Denken in gebieden in plaats van netwerken
Linda van Soerland is business unit manager Mobiliteit bij Sweco. “Hiervoor heb ik tien jaar bij de provincie Noord-Holland gewerkt als planoloog en me vooral beziggehouden met provinciale wegen. Sinds 2019 werk ik bij Sweco, sinds de opening van het nieuwe kantoor in Amsterdam. Naast mijn managementtaken heb ik ook een inhoudelijke rol in projecten, zoals de studie naar hoogwaardig OV op de ZaanIJ-corridor.”
Van Soerland ziet dat we van het denken in functionele netwerken steeds meer overgaan naar het denken op gebiedsniveau. “Het startpunt van hoe we opdrachten aanvliegen is dan meer het gebied, en niet bijvoorbeeld het ov-net. We kijken nu meer naar doelgroepen en naar personen. Wie bewegen zich van waar naar waar, en wat is hun motief? Dat zegt namelijk veel over de behoeften. Iemand die op een dagje weg een keer met de pont het IJ oversteekt, maakt het niet zoveel uit als er veel stops zijn en het daardoor wat langzamer gaat. De dagelijkse forens die met de fiets op de pont stapt, wil vooral een directe lijn en snelheid.
Het denken in gebieden heeft een vlucht genomen door de urgentie op woningbouw. Bij woningbouw zit de urgentie, en daarmee momenteel ook het geld, en beide stuurt wat we doen.”
Voortschrijdend inzicht
“De integratie van mobiliteit met ruimtelijke ordening en gebiedsgericht denken is ook een kwestie van voortschrijdend inzicht. Dat zie je ook terug in de – wederom uitgestelde – Omgevingswet, die stimuleert dat beleidsambities integraal worden opgesteld. Je ziet deze trend terug op alle geografische schaalniveaus, van wijken tot regio’s en zelfs internationaal (met bijvoorbeeld aanwijzing van corridors). Het is niet heel zinvol om je alleen maar te richten op voertuigverliesuren op het hoofdwegennet. Het Rijk was daar zo’n 10 jaar geleden al mee begonnen in de Meer Bereiken aanpak, maar die brede blik heeft met de urgentie van de woningbouw nu wel een nieuwe impuls gekregen.”
“Het positieve van gebiedsgericht werken is dat er ook aandacht kan zijn voor maatwerk. Past een oplossing wel bij het gebied, en bij de mensen die er wonen? Het gaat uiteindelijk immers om de mensen en om wat voor mobiliteit bij ze past.”
Wildgroei
Van Soerland waarschuwt wel voor toenemende wildgroei in oplossingen. “We vinden vaak het wiel opnieuw uit als we gaan inzoomen op bepaalde gebieden en welke mobiliteit daarbij past. Dat komt juist door de wens tot lokaal of regionaal maatwerk, maar brengt de voorspelbaarheid van de situatie op de weg wel in gevaar. De weggebruiker moet weten waar hij aan toe is, dat moet niet afhangen van welke gemeente iemand bezoekt. Maatwerk levert ook een conflict op met de trend tot
juridificering. Ook adviesbureaus worden steeds vaker bij de rechtbank ingeschakeld als expert om advies te geven. Dan moeten we toch onze adviezen kunnen onderbouwen en herleiden naar breed geaccepteerde richtlijnen en afspraken.”
“Bij gebiedsgerichte projecten is het de vraag hoe we balans tussen maatwerk en uniformiteit kunnen realiseren. De houvast ontbreekt nu nog vaak, ook onder deskundigen. Dan is men bezig aan een project en weet niet welke kennis er al is. Een mooi project om toch houvast aan gebiedsexperts en verkeerskundigen te bieden is bijvoorbeeld het MRA platform Smart Mobility, dat gemeenten wil ondersteunen met vraagstukken op gebied van slimme mobiliteitsoplossingen. Het kan zo zijn dat bijvoorbeeld Amstelveen worstelt met dezelfde vraagstukken als Zaanstad, dan is het goed om expertise en kennis te delen en om daar lijn in aan te brengen.”
Maatwerk is positief, stelt Van Soerland, maar niet alléén maar positief. “Als iedereen een gebied anders gaat inrichten, dan is het gedaan met de voorspelbaarheid voor fietsers en wandelaars in een andere omgeving. Voorspelbaarheid is wél een belangrijk uitgangspunt voor veiligheid. Er is wel een bepaalde mate van vrijheid, maar een fietspad moet bijvoorbeeld wel als zodanig herkenbaar zijn.”
Dilemma’s op stoeptegelniveau
“Je ziet dilemma’s op hele kleine schaal, op stoeptegelniveau, ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan het opladen van elektrische auto’s, niet iedereen heeft een eigen oprit en dus ook geen eigen laadpaal. Moet je dan een paal aan het huis hebben en de laadkabel in zo’n speciale stoeptegel verzinken? Dat doet iets met de ruimtelijke kwaliteit, én mensen krijgen het idee dat ze een eigen parkeerplaats hebben terwijl dat niet zo is.”
“Voor gemeenten met meerdere adviseurs is het makkelijker om kennis te delen, als je de enige mobiliteitsadviseur bent in een gemeente stapelen de vragen zich op, zeker als je weinig houvast hebt aan bestaande richtlijnen. Die mensen worden bedolven onder het werk. Zoek steun bij elkaar, bij andere verkeerskundigen, help elkaar met intervisie. Dat maakt het werk makkelijker en leuker, en op die manier ontwikkelen we ook gezamenlijk een nieuwe richtlijn, vanuit de praktijk van alledag.”
Dit artikel verscheen in Trends 2023, meegezonden met de printeditie van MobiliteitsPlatform nr. 4. Meer lezen van Trends 2023? Ga naar onze digitale bibliotheek.
Reactie plaatsen •