‘Creatief boekhouden’ kan parkeergarages van de grond helpen
Het Besluit luchtkwaliteit zaait de nodige onrust bij gemeenten en projectontwikkelaars. De bouw van voorzieningen kan op losse schroeven komen te staan als er teveel fijn stof in de omgeving rondwaart. Recent werd ook de bouw van een parkeergarage stilgelegd omdat milieunormen dreigden te worden overschreden. ‘Creatief boekhouden’ met de milieubelasting kan soms uitkomst bieden. Binnenkort komen nieuwe rekenmodellen daarvoor beschikbaar.
De parkeergarage-affaire is illustratief voor de problemen waar overheden en projectontwikkelaars zich door het Besluit luchtkwaliteit voor geplaatst zien. Namelijk dat lokale overschrijding van de milieubelasting verstrekkende gevolgen kan hebben. Voor een deel heeft men dat aan zichzelf te wijten omdat pas in het laatste stadium van een ontwerp of bouwproces naar luchtkwaliteit wordt gekeken, zo is de ervaring van André van Ewijk, hoofd Milieumanagement van Grontmij. ‘Een gevolg van traditioneel procesmanagement. Net zoals men vroeger pas op het laatste moment aan de noodzakelijke milieuvergunningen dacht. Door de Wet milieubeheer is dat veranderd. Nu vraagt men eerst de vergunningen aan en gaat dan pas bouwen. Dat zie je bij luchtkwaliteit langzaam aan ook gebeuren. De woningbouwontwikkelaars hebben dat al redelijk door. Bij parkeergarages is men meestal nog niet zover. Daar staat de locatie vast, is de exploitatie doorgerekend en dan blijkt het allemaal niet te realiseren omdat de milieubelasting te hoog is.’
Salderen
Bij parkeergarages is de ingang vaak het probleem omdat daar de normen door in- en uitrijdend verkeer worden overschreden. Van Ewijk: ‘Maar als er positieve effecten zijn in de omgeving - men rijdt bijvoorbeeld minder rond op zoek naar een parkeerplaatsje - dan mag je dat toeschrijven aan die parkeergarage. Alleen het veelgebruikte CARII-model is niet onderscheidend genoeg om dat door te rekenen.’
Rekenmodellen die met de zogenaamde salderingsmethode wel uit de voeten kunnen zijn nog niet algemeen beschikbaar. Van Ewijk: ‘Daar komt verandering in want het bedrijf DGMR komt samen met KEMA binnenkort met een model waar je voor binnensteden met mobiele bronnen kunt rekenen. Dan is uit te rekenen of een project dat lokaal de situatie verslechtert over een groter gebied wellicht tot een verbetering van de luchtkwaliteit leidt.’
Dat speelde bijvoorbeeld bij de geplande omlegging van de N201 bij Aalsmeer. Becijferd werd dat de aanwonenden van de nieuwe rondweg er weliswaar op achteruit gaan, maar dat de bewoners in de stad erop vooruit gaan. Per saldo leidde dat tot minder gehinderden. ‘Een benadering die ook door de Raad van State werd onderschreven’, aldus André van Ewijk.
Bij parkeergarages kan het verleggen van de uitrit soms soelaas bieden. Of het overkappen van de uitrit en afzuigen van de vervuilde lucht, aldus Van Ewijk. In de praktijk is dat overigens nog niet toegepast. ‘Maar ik ken wel een parkeergarage waar vanwege de problemen met fijn stof een filterinstallatie is geïnstalleerd. De uitgaande lucht is nu schoner dan de instromende lucht.’
Reactie plaatsen •