'Derde partij' vaak medeveroorzaker ongeval
Wat gebeurt er in de ‘split second’ voor een ongeluk? Sinds kort weet TNO dat er vaak sprake is van een derde partij die zelf de dans ontspringt, maar bijvoorbeeld door zichtafscherming mede een verkeersongeval veroorzaakt. Daarnaast veroorzaken weggebruikers door spontaan irrationeel gedrag soms een tweede ongeval. Deze bevindingen blijken uit een langlopend TNO-onderzoek waarbij vier kruisingen 20 maanden lang met videocamera's werden geobserveerd.
Niet alleen bij de 16 echte verkeersongevallen die door de camera’s werden geregistreerd, maar ook bij vele 'bijna-ongelukken' bleek in de meeste gevallen sprake van een 'derde partij' die het Europees Schadeformulier nooit haalde en zelden door getuigen werd opgemerkt.
'Het kan zijn dat zo'n ‘derde partij’ zorgde voor zichtverhindering of afscherming of dat weggebruikers reageren op het ene voertuig maar vervolgens botsen op het andere', licht dr. ir. Richard van der Horst van TNO-Human Factors toe. De 'split second' vóór een ongeval was tot nu toe grotendeels een witte vlek, ook internationaal gezien.
Met het onderzoek is meer inzicht verkregen in de mogelijkheden en beperkingen van menselijk gedrag. Het is daarmee complementair aan andere onderzoeken van bijvoorbeeld TNO-Automotive (accent op voertuigtechnische aspecten en in-depth ongevalsanalyse) en TNO-Preventie en Zorg (maatschappelijke lange-termijneffecten van verkeersonveiligheid).
De video-observaties tonen volgens Van der Horst een overeenkomstig patroon bij conflicten en échte ongevallen. Conflictobservatietechnieken kunnen daardoor een rol spelen om de zwakke schakel in verkeerssituaties op te sporen. Vaak ligt die in onoverzichtelijkheid of te grote complexiteit van het weg- en verkeersbeeld. Veel te winnen in verbetering van het menselijk gedrag is er in volgens Van der Horst namelijk niet. Zo schildert hij de situatie waarin mensen - eenmaal geconfronteerd met een ongeval - plotseling irrationeel gedrag kunnen gaan vertonen. Ze raken bijvoorbeeld zó van de kook van de botsing die zich voor hun neus afspeelt, dat zij zonder enige aanleiding of rationele grond plotsklaps achteruit rijden en daarbij andere weggebruikers volledig over het hoofd zien.
Rotonde
Als remedie tegen verkeersonveiligheid noemt Van der Horst de rotonde. ‘De naderende weggebruiker heeft in beginsel maar één kijkrichting, namelijk naar links.’ Met rotondes dient ook weer niet te pas en te onpas te worden gestrooid, maar voorrangskruisingen zijn wat hem betreft nauwelijks meer aan de orde. Op stroom- en gebiedsontsluitingswegen zou de rotonde standaard moeten zijn. In verblijfsgebieden kan de kruising daarentegen weinig kwaad; daar liggen de snelheden veel lager en hebben weggebruikers de tijd om de situatie te overzien.
In het algemeen dienen weggebruikers niet te worden 'overvoerd' en is eenduidigheid absolute noodzaak. Om automobilisten toe te staan een doorgetrokken streep te 'schenden', zoals bij spitsstroken, is voor Van der Horst een vorm van devaluatie. Hetzelfde geldt wanneer te pas en te onpas rode kruisen boven de weg worden toegepast. 'Dan vraag je om moeilijkheden', aldus Van der Horst, die pleit voor een integrale systeemaanpak waarbij weg, voertuig, weggebruiker en het verkeersmanagement in harmonie met elkaar moeten zijn.
Reactie plaatsen •