Fietsersbond wint strijd tegen wegknippen foutgeparkeerde fietsen
Het aureool 'zeurpiet' neemt hij graag op de koop toe. Dat bestuursrechters de Fietsersbond tot nu toe steeds in het gelijk stelden, telt voor beleidsmedewerker Theo Zeegers meer als het gaat om de strijd tegen al te voortvarend gemeentelijk 'wegknip'- en -sleepbeleid van foutgeparkeerde fietsen.
Sinds de bond na juridische consultatie ontdekte dat er wel degelijk actie kan worden ondernomen tegen onzorgvuldig lokaal wegsleepbeleid, haalden diverse gemeenten al bakzeil. Eerst Nijmegen, vervolgens Rotterdam en Amsterdam. Belangrijker is de olievlekwerking die volgens Zeegers sinds de eerste juridische acties merkbaar is. Gemeenten zijn meer en meer op hun hoede bij het afvoeren van foutgeparkeerde fietsen.
'Een caravan die ergens fout wordt geparkeerd, wordt toch ook niet de volgende dag zonder verdere waarschuwing afgevoerd?', vergelijkt Zeegers. Formeel is er zijns inziens geen verschil. Als gemeenten op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening foutgestalde fietsen willen opruimen, volstaat een verwijzing naar een bord niet. 'Bij het toepassen van bestuursdwang dient de overtreder eerst de kans te krijgen om de ongewenste situatie teniet te doen', aldus Zeegers. Bij die procedure horen een individuele beschikking en termijnen waarbinnen er gereageerd moet worden.
Anders is het bij fietswrakken die hinderlijk in de weg staan of een gevaar opleveren. Die kunnen à la minute op basis van artikel 5 van de Wegenverkeerswet worden verwijderd. Daar wringt voor Zeegers ook niet de schoen. Evenmin voor de aanpak van mensen die hun tweewieler zo maar ergens neer smijten.
Voor de hang naar lokale ordelijkheid heeft Zeegers begrip. Behalve met de botte bijl of kniptang, kan dat ook preventief met 'heterdaadjes' à la het kapotte fietslicht. Als politieagenten op (on)geregelde tijden foutparkeerders in de stationsomgeving pakken, kan dat een heilzaam effect hebben, denkt hij.
Waar gemeenten volgens de Fietsersbond voorheen bij hun fietswegsleepbeleid in 90 procent van de gevallen onzorgvuldig handelden, is er volgens Zeegers nu een kentering. Nog belangrijker vindt hij het om lokaal en/of centraal mee te praten over het héle fietsparkeerbeleid: van capaciteits- en locatiebepaling tot en met kwaliteit én handhaving.
Voor de stationsomgeving is Zeegers tevreden met het programma 'Ruimte voor de fiets'. Daarmee moet in 2010 het stallingtekort bij NS-stations verleden tijd zijn. Niet alleen het programma zelf noemt hij 'geweldig', maar ook de oproep van Verkeer en Waterstaat-minister Karla Peijs om daar waar dit programma nog niet is uitgevoerd, voorlopig terughoudend te zijn met het wegknippen en verwijderen van fout geparkeerde fietsen.
Reactie plaatsen •