Dimmen in openbare verlichting gloeit langzaam op
Drie rotondes op Walcheren dimmen het licht bij weinig verkeersaanbod. Op een vierde rotonde nabij Koudekerke floept 's nachts het licht helemaal uit als er toch geen auto in de buurt is. Tilburg claimt met de dimbare CosmoWhite-lampen een wereldprimeur en Houten bespaart met dynamische verlichting op de rondweg 44 procent energie ten opzichte van conventionele straatverlichting.
'Lichtende' voorbeelden op het gebied van dim- of dynamische verlichting in het openbaar areaal. Toch neemt deze vorm van spaarzaamheid – gierende energieprijzen ten spijt – nog geen grote vlucht. Met kennisoverdracht en de presentatie van nieuwe handboeken zouden wegbeheerders hun drempelvrees kunnen overwinnen. Eind 2004 presenteerde Rijkswaterstaat een handboek plus uitvoeringskader voor invoering van dimlicht in nieuwe situaties en bij vervanging op autosnelwegen. Sindsdien is op de A1/A50 rond Apeldoorn ongeveer 20 km nieuwe autosnelweg van dimverlichting voorzien. In de pijplijn zit nog eens 20 km, op nieuwe wegen rond Breda plus ruim 30 zichtbaar, slim, meetbaar (ZSM)-projecten voor spits- en plusstroken. Dimlicht naar 20 procent van het gewone verlichtingsniveau zou op bestaande snelwegen binnen 15 jaar ingevoerd moeten worden op tijdstippen waarop de verkeersintensiteit onder de 800 auto's per rijstrook per uur daalt. 'We zijn in wezen niet heel veel verder dan in 2004', erkent verlichtingsdeskundige Bob Hamel van Rijkswaterstaat. De trage start verklaart hij doordat niet veel van de rond 1000 km verlichte snelwegen tot nu toe voldeden aan het vervangingscriterium van armaturen of elektrische installatie. Hamel verwacht daarom dat tegen 2020 toch alle verlichte snelwegen een 20-procentdimstand hebben.
Leeuwendeel
Totaal verbruikten alle overheden samen in 2005 780.000 megawattuur voor openbare verlichting. Met bijna 87 procent nemen gemeenten hier het leeuwendeel voor hun rekening. Rijk en provincies hebben een aandeel van respectievelijk 8,8 en 2,5 procent. Voor alle overheden geldt dat het besparingspotentieel bij groot onderhoud op 26 procent wordt getaxeerd. Bij nieuwe aanleg of renovatie zou 29 procent haalbaar zijn. Recentere en zeer betrouwbare gegevens over gemeentelijk verbruik en besparingspotentieel volgen eind 2008, meldt Dyana Loehr van Projectbureau Energiebesparing GWW van SenterNovem. Het besparingspotentieel van alleen 'dimmen' wordt voor de komende 20 jaar op 715 miljoen euro geschat. Toch zijn juist lokale overheden nog behoedzaam, onder meer vanwege de aansprakelijkheid bij nachtelijke ongevallen bij dimlicht. Voor rijk en provincies is dit risico afgedekt. 'Bij dimmen voldoe je formeel niet aan de norm van het vereiste verlichtingsniveau. Rijk en provincies kunnen terugvallen op een TNO-onderzoek over verkeerswegen, waarbij ten overstaan van de rechter duidelijk kan worden gemaakt dat er wel zorgvuldig is gehandeld', aldus Hamel. Voor gemeenten ontbreekt het voor wegen met een verblijfsfunctie nog aan een dergelijke 'veiligheidsklep'. Niettemin staat voor 2009 een handboek voor dimbare verlichting op lokaal niveau op stapel. Dit handboek volgt op een nieuw gecombineerd handboek voor dimverlichting op rijkswegen én provinciale wegen, dat later dit jaar verschijnt. Overigens wordt daarbij voor de provincies een extra dimstand van 50 procent (naast de 20 procent) aanbevolen voor complexe situaties. Het thema openbare verlichting werd bij de SWOV een jaar of tien geleden door bezuinigingen op een zijspoor gezet. Rapporten of heldere meningen, zoals die er wel zijn over dimlicht overdag, zijn daarmee bij de SWOV niet voorhanden, aldus medewerker Rob Eenink.
Reactie plaatsen •