Denver zet light rail in als wapen in strijd tegen smog
In november dit jaar worden in de Amerikaanse stad Denver in één keer vier verschillende light-railroutes geopend en worden twee dubbelsporige trajecten met een totale lengte van 48 km toegevoegd aan het in 1992 geopende net, dat hiermee in omvang ruim wordt verdubbeld. Daarmee is Denver koploper in de Amerikaanse renaissance van het stedelijk railvervoer.
Stadstrams waren in de jaren 50 uit alle Amerikaanse steden verbannen. De auto leek de alleenheerschappij te krijgen. Toch nog onverwacht brak light rail in de VS door in San Diego, waar in 1981 een sneltramlijn in bedrijf werd genomen. Vanwege het succes in deze stad werd light rail ook gekozen door 20 andere Amerikaanse steden, waaronder Dallas, Los Angeles en Denver.
Voor Denver, de ‘mile-high city’ op 1500 m hoogte aan de voet van de Rocky Mountains, was de keuze voor het ‘schone’ light rail voor de hand liggend, omdat de luchtvervuiling in de dunne lucht er soms ondraaglijk is. De light-raillijnen blijken een succes. Ze zijn frequent, snel, schoon en graffitivrij. Alle nieuwe sporen liggen op vrije banen, die - bijna geheel in rechte lijn - grotendeels over voormalige goederenspoorlijnen lopen. In de reguliere dienstregeling worden snelheden bereikt van 90 km/uur.
Omdat in Denver, anders dan in Europese steden, het ov-bedrijf RTD zélf de planning uitvoert en bovendien eigenaar is van de grond van P+R’s nabij sneltramhaltes en van het oude spoorwegstation, plus 10.000 vierkante meter grond, zijn verpauperde stationsgebieden in korte tijd opnieuw tot leven gewekt. De spoorrails zijn weggehaald, de perrons zijn op één na verdwenen en het stationsgebied wordt herontwikkeld. Er komt hoogbouw en woontorens met daartussen ruimte voor gelijkvloerse en ondergrondse sporen voor zeven light-rail- en drie voorstadslijnen.
Zoals gebruikelijk in Amerikaanse steden, heeft RTD zijn planning gebaseerd op ‘corridors’, lange routes, veelal in een rechte lijn en vaak gelegd op voormalige spoorlijnen. Denver denkt aan corridorlijnen met een gemiddelde lengte tussen 20 en 30 km. De geplande halteafstand is minimaal één mijl, om hoge snelheden mogelijk te maken. Deze methodiek maakt een fijnmazig railnet in de binnenstad onmogelijk. Het vervoer in ‘downtown-Denver’ wordt dan ook grotendeels overgelaten aan bussen.
De uiteindelijke keuze voor de ‘routes’ van de corridorlijnen is aan de bestuursraad van RTD, waarin alle 15 zelfstandige gemeenten zijn vertegenwoordigd die samen het stadsgewest Denver vormen. Alle 15 gemeenten eisen aansluiting op light rail. De omvang van de light-railplannen is dan ook gigantisch: in 2004 gaven de kiezers in Denver per referendum toestemming voor het aanleggen van 190 km nieuwe sneltramlijnen in de komende 12 jaar. Kosten: 4,8 miljard dollar, deels te betalen via lokale belasting, deels met steun van de regering in Washington, die van Denver een modelstad heeft gemaakt op het gebied van ov-planning. De opening van vier lijnen in november 2006 is onderdeel van dit programma.
Reactie plaatsen •