Groeiend aandeel thuiswerkers verwacht vaker te blijven thuiswerken
Een groeiend aandeel thuiswerkers verwacht ook te blijven thuiswerken wanneer de coronapandemie achter ons ligt, blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Waar dit in maart en april van vorig jaar nog 27 procent van de thuiswerkers betrof, is dit gestegen tot 47 procent eind 2020. De thuiswerkbereidheid is het hoogst onder werknemers met een kantoor- of managementfunctie.
De cijfers blijkt uit het onderzoek 'Thuiswerken tijdens en na de coronacrisis'onder een representatieve groep Nederlanders die vorig jaar driemaal is bevraagd (eind maart/begin april, eind juli/begin juli en in september/oktober).
Dalend aantal thuiswerkers ondanks thuiswerkadvies
Hoewel het aandeel mensen onder de thuiswerkers dat (deels) wil blijven thuiswerken groeit, constateert het KiM tegelijkertijd dat het aandeel thuiswerkers onder de hele beroepsbevolking afneemt sinds de eerste meting, ondanks het blijvende advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Mensen met een kantoorfunctie en (voormalig) ov-forensen werken meer thuis dan andere groepen. Het aandeel thuiswerkers onder deze 2 groepen is in de 3 metingen vrij stabiel. Bij beide groepen is het aandeel dat 75% of meer van de werktijd thuiswerkt hoger dan bij andere groepen.
Iets positiever
Bij de meting van september/oktober zijn thuiswerkers iets positiever over het thuiswerken dan bij de voorgaande metingen. Het aantal mensen dat fysieke of psychische klachten ervaart door thuiswerken is stabiel. Werkenden met een kantoor- of managementfunctie hebben een positiever beeld over thuiswerken dan andere thuiswerkers.
Reactie plaatsen •