Datablog: dalende trend was al ingezet
Nu we volop in de tweede besmettingsgolf zitten en de beperkende maatregelen weer zijn aangescherpt, volgt hier weer een datablog over de effecten ervan op het wegverkeer. We kijken naar de recente ontwikkelingen met betrekking tot automobiliteit, vrachtverkeer, fietsmobiliteit en doorstroming.
Door Bas Turpijn, NDW.
Effecten automobiliteit
Figuur 1 toont de dagelijkse verkeersindices over de jaren 2019 en 2020. Als referentie hebben we gekozen voor de eerste week van maart, waarbij alle maandagen in 2020 zijn vergeleken met maandag 2 maart, alle dinsdagen met dinsdag 3 maart etc. De maandagen in 2019 zijn steeds afgezet t.o.v. maandag 4 maart, de dinsdagen t.o.v. dinsdag 5 maart etc.
Op 16 maart ving de intelligente lockdown aan en op 14 oktober de gedeeltelijke lockdown. Het effect van de intelligente lockdown trad onmiddellijk op, terwijl dat van de gedeeltelijke lockdown wat meer geleidelijk lijkt op te treden. Ook lijkt vooralsnog de omvang van het effect in maart groter: de verkeersvraag werd bijna gehalveerd, terwijl op dit moment de vraaguitval ca. 20% lager uitvalt t.o.v. het ‘oude normaal’. De beperkingen waren destijds ook wat strikter en meer mensen werkten vanuit huis.
De opvallende pieken en dalen zijn veelal zon- en feestdagen.
Figuur 1 Dagelijkse verkeersontwikkeling over 2019 en 2020, waarbij week 10 = 100 (bron: NDW)
De tabellen 1 en 2 tonen verkeersindices van de afgelopen weken per provincie en netwerk. In maart waren de regionale verschillen vrij groot en deze werden in de zomer geleidelijk kleiner. We zien dat sinds de tweede golf de regionale verschillen weer wat groter zijn geworden.
Figuur 2 vat de regionale verkeersindices voor eind maart en eind oktober samen per COROP regio: een iets fijnere regionale indeling. Ook hier zien we het verschil tussen de intelligente lockdown en de gedeeltelijke lockdown duidelijk, evenals de regionale verschillen. Opvallend is het relatief sterke effect in de noordvleugel van de Randstad, alsmede Zuid-Limburg tijdens de beide lockdowns. Het is lastig om de oorzaken te achterhalen op basis van de huidige data. Werken daar meer mensen thuis? Is het een gevolg van het feit dat veel zakelijke bijeenkomsten nu virtueel plaatsvinden? Nader onderzoek zal dit moeten uitwijzen.
Opnieuw valt op dat de verkeersvraag in het noordoosten (Groningen, Overijssel) relatief weinig wordt geraakt door de beperkende maatregelen.
Provincie |
31/03 |
30/06 |
30/09 |
6/10 |
14/10 |
20/10 |
27/10 |
Drenthe |
68 |
104 |
95 |
91 |
90 |
88 |
87 |
Flevoland |
63 |
100 |
97 |
93 |
94 |
90 |
89 |
Friesland |
66 |
97 |
97 |
95 |
92 |
87 |
86 |
Gelderland |
61 |
97 |
91 |
88 |
87 |
84 |
85 |
Groningen |
68 |
107 |
104 |
103 |
99 |
97 |
97 |
Limburg |
56 |
96 |
92 |
91 |
88 |
82 |
81 |
Noord-Brabant |
60 |
97 |
93 |
91 |
89 |
84 |
85 |
Noord-Holland |
57 |
91 |
89 |
84 |
83 |
79 |
78 |
Overijssel |
69 |
110 |
96 |
96 |
90 |
90 |
92 |
Utrecht |
56 |
90 |
87 |
83 |
80 |
76 |
77 |
Zeeland |
67 |
115 |
102 |
102 |
99 |
94 |
86 |
Zuid-Holland |
66 |
98 |
93 |
90 |
89 |
87 |
86 |
NEDERLAND |
61 |
97 |
92 |
89 |
87 |
84 |
83 |
Tabel 1 Index intensiteiten HWN per provincie, waarbij 3 maart = 100 (Bron: NDW)
Provincie |
31/03 |
30/06 |
30/09 |
6/10 |
14/10 |
20/10 |
27/10 |
Flevoland |
73 |
106 |
101 |
96 |
96 |
96 |
94 |
Friesland |
74 |
101 |
95 |
95 |
87 |
88 |
89 |
Gelderland |
74 |
100 |
98 |
98 |
93 |
92 |
81 |
Groningen |
64 |
105 |
103 |
104 |
96 |
94 |
97 |
Noord-Holland |
69 |
101 |
93 |
86 |
92 |
88 |
85 |
Utrecht |
65 |
94 |
89 |
90 |
83 |
81 |
87 |
Zuid-Holland |
70 |
101 |
96 |
89 |
91 |
84 |
89 |
Tabel 2 Index intensiteiten OWN per provincie, waarbij 3 maart = 100 (Bron: NDW)
Figuur 2 Verkeersindex per COROP regio op 31 maart (links) en 27 oktober (rechts, bron: NDW)
Figuur 3 toont de ontwikkeling van de verkeersintensiteit per netwerk over de dag heen op een aantal dagen. 31 maart was het dieptepunt tijdens de intelligente lockdown en op 30 juni waren de meeste versoepelingen doorgevoerd. Sinds 30 september is er weer een dalende trend ingezet. In de spitsen is nog altijd een behoorlijke vraaguitval te zien, inmiddels zo tussen de 20-30% ligt. Opvallend is het recente effect in de avonduren. Mogelijk een gevolg van de sluiting va de horeca en andere sociaal-recreatieve beperkingen.
Figuur 3 Verkeersindex verschillende dinsdagen per netwerk over de dag, waarbij 3 maart = 100 (bron: NDW)
Effecten vrachtverkeer
Figuur 1 toont de dagelijkse vrachtverkeersindices over de jaren 2019 en 2020. Dan is duidelijk te zien dat in structurele zin het vrachtverkeer minder is geraakt door de lockdowns dan het personenverkeer. De opvallende pieken en dalen zijn opnieuw zon- en feestdagen en deze zien we dit jaar in veel mindere mate terug. Wellicht vanwege het ontbreken van allerlei evenementen tijdens het weekend en/of omdat het internationale verkeer aanmerkelijk minder is geworden, waardoor buitenlandse chauffeurs in de weekenden niet meer op en neer rijden.
Figuur 4 Dagelijkse vrachtontwikkeling over 2019 en 2020, waarbij week 10 = 100 (bron: NDW)
De tabellen 3 en 4 tonen de regionale ontwikkelingen in het vrachtverkeer.
Provincie |
31/03 |
30/06 |
30/09 |
6/10 |
14/10 |
20/10 |
27/10 |
Drenthe |
107 |
111 |
102 |
100 |
101 |
101 |
97 |
Flevoland |
94 |
107 |
100 |
99 |
99 |
102 |
107 |
Friesland |
102 |
110 |
111 |
112 |
105 |
109 |
106 |
Gelderland |
96 |
105 |
94 |
95 |
95 |
96 |
96 |
Groningen |
97 |
113 |
110 |
108 |
109 |
112 |
110 |
Limburg |
88 |
102 |
95 |
94 |
95 |
95 |
96 |
Noord-Brabant |
94 |
104 |
100 |
101 |
101 |
101 |
103 |
Noord-Holland |
83 |
96 |
92 |
90 |
89 |
90 |
90 |
Overijssel |
109 |
116 |
102 |
102 |
98 |
102 |
105 |
Utrecht |
87 |
99 |
92 |
91 |
88 |
91 |
92 |
Zeeland |
95 |
106 |
94 |
99 |
92 |
90 |
94 |
Zuid-Holland |
87 |
102 |
92 |
93 |
92 |
93 |
90 |
NEDERLAND |
93 |
103 |
96 |
96 |
94 |
96 |
96 |
Tabel 3 Index vrachtintensiteiten HWN per provincie, waarbij 3 maart = 100 (Bron: NDW)
Provincie |
31/03 |
30/06 |
30/09 |
6/10 |
14/10 |
20/10 |
27/10 |
Flevoland |
108 |
108 |
101 |
95 |
105 |
117 |
107 |
Friesland |
108 |
112 |
88 |
91 |
87 |
92 |
88 |
Gelderland |
105 |
101 |
97 |
- |
- |
- |
- |
Groningen |
83 |
115 |
113 |
113 |
115 |
114 |
112 |
Noord-Holland |
96 |
104 |
93 |
94 |
100 |
96 |
98 |
Utrecht |
90 |
103 |
96 |
96 |
91 |
89 |
92 |
Zuid-Holland |
84 |
104 |
90 |
88 |
87 |
88 |
88 |
Tabel 4 Index vrachtintensiteiten OWN per provincie, waarbij 3 maart = 100 (Bron: NDW)
Effecten fietsmobiliteit
In de eerdere datablogs waren de conclusies t.a.v. de fietsmobiliteit steevast hetzelfde: we zagen dat er meer werd gefietst sinds de maatregelen en dat het weer ook een significante invloedfactor was op de fietsverkeersvraag. Met name windsnelheden, zonneschijn en neerslag bleken de meest verklarende factoren te zijn.
In onze overzichten beperkten we ons voornamelijk tot de regio Rijnmond, omdat we daarvan sinds eind vorig jaar fietsintensiteiten hebben en dus ook een (beperkte) vergelijking kunnen maken in een periode voor en na de Coronacrisis. Figuur 5 toont de fietsindex en de drie weerskenmerken over het afgelopen half jaar. De fietspatronen volgen dan duidelijk het weerspatroon.
Figuur 5 Fietsverkeer en weer in de regio Rijnmond (bron: NDW, KNMI)
Effecten doorstroming
De verkeersvraag toonde ons net enkele belangrijke ontwikkelingen:
-
Op etmaalniveau zien we dat de verkeersvraag weer wat is teruggezakt;
-
In de spitsen zien we weer een behoorlijke vraaguitval van ca. 20%.
Figuur 6 toon het verloop van de gemiddelde snelheden op het hoofdwegennet over de dag heen, op basis van de lussen. We zien het verloop op 3 maart (referentie), 31 maart (dieptepunt) en 27 oktober (meest recent). Een snelheidsval in de spitsen zien sinds de eerste lockdown niet meer en de meest recente curve lijkt redelijk op die van 31 maart, toen het verkeer overal lekker kon doorrijden, ongeacht het moment van de dag. Ook nu lijkt dat nog steeds het geval te zijn en hebben we relatief weinig last van structurele congestie, zoals ook figuur 7 ons toont. De voertuigverliesuren zijn aanmerkelijk lager dan vorig jaar tijdens dezelfde periode.
Figuur 6 Gemiddelde snelheid op ‘s lands hoofdwegen over de dag (bron: NDW)
Figuur 7 Voertuigverlies uren per week (bron: Rijkswaterstaat, bewerkt M&E Team)
Conclusies
Op basis van de actuele cijfers kunnen we het volgende zeggen over de maand oktober:
-
De landelijke verkeersvraag vertoont een geleidelijk dalende trend, welke al was ingezet voor de gedeeltelijke lockdown van 14 oktober;
-
Het effect van deze lockdown op de verkeersvraag is vooralsnog minder groot dan tijdens de intelligente lockdown.
-
Op etmaalniveau zitten we ruim 15% lager als begin maart;
-
De ochtendspits is nog altijd een stuk rustiger dan normaal (ca. -20%), maar wel een stuk hoger ten opzichte van het dieptepunt eind maart (ca. -50%);
-
In de avonduren lijken we een effect te zien van de gedeeltelijke lockdown;
-
De regionale verschillen zijn nog altijd groot: vooral in de noordvleugel van de Randstad en Zuid-Limburg is het verkeerseffect het grootst. In het noorden is deze relatief klein;
-
In het vrachtverkeer vertoont een vrij stabiel patroon;
-
Het fietsverkeer fluctueert sterk: sinds de beperkende maatregelen volgen de fietspatronen duidelijk de weerspatronen;
-
Bij mooi weer (veel zonuren, weinig neerslag) zien we beduidend meer fietsverkeer dan normaal, bij slecht weer loopt dit wat terug;
-
De doorstroming op ’s landswegen is nog altijd eens stuk beter dan begin maart;
-
Tijdens de traditioneel drukke spitsuren, is de verkeersdruk zodanig afgenomen dat structurele congestie nauwelijks nog optreedt.
Reactie plaatsen •