Eerste ledverlichte snelweg komt eraan
‘Er gebeurt ontzettend veel op het gebied van licht en van openbare verlichting’, zegt general manager van Philips Lighting, Frank van der Vloed. ‘We gaan van analoge naar digitale (led)technologie en dat maakt ook besturing op afstand mogelijk. Deze ontwikkeling heeft een focus op energiezuinigheid. Dit heeft altijd wel gespeeld, maar 20 jaar geleden gold nog: ‘groen kost poen’. Vandaag kun je door duurzaam te investeren, juist geld besparen. Dat betekent dat je met een nieuwe investering al meer rendement kunt krijgen dan wanneer je wacht tot de vervanging.’
Van der Vloed: ‘Met de ledtoepassingen bespaar je niet alleen energie als het licht aangaat, maar ook doordat je dynamisch kunt dimmen, afhankelijk van variërende omgevingsfactoren. Ook kun je geld besparen op onderhoudskosten door nieuwe mogelijkheden van telemanagement: lampen hoeven niet meer visueel te worden geïnspecteerd, dat geeft het systeem aan.’
‘Ik werk nu 24 jaar voor licht, maar dit is de meest exciting periode. Dat komt door de vele ledmogelijkheden en door de focus op duurzaamheid. En we staan nog maar aan het begin. De ontwikkelingen gaan snel, stelt Van der Vloed, maar verschillen wel per toepassingsgebied. ‘Je ziet dat de consumentenmarkt al heel ver is en ook het verlichten en het aanlichten van gebouwen gaat snel, maar de functionele toepassingen in de openbare verlichting gaan wat trager. Er is wel een aantal steden dat vooroploopt zoals Tilburg, Groningen en Apeldoorn, maar het is niet zo dat als gemeente A duurzaam investeert in ledverlichting, dat dan gemeente B ook overstag gaat.
Toch is dat nog een kwestie van tijd volgens Van der Vloed. ‘Je ziet dat de range aan mogelijkheden voor openbare verlichting breder en goedkoper wordt, dat de toepassingen steeds energiezuiniger worden en dat de terugverdientijd terugloopt. Een terugverdientijd van een ledinvestering voor openbare verlichting ligt nu al op 8-10 jaar en wordt alleen maar korter.’
Heeft Philips als bedrijf ook een visie op duurzame openbare verlichting? Van der Vloed: ‘Onze visie is natuurlijk marktgedreven en dus ook gebaseerd op wat er leeft bij Rijkswaterstaat en bij gemeenten. Daar zijn de behoeftes niet alleen gericht op duurzaamheid, maar ook op veiligheid en leefbaarheid. En dat hoeft niet persé meer geld te kosten. Als voorbeeld noemt Van der Vloed het aanlichten van Buckingham Palace: de Britse koningin wilde het paleis niet langer laten verlichten vanwege het hinderlijke strooilicht ‘in huis’ van de oude conventionele verlichtingsinstallatie. Met de nieuwe toegepaste ledverlichting hoort dit nu tot het verleden en tegelijkertijd wordt het paleis nu uitgelicht voor een fractie van de oorspronkelijke prijs.
Een ander aspect dat Van der Vloed opvalt, is dat openbare verlichting opereert in een ‘conservatieve markt’. ‘Lichtmasten staan gemiddeld 25 jaar. Waarvan circa 4 procent jaarlijks wordt vervangen op basis van de technische levensduur. Maar tegenwoordig wordt het al interessant om eerder over te gaan tot vervanging. We maken nu lichtmasten en armaturen die ‘futureproof’ zijn en die dus ook eenvoudig kunnen worden vervangen door toekomstige ledtoepassingen. Je ziet nu armaturen die voldoen aan alle normeringen met bijvoorbeeld 160 leds, ik voorzie dat die over 5 jaar kunnen worden vervangen door armaturen met 100 leds met eenzelfde lichtopbrengst.
Dat je met ledverlichting geld en energie bespaart durft Van der Vloed te garanderen. Het enige dat we niet weten is wat de energieprijs gaat doen, maar gaat die omhoog dan wordt de investering nog sneller terugverdiend. Er zijn momenteel veel pilots waarin gemeenten ‘ruiken en proeven’ wat de toepassingen en de voordelen zijn. Maar helaas merkt hij ook dat een succes in de ene gemeente nog geen garantie biedt voor toepassing in de buurgemeente. En ook dat bedoelt Van der Vloed met ‘een conservatieve markt’. Hij betreurt dat wel, want volgens hem zou de overheid vanwege haar voorbeeldfunctie juist voorop moeten lopen. ‘Gemeenten rekenen nog veel te veel in jaarbudgetten. Daar moet echt een cultuuromslag komen, je zou niet alleen naar de initiële investering moeten kijken maar veel meer naar de totale investering en de terugverdientijd versus kosten na de terugverdientijd. Juist in een conservatieve markt waar armaturen 25 jaar branden! Gelukkig zijn er intussen ook meer goede voorbeelden van. En in de Taskforce Verlichting wordt het onderwerp ook onder de aandacht gebracht.’
Bestaan er ook nog mythes rondom ledverlichting? Van der Vloed: Een mythe is dat led niet veilig zou zijn. Led kan juist heel wit licht geven en dat is het meest veilige licht dat wordt toegepast op verkeerswegen in en om de stad en op snelwegen. Ook een mythe is dat je geld zou besparen door om de paal een licht te doven. Je bespaart juist vele malen meer door alle lampen te laten branden maar deze voor 50 procent te dimmen. Bovendien is dit veiliger, je zal maar net rijden waar het licht uit is en er steekt een kind over.’
Van der Vloed benadrukt ten slotte het belang van de nieuwe richtlijn NPR, met name omdat die de weg vrijmaakt voor dimbaarheid. En over de nabije toekomst: ‘We hopen dit jaar in samenwerking met Rijkswaterstaat de eerste functionele ledverlichte snelweg in Nederland – en waarschijnlijk in Europa – te presenteren.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •