‘De Nederlandse aanpak werkt, dus dan is het toch goed?’
Op steeds meer plaatsen in Nederland worden fietsstraten aangelegd. Maar de fietsstraat heeft in Nederland helemaal geen juridische status, blijkt uit de discussienotitie van CROW-Fietsberaad uit 2016. Of dat erg is? ‘In de Nederlandse aanpak wordt gewenst gedrag uitgelokt door de vormgeving. Die aanpak werkt, dus dan is het toch goed?’ Dat stelt Mart Stroomberg, masterstudent Energy and Transport Management aan het FH Joanneum in Kapfenberg, Oostenrijk.
In zijn scriptie onderzoekt Stroomberg de aanpak en de verschillen van fietsstraten in zeven verschillende landen. De verschillen tussen de landen zijn groot, stelt hij. ‘In Duitsland is de fietsstraat in de basis een straat waar géén auto’s in mogen, tenzij uitgezonderd. In Oostenrijk zijn fietsstraten alleen toegankelijk voor bestemmingsverkeer. In Belgische fietsstraten geldt een inhaalverbod, terwijl zo’n verbod in Nederland juist wordt afgeraden.’
Pragmatisch
Die verschillen komen voornamelijk vanwege de juridische status, stelt Stroomberg. ‘In Duitsland, Oostenrijk en België zijn fietsstraten opgenomen in de verkeerswet, in Denemarken ligt een voorstel en in Zwitserland loopt een pilot. In Nederland wordt meer rekening gehouden met het ontwerp en de inrichting en worden de straten autoluw gemaakt. En als het ontwerp niet werkt, dan wordt het aangepast.’ Terwijl in Duitsland of Oostenrijk enkel een bordje wordt geplaatst waarop staat dat het om een fietsstraat gaat. ‘Het ontwerp wordt er vaak niet op aangepast. Het geeft fietsers alleen de mogelijkheid om naast elkaar te fietsen.’
In Nederland wordt de fiets veel meer als vanzelfsprekendheid gezien, zegt Stroomberg. ‘In Nederland pak je het vervoersmiddel om van A naar B te komen. Een automobilist is daarom ook een fietser. Fietsen is veel meer geïntegreerd in het straatbeeld, er wordt meer rekening met elkaar gehouden dan in de andere landen.’
Meer eenduidigheid
De conclusie van Stroomberg is daarom: de Nederlandse aanpak werkt. ‘Dus waarom zou je dat in een wet moeten vastleggen? De enige reden die ik kan bedenken, is dat het CBR het dan ook in het verkeersexamen kan opnemen.’
Volgens de onderzoeker aan het FH Joanneum in Kapfenberg is er echter wel een verbeterpunt te noemen: Nederlandse fietsstraten kennen een grote variatie aan verkeersborden. ‘Daar mag meer eenduidigheid in komen. Een wegontwerp blijft maatwerk en de uitvoering van een fietsstraat is dus altijd afhankelijk van de lokale situatie’.
Stroomberg: ‘Dit is een mooi voorbeeld van een fietsstraat, maar gaat tegen een aantal richtlijnen van het CROW in: geen asfalt en de lengtemarkering'
Reactie plaatsen •