Elektrische auto moet binnenstedelijke luchtkwaliteit redden

In Amsterdam verloopt de introductie van de elektrische auto snel. Als er binnenkort auto’s met een range extender – afstandsverlenging – op de markt komen, zou het wel eens helemaal storm kunnen gaan lopen. De uitdaging zit erin om de infrastructuur in een gelijk tempo te laten ontwikkelen.

‘Tot nu toe rijden er in Amsterdam ongeveer 200 elektrische auto’s’, zegt Maarten Linnenkamp, programmamanager luchtkwaliteit van de gemeente Amsterdam. ‘Het is de bedoeling dat er aan het eind van dit jaar 500 tot 1000 elektrische auto’s in gebruik zijn. Om de introductie van de elektrische auto mogelijk te maken, investeert de gemeente Amsterdam samen met het rijk in de aanleg van oplaadpalen. Uiteindelijk zal de markt deze infrastructuur moeten betalen, maar deze investeringen zijn nu nog hoog waardoor  de markt het voorlopig nog even laat afweten. Voor ons is het milieuaspect belangrijk en de belangrijkste maatregel om daaraan te werken is de introductie van de elektrische auto. Daarom hebben we deze investeringen ervoor over. Volgens de officiële plannen zullen er in 2015 10.000 oplaadpalen in Amsterdam staan, maar het is moeilijk te zeggen of deze er ook daadwerkelijk komen. Het beleid is nu, dat we één oplaadpaal per elektrische auto plaatsen, maar het hangt vooral van de behoefte af of dit het uitgangspunt zal blijven. Als volgend jaar bijvoorbeeld de Opel Ampera op de markt komt, met een range extender, die de actieradius kan vergroten naar 500 km, dan is het opladen van de accu’s waarschijnlijk niet elke dag nodig. Dan zullen er mogelijk minder oplaadpalen nodig zijn.

Ook de komst van snellaadstations of accuwisselstations kan de behoefte aan reguliere oplaadpalen verminderen. Ander punt is dat een oplaadpaal gekoppeld is aan een parkeerplaats. We willen voorkomen dat traditionele automobilisten gaan protesteren, en de elektrische auto als een vorm van ‘autootje pesten’ gaan zien. Omdat we niet willen dat parkeerplaatsen langdurig ongebruikt staan, plaatsen we alleen een laadpaal als er een gebruiker van een elektrische auto is. Een laadpaal die langdurig ongebruikt staat is killing! Dat is in het buitenland wel gebleken, mensen gaan dan allerlei dingen met die laadpaal doen, tot en met het aftappen van de stroom om daarmee te kunnen barbecueën! Dat is slechte reclame voor de elektrische auto! Als mensen een lege parkeerplaats bij een laadpaal zien en er is hoge parkeerdruk, roepen mensen al heel snel dat het een schande is!’

Wat kunnen andere gemeenten leren van Amsterdam, als zij ook elektrisch vervoer willen bevorderen? ‘Gemeenten moeten vooral snel aan de slag gaan, dat is het allerbelangrijkste. Omdat wij koploper zijn, hebben we – zo blijkt nu – ook investeringen gedaan die we nu weer teniet moeten doen. Zo zijn er in het begin oplaadpalen geplaatst die nu weer andere stopcontacten moeten krijgen omdat er een nieuw model stekker op de markt is verschenen. Rotterdam en Utrecht hebben wel een plan voor elektrisch vervoer, maar andere gemeenten doen nog weinig. Buiten Amsterdam zijn er in ons land nog maar relatief weinig oplaadpalen; bij elkaar nog geen 200. Het is van het grootste belang dat er een landelijk netwerk komt van oplaadpunten. Want als je in andere steden niet kunt opladen, heb je een probleem!’

Wat wil Amsterdam bereiken met elektrisch vervoer? ‘Wij willen in eerste instantie voldoen aan de Europese norm van de luchtkwaliteit. Als we die doelstelling niet halen, kunnen we boetes krijgen van Brussel, terwijl we ook geen nieuwbouwprojecten mogen ondernemen. Dat is wel een stevige stok achter de deur! Een stad als Groningen heeft bijvoorbeeld geen probleem met de luchtkwaliteit, de invoer van elektrisch rijden gebeurt daar vanuit een andere argumentatie, onder meer om de afhankelijkheid van de invoer van olie te verminderen. Maar er is niemand die Groningen een bekeuring geeft als ze niet op elektrisch vervoer over zouden gaan!’

Zijn er nog andere plannen voor de komende 5 jaar? ‘Onlangs is een taxiproject van start gegaan met tien elektrische taxi’s (zie ook column). We zitten binnenkort aan tafel met verschillende partijen om te kijken of er in Amsterdam niet nog veel meer elektrische taxi’s kunnen gaan rijden. Het is verder belangrijk dat er uniforme technieken komen, zodat je bijvoorbeeld met één pasje overal kan opladen. Ook de stekkers moeten overal hetzelfde zijn! Vergelijk het maar met banken, als je bij de ene bank een rekening hebt, kun je ook bij een andere bank geld uit de muur halen. Ook de elektriciteitsstructuur zal op termijn veranderen, waarbij bijvoorbeeld elektrische auto’s een functie krijgen als opslagsysteem en leverancier voor elektriciteit binnen het landelijke elektriciteitsnet. Dit als opstap naar het uiteindelijke doel: een andere energiehuishouding. En wel, een volledige duurzame energievoorziening!’

 
Auteur: Margriet Verhoog