Fietscommunity van start

Twee wetenschappelijke onderzoeken naar de fiets, krijgen input uit de beleidspraktijk dankzij de fietscommunity. Op 2 juli was de eerste bijeenkomst in Utrecht.

De fietscommunity, officieel een ‘Community of Research & Practice (CoRP)’ van het programma Duurzaam Bereikbare Randstad, heeft als doel om wetenschap en praktijk dichter bij elkaar te brengen bij twee door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gefinancierde onderzoeken. ‘Wij willen beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek door excellente wetenschappers’, zoals programmaleider Jan Klinkenberg het uitdrukt. Interactie tussen theorie en praktijk dus. Zo’n 50 mensen kwamen voor dit doel naar een zaal op het Utrechtse Pieterskerkhof: beleidsambtenaren, medewerkers van adviesbureaus, onderzoekers en actieve leden van de Fietsersbond.

Krenten uit de pap

Lucas Harms presenteerde de eerste resultaten van het onderzoek dat hij samen met Marco te Brömmelstroet uitvoert. De onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam analyseerden  beschikbare data van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (en de voorgangers daarvan) en onderzochten welke gedragsveranderingen een bijdrage hebben geleverd aan bepaalde trends. Dat onderzoek levert veel materiaal op. Harms haalde een paar krenten uit de pap: zo worden de ruimtelijke verschillen in fietsgebruik steeds groter. Op het platteland neemt het gebruik van de fiets af, terwijl er in het stedelijk gebied een toename is.

Groei

Toch groeien niet alle steden. Groningen, Leiden, Utrecht, Amsterdam springen eruit als fietsstad, maar achteraan de lijst zien we Rotterdam en Zoetermeer waar niet meer dan 17 procent van alle verplaatsingen per fiets wordt gedaan. De verschillen worden bovendien groter: in Amsterdam neemt het fietsgebruik sterker toe dan in Rotterdam. Maar ook binnen Amsterdam zijn er verschillen, in de historische binnenstad is de groei het grootst. In stadsdelen als Nieuw-West of Noord groeit het fietsgebruik veel minder.

Beleidsopgaven

Deze analyse laat volgens de onderzoekers zien dat infrastructuur neerleggen niet genoeg is. De ruimtelijke en culturele-sociale context is een belangrijke factor en die zou moeten worden meegenomen, aldus Harms en Te Brömmelstroet. De UVA-onderzoekers geven daarvoor al een schot voor de boeg: in de steden is de beleidsopgave genoeg capaciteit, ruimte bieden voor fietsers, in de krimpregio’s gaat het om activiteiten bereikbaar te houden ook met de fiets al is dat misschien een e-fiets.

Vervolg

Het andere onderzoek dat door de fietscommunity wordt gevolgd, was nog niet ver genoeg gevorderd voor een presentatie.

De fietscommunity zal de komende tijd een aantal vervolgactiviteiten organiseren, ook komt er een eigen website, ondergebracht bij het Fietsberaad. De onderzoeken moeten halverwege 2014 zijn afgerond.

 
Auteur: Jacques Lorsheijd