Column: Spoedwet tegen energieverspilling
Ruud Koornstra, directeur Tendris Holding
Als ondernemer houd ik me altijd aan de ongeschreven vuistregel om discussies in het politieke domein te mijden. Maar, in deze tijd waarin de ene crisis de ander opvolgt, de wereld toe is aan revolutionaire veranderingen en er hard wordt gewerkt aan een nieuw kabinet waar bezuinigingen hoog op de agenda staan, maak ik nu een uitzondering.
20 procent van de elektriciteit in de wereld gaat naar verlichting, en nog niet eens naar licht. Het leeuwendeel van de energie bij conventionele verlichting wordt, tot wel 95 procent, omgezet in vaak nutteloze warmte. Niet alleen thuis en op kantoor maar ook langs wegen is de energieverspilling dan ook groot.
Een effectief en duurzaam alternatief hiervoor ligt nu voorhanden met de nieuwste generatie ledlampen. Maar, hoe pas je een nieuwe technologie toe in een markt vol gevestigde belangen en ouderwetse voorschriften en regels, zoals het meten van licht gebaseerd op een lamp die stamt uit eind 1800? Wij vechten – vaak samen met collega’s en in de Taskforce Verlichting van het ministerie van VROM – al enige tijd tegen deze conservatieve krachten en verlammende bureaucratie.
Uit angst voor verandering wordt er van alles bedacht en ook verwarring gezaaid om een energiezuinige en duurzame verandering te voorkomen. Daarom lanceer ik het volgende idee voor ons nieuwe kabinet: maak een spoedwet tegen energieverspilling en begin daar als overheid meteen zelf mee met openbare verlichting. Kern van deze spoedwet is: energie intelligent inzetten, veel geld besparen, minder CO2 produceren, veiligheid en comfort verbeteren en het milieu niet onnodig belasten.
Voor de openbare verlichting in wijken, in tunnels en langs wegen in Nederland betekent dat jaarlijks miljoenen euro’s besparing. Dit is zeker geen utopie want de afgelopen jaren hebben we de tegenwerking getrotseerd en al op meer dan 300 verschillende locaties in Nederland – maar ook ver daarbuiten – al nieuwe openbare verlichting met succes uitgerold. De ervaring leert dat toepassing in woonwijken, tunnels, militaire terreinen, parkeerplaatsen, bij stations, vliegvelden en op doorgaande wegen alleen maar voordelen oplevert. 80 procent besparing is eerder regel dan uitzondering. Bovendien gaat led circa 35 keer langer mee dan gloeilampen en zo’n zes keer langer dan spaarlampen. En ze bevatten geen kwik.
Vorige week was ik aanwezig bij een presentatie van mijn Innolumis-collega Han van der Steen die een wetenschappelijke verhandeling hield over ledverlichting. Hoewel zijn verhaal voor mij soms iets te technisch was, heb ik er toch nog nieuwe voordelen in ontdekt. Zo kan met leds vrijwel elke mix van kleuren worden gemaakt. Van éénkleurig licht tot en met wit licht. Leds geven vrijheid aan het lichtspectrum; de kleuren waarmee het licht is opgebouwd.
Kijk, dat is pas echt interessant, want onze visuele waarneming, wat wij zien, is afhankelijk van die kleuren. Al sinds de 19e eeuw weten we dat mensen ’s avonds en ’s nachts bij een laag lichtniveau, veel gevoeliger zijn voor groen-blauw licht, dan voor geel en rood licht. En dat je bij rood licht veel scherper kan zien dan bij blauw licht. Blauwe reclameborden lezen lastiger dan rode. Deze effecten kunnen we nu effectief in praktijk brengen, aldus Han. ‘We hoeven licht niet langer naar een kleur toe te filteren, maar gewoon licht met een kleur maken. Dus, lampen maken met bijvoorbeeld groen, rood en een beetje blauw. Wit licht is allerlei kleuren bij elkaar, maar we kunnen wat kleuren weglaten en zien net zo goed of zelfs beter.’
‘Maar de huidige lampen langs de snelwegen zijn toch vaak geel?’, vroeg ik schoorvoetend. ‘Klopt!’, zei hij, ‘die zijn ook niet effectief. Geel is een goede kleur voor overdag maar niet bij schemer. Verder moeten die gele natriumlampen elke drie tot vier jaar worden vervangen en naar het chemisch afval worden gebracht, net als kwikhoudende spaarlampen. Zo’n gele natriumlamp vervangen door een ledlamp die 20 jaar mee gaat, verdient zich dus gemiddeld al in 4 jaar terug. De investering waard en financieringsvormen te over’, zei hij met een glimlach.
Nog een vrij vertaald voordeel is het efficiënt kunnen regelen van het lichtniveau: dimmen. Als je thuis een gloeilamp tot de helft van het lichtniveau dimt, heb je nog steeds meer dan driekwart van de energie nodig. Bij spaarlampen is dat niet veel beter. Met leds heb je de helft van de energie nodig, als je de helft van het licht wilt hebben. Het is lineair. Dus, naast de basisenergiebesparing en minder onderhoud, kunnen we nog extra besparen met uitgekiende lichtspectra en door dynamisch dimmen: het licht aan als het druk is of regent, maar verder kan het wat minder of misschien wel helemaal uit.
Om snelheid te maken met dit besparingspotentieel moeten we in mijn ogen dus vooral geen oude wetten en richtlijnen langzaam aanpassen, maar vanaf vandaag het doel centraal stellen en nieuwe wetten maken.
Het stenen tijdperk is ook niet gestopt omdat er geen steen meer was maar omdat er wat nieuws kwam.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •