Dirkje van der Ven: Kijk wat je doet
“Adaptief beleid omschrijf ik als beleid dat de drijfveren van mensen raakt. Om die drijfveren te raken kan het goed zijn om een gedragswetenschapper in te schakelen, niet alleen voor gedragsanalyses, maar ook voor het toetsen van bewezen instrumenten. Let wel, ook de succesvolle BOB-campagne kan op een gegeven moment verouderd raken voor de doelgroep.
Mobiliteit is een vakgebied dat zo sterk in ontwikkeling is, dat ook de context en de oorspronkelijke uitgangspunten veranderen. De mens moet daarin mee, maar dat gaat meestal niet vanzelf. Dus moet je continu kijken: ‘hoe reageert de mens op deze ontwikkelingen?’. Hier past een adaptieve houding op basis van monitoring beter dan een traditionele manier van handelen op basis van aannames.
Nu wordt bijvoorbeeld multimodaal reizen gestimuleerd, vanuit de aanname dat dit positieve effecten oplevert. Dat kan best zijn, maar dan moet de ervaring van reizigers goed zijn voor álle aspecten van een ketenreis. Alle deeltrajecten moet je dus monitoren, je moet om feedback vragen en finetunen. Stel, je pakt de bus in plaats van de auto en de bus is te laat, je weet al dat er geen wifi in de bus is en je staat te wachten in de kou. Daar word je natuurlijk chagrijnig van. Dat moet je wel weten als verkeerskundige. Ik zie dat er nu veel pilots op specifieke locaties en voor specifieke doelgroepen worden gehouden. Dat noem ik adaptief beleid: constant leren wat wel en niet werkt.
Monitoren moet je trouwens blijvend doen, want als iets werkt op locatie A, kan het in een iets ander context op locatie B weer heel anders werken. Dat geldt ook voor het opschalen van pilots. Een grotere groep kan andere drijfveren hebben dan een pilotgroep.
Een van de hobbels bij adaptief beleid is dat er nog te veel vanuit wordt gegaan dat mensen rationele beslissingen nemen. Bijvoorbeeld: ‘Als we mensen vertellen hoe gevaarlijk lachgas in het verkeer is, zullen ze het niet gebruiken'. Dat doen mensen dus wel. Team Alert waarschuwt ervoor, en start in 2020 een campagne waarvoor ze nu een drijfverenonderzoek doen. Ook de MONO-campagne – met één ding bezig zijn – is goed onderbouwd. Het richt zich op de ‘joy of missing out’. Het gevaar van afleiding door sociale media in het verkeer wordt omgedraaid naar een plezier om even ongestoord onderweg te zijn; zo raak je drijfveren.
Mijn tip: Kijk goed naar wat je doet. Hoeveel daarvan is gebaseerd op aannames en in hoeverre zijn die aannames nog terecht? Misschien is de uitgangssituatie wel veranderd. En, durf toe te geven dat iets niet werkt en stap dan over op een ander plan.”
Dirkje van der Ven, spreker en adviseur gedragsbeïnvloeding
Reactie plaatsen •