Fraai, flexibel en energieneutraal

Jeroen Drenth is als commercieel directeur verantwoordelijk voor new business, nieuwe opdrachten en nieuwe projecten. Hij ziet een aantal trends die duidelijk afwijken ten opzichte van het verleden. ‘Een daarvan is dat parkeergarages tegenwoordig echt mooi zijn. Ik weet nog dat parkeergarages vijftien jaar geleden donkere gebouwen waren, het ideale decor voor detectiveseries. Q-Park heeft daar verandering in gebracht met aandacht voor een mooie coating en goede verlichting. Er kwamen garages die voldeden aan de ‘redelijke eisen’ van de Welstandscommissie. Inmiddels zijn we echter nog een stap verder en is er de parkeergarage 3.0.

Opdrachtgevers gaan niet meer voor de ‘redelijke eisen’ van de Welstand, maar willen de complimenten van de Welstand. Ze willen een statement maken door de garage veel kwaliteit mee te geven. Het resultaat is een parkeergarage waar de hoofdtrappenhuizen, de aansluiting tussen auto’s en openbaar vervoer, enorm mooi en comfortabel zijn gemaakt. De parkeergarage 3.0 is daarmee een visitekaartje geworden, een gebouw dat echt uitnodigt om je auto er neer te zetten.’

Diezelfde aandacht voor de esthetiek is volgens Drenth ook terug te zien in de verschijningsvorm. ‘Je ziet fraaie ronde garages en/of garages met mooie gevels. Ze zijn met veel aandacht ontworpen en zijn daardoor gebouwen geworden waar zowel eigenaars-exploitanten als gebruikers trots op kunnen zijn. Het zijn nu ook vaak eyecatchers en landmarks in een gebied. Bovendien staan ze vaak op markante locaties.’

Energieneutraal

De tweede trend die Drenth ziet is duurzaamheid. ‘Tot een paar jaar geleden ging het vooral om sustainability en zaken als ledverlichting. Nu is de ambitie veel groter: de parkeergarage moet energiearm of energieneutraal zijn. Als Continental Car Parks hebben we onlangs de eerste energieneutrale parkeergarage gerealiseerd, in Driebergen-Zeist. Opdrachtgevers zien daardoor dat het kan en benaderen ons om ook voor hen zo’n energieneutrale garage te realiseren. Het lijkt kortom of het kwartje bij de opdrachtgevers op dat punt gevallen is.’

‘Inmiddels worden we ook gebeld door eigenaren en exploitanten van bestaande garages die ons vragen om hun bestaande installaties zodanig om te vormen dat ze energieneutraal zijn. Ze realiseren zich dat het energieverbruik in garages zo minimaal mogelijk moet zijn. En dat garages vaak platte daken hebben die ze helemaal vol kunnen leggen met zonnepanelen. Daarmee kunnen ze voorzien in de energiebehoefte van de garage en misschien zelfs deels van de omgeving eromheen. Daarmee wordt de garage meer dan voorheen een integraal onderdeel van de omgeving.’

En die ontwikkeling gaat door: ‘De garage van de toekomst ligt vol met zonnepanelen en staat vol met elektrische auto’s. Daarmee wordt de garage in feite een grote accu, die overdag wordt opgeladen en ’s avonds de energie teruggeeft aan de omgeving.’ Opladen zal daarbij niet zozeer via stekkers plaatsvinden als wel via inductie, verwacht Drenth. ‘Die technologie ontwikkelt zich razendsnel.’

Drenth voorziet dat energiezuinigheid steeds belangrijker gaat worden voor auto’s. ‘Het kan goed zijn dat je straks met vervuilende auto’s niet meer de binnenstad in mag. Er blijven dus aan de rand van de stad garages nodig voor de minder schone auto’s.’

Flexibele garages

Een uitdaging voor Drenth is de opkomst van de elektrische fiets, die op korte afstanden steeds meer de concurrentie met de auto zal aangaan. ‘Wij spelen daarop in met flexibele garages die geschikt zijn voor auto’s en voor fietsen. De hoeveelheden fietsen en auto’s kunnen we afwisselen, afhankelijk van het politieke klimaat. Daarnaast maken we steeds meer demontabele of deels demontabele garages.’ Hij noemt een voorbeeld. ‘De parkeergarage bij Amsterdam RAI hebben we zo ontworpen dat we in de toekomst de hellingbanen kunnen verwijderen en het gebouw kunnen omvormen tot een appartementengebouw. Het ontwerp is kortom multifunctioneel. Daarom zijn de liften en trappenhuizen zodanig gepositioneerd dat ze goed zijn voor elk gebruik. En bij de vloeren zijn we niet uitgegaan van de autobelasting, maar van de veel zwaardere woningbelasting. Hetzelfde geldt voor de vrije hoogtes. Natuurlijk zijn dit extra investeringen, maar je hebt daardoor wel een gebouw dat langer meegaat omdat het veel couranter is.’

Lees het integrale artikel in PDF-versie.

 
Auteur: Peter Bekkering