Counter Balance, waakhond voor de EIB

dinsdag 4 juni 2024

Counter Balance is een Europees netwerk van NGO’s die campagne voeren rond publieke investeringen. Historisch gezien is hun grootste ‘target’ de EIB, de European Investment Bank. Counter Balance-directeur Frank Vanaerschot vertelt.

Vanaerschot is politiek wetenschapper en heeft ruime ervaring bij andere NGO’s. Zo werkte hij bij Fairfin aan de Belgische Bankwijzer, een screening die aangeeft hoe ethisch een bank handelt.

“Het is relatief logisch dat veel mensen de EIB niet kennen”, zegt Vanaerschot. “Het is geen typische bank zoals we die ons voorstellen. Je kunt er niet als individu een rekening openen. Het is echt een investeringsbank met een relatief lage zichtbaarheid. De bank zit in Luxemburg en financiert sinds 1958 allerhande grensoverschrijdende projecten. De EIB is eigendom van alle EU-lidstaten.”

Beleid financieel ondersteunen

“De bank investeert in van alles, voornamelijk binnen de EU maar ook daarbuiten”, vervolgt Vanaerschot. “Het doel van de bank is om het Europese beleid financieel te ondersteunen door haar investeringen. Veel investeringen zijn in infrastructuur, transport, energie, technologie, innovatie en een klein deel in landbouw. De bedoeling is dat dit geheel aan investeringen bijdraagt aan het beleid van de EU.”

Om de groene doelstellingen van de EU te ondersteunen is het van belang dat de EIB zich ook richt op duurzame investeringen. “Sinds 2019 investeert de EIB in principe niet meer in ‘fossiele’ projecten. Daarmee heeft de EIB een belangrijke rol in de klimaattransitie.”

Niet alleen goed nieuws

Goed nieuws, zou je denken. Toch ligt het wat gecompliceerder. “De EIB mag bijvoorbeeld wel in luchthavens investeren als het de duurzaamheid van die luchthavens verbetert. Zo is er sinds 2022, 29 miljard euro geïnvesteerd in transport in het algemeen; 4,6 miljard daarvan was in wegen, 600 miljoen in luchthavens. Nu heeft de EIB nooit gezegd dat ze zouden stoppen met investeren in weginfra, maar de investeringen zijn wél zo ingericht dat er wordt uitgegaan wordt van een stijging van wegverkeer. Dat is wat de EIB betreft ‘nicht im frage’, terwijl het transport één van de grote pijnpunten is in de klimaattransitie. Het is een sector waar de uitstoot nog stijgt.”

Gevoelige dossiers

En er zijn meer specifieke gevoelige dossiers, stelt Vanaerschot. “Bijvoorbeeld een project in Bosnië, waar een project loopt voor de aanleg van een snelweg vlakbij beschermde natuur en dichtbij groepen mensen die daar, vanwege de oorlogen in dat land een speciale status genieten. Veel issues die bij de EIB spelen komen daar bij elkaar: het project is niet duurzaam, het officiële klachtenmechanisme is niet zo onafhankelijk en hoewel het duidelijk is dat de lokale bevolking andere noden heeft en zich verzet tegen dit project, is dat geen doorslaggevend argument tegen investeringen.”

De hoeveelheid weginfrastructuur die de EIB financiert is dus een pijnpunt. “Wij zijn er volledig voorstander van dat de EIB een soort klimaatbank moet worden en het was goed nieuws dat ze zouden stoppen met fossiele investeringen, maar het is dus nog niet alleen goed nieuws. De EIB moet anders kijken naar de klimaatstrategie. Dat geldt niet alleen voor de EIB, maar voor de hele EU. Er wordt nog te veel met een traditionele economische blik naar de Green Deal gekeken. En te weinig naar het investeren in projecten die milieuvriendelijk en sociaal zijn, zoals het herorganiseren van de openbare ruimte waardoor basisdiensten op korte afstand beschikbaar zijn en het opschalen van elektrisch openbaar vervoer dat voor iedereen toegankelijk is. Dit zou het toelaten om meer auto’s van de weg te halen en toch in toegang tot mobiliteit te voorzien.”

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief