderd. Ondertussen groeit de bevolking en worden er woningen bijgebouwd. Dit zorgt voor extra druk op de Nederlandse infrastructuur. Geplande werkzaamheden worden niet uitgestel, Prorail en Rijkswaterstaat gaan de komende jaren volop aan de slag.
Eerder was het motto van minister Van Nieuwenhuizen al om te versnellen waar het kan. De versnelde investeringen geven hier handen en voeten aan. De minister stelt ruim een half miljard versneld beschikbaar zodat onderhoud eerder dan gepland uitgevoerd kan worden. Dit bedrag komt boven de extra 265 miljoen die de minister eerder al heeft uitgetrokken voor het onderhoud van bruggen, tunnels en sluizen die in de decennia na de oorlog zijn gebouwd. Veel van deze kunstwerken en infrastructuur is toe aan onderhoud. Rijkswaterstaat voert overleg met de bouwsector om te bepalen welke opdrachten op korte termijn realiseerbaar zijn.
Bijna net zo druk als voorheen
Minister van Nieuwenhuizen: “Het is al weer bijna net zo druk op de wegen als voor corona. Dus zorgen we ervoor dat de infrastructuur er beter voor staat wanneer de economie straks weer aantrekt. Door waar het kan onderhoud versneld uit te voeren, willen we oponthoud bij bruggen en sluizen zoveel mogelijk voorkomen.”
Spoor
Ook voor onderhoud en vervanging van het spoor komt eerder geld beschikbaar, ruim 1,4 miljard euro. De helft van dit extra budget is tussen 2021 en 2023 beschikbaar. Van Veldhoven: “De trein is voor veel mensen dé manier om naar werk, school of familie te gaan. Ons spoor is een van de drukst bereden ter wereld. Door nu extra te investeren vermijden we storingen voor de reiziger en goederenvervoerders. ProRail gaat werk snel op de markt zetten. Dat betekent werk voor bouwbedrijven in moeilijke tijd en dat is belangrijk”.
Waterbeheer
Minister van Nieuwenhuizen investeert de komende jaren 200 miljoen extra in de aanpak van droogte en klimaatadaptatie. Van Nieuwenhuizen: “Er zijn langere perioden van droogte en ook vaker hevige buien met wateroverlast als gevolg. Beschermen tegen water was ons motto, nu moeten we ook kampioen water vasthouden worden”. Met dit geld wil Van Nieuwenhuizen samen met waterschappen, provincies en gemeenten onder andere de belangrijkste problemen met watertekorten maar ook wateroverlast aanpakken, zodat we meer zekerheid hebben over drinkwater en onze gewassen en natuur beter bestand zijn tegen extreem weer.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is aangemerkt als vitale sector. Ook in 2021 neemt het kabinet maatregelen om het ov, ondanks de crisis, beschikbaar te houden voor reizigers. Het thuiswerkadvies en de grote vlucht van het digitale afstandsonderwijs zorgt voor een forse daling van het aantal reizigers in het ov, en daarmee ook voor een gat in de begroting van de ov-sector. De verwachting is dat de situatie in het ov voorlopig niet zal herstellen. Daarom is het de inschatting van het kabinet dat in 2021 ondersteuning in de vorm van een beschikbaarheidsvergoeding OV nodig is. Voor de periode tot 1 juli 2021 is voor deze verlenging 740 miljoen geraamd.
Overige maatregelen
Ook duurzaamheid, circulariteit en verkeersveiligheid staan op de agenda van de minister. Zo wil ze de bouwsector ondersteunen in het verlagen of elimineren van schadelijke uitstoot, de binnenvaart hoeft geen energiebelasting meer te betalen op (schonere) walstroom en kunnen bouwbedrijven in 2021 subsidie aanvragen om ervaring op te doen met schone machines. Voor het verhogen van de verkeersveiligheid op wegen en fietspaden stelt Van Nieuwenhuizen 100 miljoen beschikbaar. Zo kunnen rotondes, stoepen, kruisingen en andere plekken waar veel ongelukken gebeuren sneller worden aangepakt.
Reactie TNO
Arie Bleijenberg van TNO bekeek voor Verkeerskunde de begroting. "Als we het hebben over instandhouding van bestaande infrastructuur, dus onderhoud en vervanging, is er geen sprake van nieuw geld, maar alleen van het naar voren halen van al bestaande gelden. Ik neem aan dat dat vooral bedoeld is om de bouwsector te behouden voor een al te grote dip, wat natuurlijk prima is, maar dat lost het probleem van de vervangingsopgave niet op. Een reservering van 1,5 miljard wordt toegevoegd aan het instandhoudingsbudget, maar daar was al op gerekend."
Bleijenberg voorziet vooral dat er de komende decennia veel meer geld bij zal moeten voor instandhouding van de bestaande infrastructuur, en wijst daarbij op de hoeveelheid infrastructuur die niet in handen van het rijk is, maar door lagere overheden beheerd wordt. "Ongeveer 20 procent is in handen van het rijk, de overige 80 procent hoort bij gemeenten, provincies en waterschappen. En als je naar de totale infrastructuur kijkt, is het duidelijk dat er te weinig geld beschikbaar wordt gesteld voor instandhouding. Ik schat dat we nu ongeveer 6 miljard per jaar uitgeven aan aan instandhouding van alle civiele infrastructuur bij het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. Dat zal de komende decennia naar 10 miljard moeten. Mede-overheden hebben echt meer geld nodig hiervoor, maar ze krijgen juist minder geld van de rijksoverheid via het Gemeente- en Provinciefonds en de Brede Doeluitkering voor de metropoolregio's."
"Het grootste probleem van de opgave voor vervanging en instandhouding van infrastructuur staat nog niet op het netvlies. Het is verstandig om nu geld naar voren te halen, maar er is een structurele oplossing nodig."
Reactie plaatsen •