De slimme stad: het experiment toont waar het schuurt
De verhoudingen tussen overheid, markt en samenleving verschuiven, terwijl de technologie infrastructuren en netwerken verknoopt. Bottom-up-experimenten zijn nodig om de verduurzaming van steden in goede banen te leiden. Dat zei hoogleraar Urban Development management Ellen van Bueren op 13 november in haar intreerede ‘The great urban bake-off’.
Steden zien grote veranderingen op zich af komen. Dat komt met name door de noodzakelijke energietransitie, maar ook door milieu- en klimaatvraagstukken en technologische innovatie. Deze zijn onmogelijk los van elkaar aan te pakken; de oplossing voor het ene vraagstuk kan een probleem zijn voor een ander. Soms zijn er twee vliegen in één klap te slaan, maar volgens Van Bueren moeten de verantwoordelijke partijen daarvoor wel samenwerken. De grote vraag is hoe die partijen elkaar weten te vinden om samen knelpunten op te lossen en kansen te verzilveren.
Onverwachte vragen, ander speelveld
Het bevorderen van duurzame stedelijke ontwikkelingen kan onverwachte vragen oproepen. Met subsidies voor laadpalen stimuleren we het gebruik van elektrische auto’s, maar brengen de auto ook weer terug in de stad, terwijl de afgelopen decennia juist hard is gewerkt om stedelijke congestie te verminderen. Aan de andere kant bieden elektrische auto’s onverwachte nieuwe kansen. Omdat het rijdende batterijen zijn, faciliteren ze lokale energieopwekking. Als die extra opslagcapaciteit benut moet worden, zijn er slimme netwerken nodig om te bepalen hoe batterijen het best kunnen worden ingezet in de stad.
Technologieaanbieders, ICT-bedrijven en data-analyse spelen zo een steeds belangrijker rol in de oplossing van verkeers- en energievraagstukken, naast gebruikelijke spelers. Dit veranderende speelveld vraagt ook om andere manieren om met elkaar tot oplossingen te komen.
Managementvraagstuk
Het verknopen van infrastructurele netwerken (bijvoorbeeld water met energie, verkeer met energie) ter verduurzaming en verbetering van de stad is daarmee ook een managementvraagstuk. Een waterbedrijf dat afgevangen slib vergist om energie op te wekken gaat bijvoorbeeld ineens ook fungeren als energiebedrijf. Dat vergt afstemming met bestaande partijen op de energiemarkt én inpassing in de bestaande infrastructuur en stelt de verhouding tot de democratische legitimatie van een waterschap ter discussie.
Touwtrekken
Ook de financiële kant van verduurzaming is lastig, want vaak liggen kosten en baten niet bij dezelfde partijen en vereisen duurzame oplossingen soms extra langetermijninvesteringen in infrastructuur. Dat resulteert in touwtrekken over wie er moet betalen.
Regelgeving volgt de praktijk
Volgens Van Bueren volgt regelgeving de praktijk; bestaande voorschriften bieden geen houvast en werken soms zelfs belemmerend. Door te experimenteren wordt duidelijk waar het schuurt en bij welke oplossing de meeste betrokkenen baat hebben. ‘Te vaak verliezen mensen het einddoel uit het oog omdat ze terugvallen op bestaande zekerheden.’
Ellen van Bueren sprak haar intreerede uit op vrijdag 13 november in de Aula van de TU Delft.
Reactie plaatsen •