Grote verschillen bij Europese P + R

De P+R locaties in Europa verschillen enorm: uiteenlopende bewegwijzering, verschillende capaciteiten van de terreinen, informatie via internet, en de prijzen lopen zeer uiteen. Dat blijkt een onderzoek dat de ANWB in samenwerking met haar Europese zusterclubs heeft uitgevoerd.

Er zijn grote capaciteitsverschillen. Zo heeft Ljubljana (Slovenië) maar één locatie met slechts 217 parkeerplaatsen. In Rome kunnen bezoekers kiezen uit 31 verschillende P+R faciliteiten met in totaal 13.000 parkeerplekken. In Luxemburg, Berlijn, Keulen en Hamburg is parkeren helemaal gratis.
Genève heeft de duurste P+R locaties, blijkt uit het onderzoek. Gemiddeld betaalt de bezoeker daar €14,70 per dag. De duurste faciliteit kost rond de €30,- voor 12 uur parkeren, plus extra kosten voor openbaar vervoer naar de stad. Bij de meeste steden worden de tarieven hoger naar mate de P+R dichter bij het stadscentrum ligt. Uitzonderingen zijn Praag en Amsterdam. In Amsterdam kost P + R €6 per dag inclusief een ov-retour naar het stadscentrum.
In het onderzoek zijn de P+R locaties van 22 grote steden in 19 Europese landen onder de loep genomen. Er is vooral gekeken naar de omvang van de faciliteiten, aansluiting met het openbaar vervoer en Informatie over de terreinen. Ook is gekeken of er uitbreidingsplannen waren.
De P + R voorzieningen worden steeds actueler omdat in een aantal Europese steden milieuzones worden ingevoerd en oudere, meer vervuilende auto’s uit de centra worden geweerd. Aan de rand van de stad geldt doorgaans een lager tarief dan in het centrum. Ook is er aan de rand van de stad makkelijker een parkeerplek te vinden. P + R faciliteiten leveren hiermee een bijdrage aan de bereikbaarheid en de leefbaarheid van steden.