DAT.Mobility brengt veranderende mobiliteitspatronen in kaart
In deze Coronatijden veranderen de Nederlandse mobiliteitspatronen drastisch. Hoe precies? Sander van der Drift bracht het in kaart op basis van het Nederlands Verplaatsingspanel.
In de animaties vergelijkt Van der Drift het aantal verplaatsingen op donderdag 19 en zondag 22 maart met het aantal verplaatsingen op een gemiddelde vergelijkbare dag een maand geleden. “We zien dat zowel auto- als ov-gebruik gedurende de hele dag sterk afnemen. Normaal zie je doordeweeks een duidelijke ochtend- en avondpiek, maar die zijn verdwenen doordat Nederland massaal thuis werkt.”
De grote ‘winnaars’ zijn fietsen en lopen. Op donderdagavond om 20.00 uur worden bijvoorbeeld 90 procent meer voetgangers gemeten, terwijl op donderdagmiddag 15.00 uur 90 procent meer wordt gefietst. “Doordat mensen thuiswerken, zijn ze veel flexibeler. Men is niet aan kantoortijden gebonden en gaat tussendoor even een blokje of een boodschapje doen.”
Meer korte verplaatsingen
Ook op zondag 22 maart werd veel meer gelopen en gefietst. “En als je dan naar de kaart van Nederland kijkt, zie je dat het vooral korte verplaatsingen, die op dezelfde plek starten en eindigen. Dat zijn vaak recreatieve rondjes met de fiets of te voet. Men verplaatst zich nog wel per auto, maar dat is 50 procent minder dan normaal. En de verplaatsingen zijn ook vaak op korte afstanden: bijvoorbeeld om een boodschapje te doen of naar het strand of het bos te rijden en dáár te wandelen.”
Die wandelingen door het bos of op het strand zijn geen enkel probleem, stelt Van der Drift, zolang mensen die 1.5 meter afstand maar respecteren. “We kunnen niet op GPS-niveau meten of men die afstand ook in acht neemt. En de steekproef is te klein om daar conclusies aan te verbinden.”
Hoe nu verder?
De animaties van Van der Drift kregen al veel aandacht, onder meer de Volkskrant wijdde erover uit. Daar hij de data-onderzoeker erg blij mee. “We zullen tijdens deze crisis nog wel een aantal keer inzicht geven in de Nederlandse verplaatsingspatronen. Bij DAT.Mobility zijn we erg geïnteresseerd in mobiliteitsgedrag en goed in staat om deze data te analyseren, interpreteren en illustreren.”
En ook na de crisis is DAT.Mobility van plan om te blijven analyseren met het Verplaatsingspanel. “Met deze databron kunnen we bijvoorbeeld de modalsplit per regio in kaart brengen, of het veranderende gebruik per modaliteit meten. Ook is het mogelijk om de hele keten van verplaatsing te meten en te analyseren. De databron kan daardoor veel inzicht bieden in de first and last mile’. Dat blijft relevant. In opdracht van het ministerie van IenW meten we momenteel het effect van fietsstimulering over langere termijn. ”
Het Nederlands Verplaatsingspanel
Kantar, Mobidot en DAT.Mobility hebben vorig jaar op eigen initiatief het Nederlands Verplaatsingspanel (NVP) gelanceerd om samen een grootschalige informatiebron over verplaatsingsgedrag, motieven en achtergrondkenmerken van Nederlanders te verzamelen.
“Er zijn veel verschillende bronnen beschikbaar die informatie bieden over Nederlandse mobiliteit, maar geen enkele bron van voldoende omvang geeft op continue basis details over multimodale verplaatsingen van personen en de motieven daarachter. OHet panel bestaat uit ruim 5000 deelnemers, met een representatieve spreiding in leeftijden, opleidingsniveau, man/vrouwverhouding, gezinssamenstelling en locatie. Zo krijgen we een betrouwbaar beeld van het aantal reizigers dat per tijdstip een reis maakt. En je ziet, het fluctueert enorm.”
De panelleden verplaatsten zich met een app op hun telefoon, die is voorzien van technologie van Mobidot. “De app beschikt over trackingtechnologie en houdt de locatie bij. Met slimme algoritmes wordt op basis van routekeuze, snelheden, cadans, en andere indicatoren bepaald welke modaliteit wordt gebruikt. De gebruiker van de applicatie hoeft hier zelf niets voor te doen.”
Reactie plaatsen •