Commissie Stedelijke Distributie dwingt regionale venstertijden af

Een nieuwe commissie Stedelijke Distributie gaat knopen doorhakken als gemeenten, vervoerders en detailhandel het niet eens worden over regionale regels voor de bevoorrading van winkels, de zogenaamde venstertijden. Geld en waardetransporten moeten daarvoor een algehele vrijstelling krijgen. Dat adviseert de commissie Lemstra. Minister Peijs wil deze afspraken verankeren in de Nota Mobiliteit.

Minister Peijs wil dat er snel regionale vervoersafspraken worden gemaakt over de stedelijke winkelbevoorrading omdat de bereikbaarheid van de stedelijke centra steeds verder verslechtert. Vervoerders en detaillisten raken steeds vaker en dieper verstrikt in tegenstrijdige regelgeving op het gebied van venstertijden en laden en lossen. Bovendien mijden consumenten de winkelcentra in binnensteden steeds vaker, zo blijkt uit recente metingen van passantenaantallen door onderzoeksbureau Locatus.( Groningen telt al een kleine 200.000 bezoekers minder per week dan twee jaar geleden, Rotterdam 150.000 , Utrecht 100.000 en Amsterdam 40.000). Ook gaan winkels ’s ochtends steeds later open waardoor de bevoorradingstijd binnen de venstertijden nog eens afneemt. De vervoerdersorganisaties Transport en Logistiek Nederland (TLN), Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de verladersorganisatie EVO en het Platform Detailhandel.nl zijn het in grote lijnen eens met het advies van Lemstra. In de regio’s Groningen en Utrecht worden de eerste proefprojecten voorbereid om te komen tot regionale venstertijden. Daar moet het volgens Frank Steijn van TLN naar toe. ‘Het is te gek dat vervoerders nu te maken hebben met verschillende regels van wel 200 gemeenten. Een vervoerder, bijvoorbeeld een verhuizer, die een incidentele vrijstelling aanvraagt en ontvangt voor Groningen, moet diezelfde aanvraag opnieuw indienen in Leeuwarden , Zwolle en Assen. Dat moet regionaal kunnen worden geregeld’, aldus Steijn. ‘Bovendien moet in zo’n overleg tussen gemeenten, vervoerders en detailhandel ook de producent van winkelgoederen worden betrokken. Te vaak worden vervoersafspraken gemaakt tussen detaillist en leveranciers. De vervoerder moet vervolgens maar zien hoe hij dat rijmt met de afzonderlijke gemeentelijke bepalingen. In de praktijk leidt dit tot toenemende problemen.’ Regio’s waar het publieke en private partijen niet lukt tot gezamenlijk afspraken te komen, krijgen in de toekomst te maken met een arbitrage-uitspraak door de nog in te stellen Commissie Stedelijke Distributie waarvan Lemstra beoogd voorzitter is.