Containervervoer over water aantrekkelijker maken

De actuele reisinformatie op het water is nog niet zo uitgebreid als op de weg. Daar moet met de Dynamische Verkeersinformatiedienst Containervervoer (DVC) een eind aan komen, zodat containervervoer over water concurrerender wordt.

Een groot deel van de binnenvaartschepen in Europa is al uitgerust met een AIS (Automatic Identification System) transponder, waarmee de scheepsnaam, bestemming en eventuele ladingsgegevens kunnen worden doorgegeven.

Frans Tillema, senior Consultant ITS bij Rapp Trans NL en projectleider van DVC: ‘Dit levert in potentie een grote schat aan floating vessel data (FVD) op. Wanneer ook de AIS-infrastructuur op de wal fijnmaziger wordt, is het mogelijk een nog beter beeld te krijgen van de stand van zaken op het vaarnetwerk. Op basis van actuele en de historische data van 3500 (AIS) schepen, is het mogelijk om een verkeersinformatiedienst te bouwen die de gehele logistieke keten voorziet van actuele informatie en voorspellingen.

DVC is ontwikkeld door een consortium, samengesteld uit kennis van de weg (Rapp Trans NL, Adapticon) en expertise op het water (Periskal). Tillema vergelijkt DVC met Buienradar: ‘Je kunt het KNMI bellen voor weersvoorspellingen maar het is handiger om via een webapplicatie in een oogopslag de informatie te krijgen. Op DVC zie je de actuele en verwachte vaartijd per segment, wachttijd bij sluizen en bruggen, beschikbaarheid van aanlegmogelijkheden en aanbevolen actuele vaarsnelheid, rekening houdend met de beschikbaarheid en congestie bij objecten.’ Daarmee wordt het ook een belangrijk instrument voor terminaloperators en reders.

Ook het wegverkeer profiteert. Tillema: ‘Wanneer we op het water goed in staat zijn voorspellingen te doen voor bijvoorbeeld aankomsttijden bij bruggen, kan een optimalisatie plaatsvinden. Dat betekent de juiste brugopening voor de scheepvaart, gecombineerd met een minimum aan overlast voor het wegverkeer.’

Vanaf de zomer testen drie terminals en 20 schepen DVC op de trajecten Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen en Rotterdam-Mannheim. De resultaten van de praktijkproef worden eind 2012/begin 2013 verwacht.

 
Auteur: Joske van Lith