Elektriciteitsvoorziening onder spanning

Mi

Minstens 1 miljoen elektrische auto’s zullen naar verwachting in de toekomst in ons land rondrijden. Maar waar halen die voertuigen hun elektriciteit vandaan? En kan het elektriciteitsnet de stijgende vraag wel aan? Een gesprek met prof. ir. Lou van der Sluis van de TU Delft.

Op papier ziet het er mooi uit, het in dit voorjaar gelanceerde plan van Stichting Natuur en Milieu om in 2020 1 miljoen elektrische auto’s te laten rijden. De regeringspartijen CDA en PvdA deden er afgelopen juli nog een schepje bovenop, door zelfs 2 miljoen elektrisch aangedreven voertuigen als streefgetal te noemen. Kan dat allemaal wel? Wat gebeurt er als iedereen straks aan het eind van de werkdag een stekker in het stopcontact steekt om te garanderen dat de auto de volgende ochtend weer ‘vol’ gereed staat?

‘Of er mogelijke problemen komen met het elektriciteitsnet hangt sterk af van de manier waarop het opladen plaats vindt,’ vertelt prof. ir. Lou van der Sluis van de vakgroep Elektriciteitsvoorziening van de TU Delft. ‘Gaat het opladen bijvoorbeeld thuis gebeuren of komt er een systeem met verwisselbare accu’s, waarbij je in een wisselstation je lege accu kan inruilen voor een volle. Daarnaast is het voorstelbaar dat je bijvoorbeeld ’s avonds een deel van de aanwezige elektriciteit in je accu in huis gaat gebruiken, dus dat je je auto niet oplaadt maar juist ontlaadt.’ Volgens Van der Sluis is het te verwachten, dat het opladen van de elektrische auto precies zo zal gebeuren zoals vroeger mensen de elektrische boiler weer op temperatuur brachten: in de daluren, dus ’s nachts, als de vraag naar elektrische stroom laag is. De conclusie dat de introductie van de elektrische auto zal leiden tot overbelasting van het elektriciteitsnet vindt Van der Sluis vooralsnog voorbarig. ‘De kabels in de bodem zijn goed gedimensioneerd. Een ander punt is, of het aanbod en de vraag naar stroom goed op elkaar zijn afgestemd. Dat zie je bijvoorbeeld bij windmolens, als je op een bepaald moment te veel elektriciteit hebt, moet je dat overschot wegregelen. Dat doe je door bijvoorbeeld een thermische elektriciteitscentrale af te schakelen. Dat is niets bijzonders, de beheerders van het elektriciteitsnet doen niets anders dan dit soort geregel.’ Volgens Van der Sluis moeten we de elektrische auto dan ook niet alleen als een mogelijk probleem voor het elektriciteitsnet zien, maar ook als mogelijkheid om een overschot aan elektrische vermogen in op te kunnen slaan.

Wie wil weten hoe het met de elektrische auto zal gaan, moet ook goed blijven kijken naar wat er zich in het buitenland op dit gebied afspeelt. Naar de Verenigde Staten bijvoorbeeld, want daar gaat binnenkort een omvangrijk proefproject met elektrische auto’s van start. In totaal 5000 modellen Nissan Leaf EV (Electric Vehicle) zullen vanaf 2010 naar verwachting jaarlijks 7,5 miljoen benzine gaan besparen. Voor het opladen komen 12.750 oplaadstations beschikbaar. Daar blijft het niet bij, want als de proef slaagt zullen er vervolgens nog eens 5 miljoen van dergelijke emissieloze voertuigen bij komen. Tijdens de proefperiode zullen onderzoekers onder meer vastleggen of er in de vijf deelnemende staten sprake is van verschillende vervoerspatronen.

 
Auteur: Joske van Lith