'De telslang slaat terug’
Verkeerstellingen met pneumatische telslangen verouderd? Een Vlaams onderzoeksteam meent van niet. De kwaliteit van drukslangmetingen kan voor elke snelheids- en voertuigklasse omhoog, is de conclusie. Aanpassingen aan de parameters, de slangdiameter, de afstand tussen slangen en de verankeringsklemmen, vergroten de nauwkeurigheid. Bovendien is de telslang makkelijk inzetbaar én goedkoop.
‘In Nederland worden drukslangen op hoofdwegen niet meer gebruikt, wel binnen de bebouwde kom. Ongeveer de helft van de Nederlandse gemeenten maakt er nog gebruik van’, weet de woordvoerster van TEC Traffic Solutions, sinds 1963 leverancier van drukslangen. Deze meetinstallatie bestaat uit één, of vaker, twee rubberen holle slangen die loodrecht op de rijrichting van het verkeer over de weg worden geplaatst. De slangen zijn aangesloten op een telapparaat naast de rijbaan. Aspassages en -druk worden geregistreerd; zo kunnen verkeersintensiteit en voertuigtype worden bepaald. Door twee slangen op korte tussenafstand van elkaar te plaatsen, kan ook de snelheid worden gemeten. In Nederland is een afstand van 60 cm gebruikelijk, aldus TEC.
Met de komst van nieuwe meettechnieken, staat (de betrouwbaarheid van) de telslang ter discussie. Volgens TEC is het moeilijk om een getal te hangen aan de nauwkeurigheid van de slang. ‘Die hangt ook van het gebruik af. De wijze waarop je de slang neerlegt, het wegtype en de snelheid.’ Uit de buurt van een bocht, drempel of andere snelheidsremmers houden, is het advies. ‘Afremmen zorgt voor een andere luchtdruk en snelheidsregistratie.’
In Vlaanderen nemen ze daar geen genoegen mee. Sinds drie jaar is de cel Verkeersparameters van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken – in samenwerking met de Industriële Hogeschool KAHO-Sint-Lieven in Gent en leverancier Digiconcept - bezig te onderzoeken of en hoe de betrouwbaarheid van de telslang is te verbeteren. Celhoofd Stijn Goossens signaleerde dat bedrijven niet meer investeerden in telslangen en vroeg zich af ‘zijn we wel deftig (lees: goed) bezig?’. Zijn veronderstelling dat er een kwaliteitsslag te maken is bij de slangmetingen, bleek juist. Het dynamisch maken van de parameters was daarbij essentieel. ‘Dynamisch betekent dat per snelheidklasse de meest geschikte parameter wordt gebruikt om het passerende voertuig te registreren.’ Hierdoor steeg de nauwkeurigheid bij de 16 voertuigtypen, waaronder personenwagens mét en zónder aanhanger en samengestelde vrachtwagens, van 80 procent naar 95-98 procent. De volgende stap is om een patroon te ontdekken in het ‘breken of samenstellen van de voertuigen’, aldus Goossens. Een betrouwbaarheidspercentage van meer dan 98 procent acht hij haalbaar.
Verbetering
Ook zijn de slang, verankering en plaatsing onder de loep genomen. Een kortere tussenafstand tussen twee telslangen, namelijk 25 cm, in plaats van de in Vlaanderen gangbare 1 meter bleek een verbetering. ‘Wél luistert de bevestiging nauwer, omdat bij 25 cm een afwijking van 1 cm zorgt voor een fout van 4 procent.’
Een volgende verbetering betreft de verankering; door een onderlat kunnen de slangen exacter worden bevestigd. Ook bleek dat verankeringsklemmen in rubber meer voordelen bieden dan in metaal. ‘Ook bij diverse temperatuursinvloeden voldoet rubber goed.’ Een laatste aanpassing betreft de slangdiameter; voorheen 15 mm, daarna 13 mm en nu 12 mm. Uit testen bleek dat slangen van 12 mm langer meegaan en opmerkelijk minder geluidsoverlast veroorzaken dan een 15 mm en zelfs een 13 mm slang. Juist op de moeilijk meetbare plaatsen (afslagstroken, files, kruispuntmetingen) - de door TEC afgeraden locaties - zorgen de aanpassingen voor een grotere nauwkeurigheid, stelt de onderzoekscoördinator. Ten slotte bedraagt de prijs van een telslang ongeveer 1 euro per strekkende meter met een gemiddelde levensduur van ongeveer 2 miljoen wielovergangen. De teller á raison van 1500 euro gaat vijf tot zeven jaar mee. Hierdoor is de slangmeting naast makkelijk inzetbaar op bijna elke locatie, ook nog goedkoop per teldag.
Reactie plaatsen •