Grote steden ruimen nu ook weesfietsen op in woonwijken

Sinds een paar jaar worden op grote schaal weesfietsen in stationsgebieden en binnensteden opgeruimd. De laatste tijd breiden de grote steden deze aanpak uit naar woonwijken. Weesfietsen houden ook hier schaarse ruimte bezet. En niet opgeruimde weesfietsen veranderen uiteindelijk in wrakken die de gemeente toch moet opruimen.

Weesfietsen zijn op straat gestalde fietsen die lange tijd niet worden gebruikt. Gemeenten handhaven op basis van de APV, waarin voor een bepaald gebied een maximale fietsparkeerduur moet zijn vastgelegd. Utrecht heeft in 2013 voor de hele gemeente een fietsparkeerduur van 28 dagen ingevoerd. Rond het station en de binnenstad mag maar 14 dagen achtereen worden gestald. Volgens woordvoerder Eric Suik zijn in woonbuurten een paar keer per jaar weesfietsenacties. De ´duizenden´ fietsen die daardoor in het Fietsdepot komen en niet worden opgehaald gaan naar een aantal vaste opkopers.

De gemeente Den Haag is bezig met een proef in het zuidelijk deel van het Regentessekwartier. Daartoe kreeg het gebied via de APV een maximale fietsparkeerduur van 28 dagen. Sinds eind oktober zijn 4524 fietsen gelabeld en voorzien van een dunne tiewrap. Begin januari meldde de gemeente dat 564 fietsen plus 2 brommers zijn weggehaald omdat ze vier weken lang niet werden gebruikt.

Burgers wijzen fietsen aan
Ook Amsterdam is druk met de weesfietsenproblematiek. In november heeft stadsdeel Zuid een twintigtal woonstraten met gemengde functies (winkels) aangewezen waar de maximale fietsparkeerduur zes weken is. Het gaat om straten als Van Woustraat, Beethovenstraat, Ceintuurbaan. Ook stadsdeel West en Oost bereiden een dergelijk aanpak voor. In stadsdeel Centrum is in de Nieuwmarktbuurt een experiment aan de gang waarbij burgers helpen bij het aanwijzen van weesfietsen. Ze hebben uiteraard niet de bevoegdheid fietsen weg te knippen. In het centrum gelden op twee plekken strengere fietsparkeerduurlimieten. Zo mag in het Leidsepleingebied maar 7 dagen en bij het Centraal Station 14 dagen achterheen worden geparkeerd.

Paul Rijnders, die zich binnen de centrale stad bezighoudt met handhaving rond fietsparkeren, vertelt dat intern is overwogen voor heel Amsterdam binnen de  ring een maximale parkeerduur van 28 dagen in te stellen. Anders dan in Utrecht, is daar in  Amsterdam toch niet voor gekozen, onder andere wegens juridische bezwaren. Rijnders: ‘Het recht om op de stoep je fiets neer te zetten, staat in het RVV. Dat is hogere regelgeving dan de APV. Je moet dus echt wel goede redenen hebben om daarvan af te wijken.’  

Opvallend is dat gemeenten weinig aan voorlichting doen. In de Fietsberaadpublicatie ‘Weesfietsen: wie waar waarom?’ (2012) werd geconstateerd dat veel mensen (vooral studenten) niet weten wat ze met een afgedankte fiets moeten doen. De auteurs suggereren  analoog aan de kerstbomeninzameling af en toe eens een fietseninzameling te houden.

 
Auteur: Joske van Lith