Extreme verschillen in Europese ‘veilige’ wegen

Er moet een Europese standaard komen voor het begrip veilige weg. Door nationale verschillen in wegontwerp en wegenbouw is de ene verkeersveilige weg in Europa tot tien keer toe veiliger dan de andere. Vijf internationale mobiliteitsfederaties roepen de Europese transportministers op om op 21 april in Verona een aantal concrete stappen in die richting te nemen.

‘Europa heeft een morele en wettelijke verantwoordelijkheid als het gaat om het inrichten van veilige wegen’, zo stellen vijf internationale weg- en (auto)mobiliteitsorganisaties, te weten FIA, FEMA, ERF, ACEA en PRI.
Maatregelen die de Europese transportministers kunnen nemen zijn volgens de initiatiefnemers: definiëren en controleren van (Europese) verkeersveiligheidsnormen bij wegontwerp, uitvoering en oplevering van wegen, harmoniseren van Europese ongevallenregistratie, het aanpakken van black-spots op een kosteneffectieve en duurzame manier en het ontwikkelen en promoten van een Europese veiligheidscultuur bij wegontwerp, bovenal voor de kwetsbare verkeersdeelnemers.
Maar ook het oprichten van een kennisnetwerk met best practices als het gaat om ‘self-explaining roads’. Want, ‘om te komen tot Europese overeenstemming over veilig wegontwerp en veilige weginfrastructuur, met name in Centraal- en Oost-Europa is het van belang dat lidstaten open staan om van elkaar te leren’, aldus de mobiliteitsfederaties. Bovendien zal, zo stellen de partners, een Europese standaard voor verkeersveilige wegen de onacceptabele versnippering aan nationale aanpak en maatregelen overstijgen die leiden tot nodeloze verkeersslachtoffers.