Complexe aanbestedingsvragen vragen juridisch advies
Van de 95 aanbestedingsvragen die het AdviesCentrum Aanbestedingen Grond-, Weg- en Waterbouw (ACA GWW) in 2016 kreeg was 90% zó complex, dat het door een jurist beoordeeld moest worden. In 2015 was dat nog 75%.“Inschrijvers benaderen ons met vragen waarbij je steeds meer ziet dat de aanbestedende dienst al heeft voorzien dat haar leidraad of eisen tot discussie gaat leiden”, vertelt ACA-voorzitter Gert Peek.
Volgens Peek zijn voorbeelden van zulke complexe vraagstukken bij MKB-bedrijven: ondeugdelijke motiveringen, het clusteren van werkzaamheden en het verschuiven van risico’s. “Bij een rammelende of simpelweg ondeugdelijke motivering wordt aan de bel getrokken bij ACA. Probleem is dat de aanbestedende dienst welbewust een keuze gemaakt heeft, en daar veelal niet vanaf wil wijken.”
Frustratie
ACA ziet een aantal vaker terugkerende onderwerpen die MKB-bedrijven frustreren , zoals het (bewust) proberen te ontduiken van aanbestedingsregels in het voordeel van grote bedrijven. Ook constateert de vraagbaak dat er meer vragen binnen komen die betrekking hebben op de fase na de precontractuele fase. “Dat zijn dan inschrijvers met vragen over hun individuele inschrijving”, aldus Peek.
Geen individueel belang
Zulke inschrijvers menen dat de beoordeling van kwaliteitsdocumenten niet deugt, men vindt dat de inschrijving ten onrechte ongeldig is verklaard of dat de gunning ten onrechte naar een concurrerend bedrijf is gegaan. “Op dergelijke vragen ná aanbesteding kan ACA op basis van haar statuten echter geen antwoord geven, omdat die vragen gaan over individuele belangen. ACA beantwoordt alleen vragen die zien op de fase vóór aanbesteding en betrekking hebben op het algemeen belang”, meldt de ACA-voorzitter.
Reactie plaatsen •