Column: Digitaal denken
Eindelijk, het is zover. De Wet Kilometerprijs is openbaar gemaakt en naar de Kamer gestuurd. Hoera!?
We schrijven ongeveer tien jaar na het verschijnen van de plannen rond rekeningrijden. Weet u het nog? Het plan waarin de files werden bestreden met een cordon van tolpoortjes rond de grote steden. Een plan dat, ons inziens, terecht en in rap tempo van tafel verdween. Het belangrijkste argument daarvoor was dat er extra betaald moest gaan worden. Bovenop de toch al zo hoge autobelastingen in Nederland. Bovendien was van flankerend beleid nog geen sprake en werden maatschappelijke organisaties pas om 5 voor
Massaal werd er voor deze eer bedankt. De ANWB speelde een belangrijke rol in het afwijzen van het voorstel. Leden vroegen massaal te voorkomen dat dít niet zou gebeuren. Jammer is dat je op zo’n moment ook digitaal invulling geeft aan je standpunt. Ook al heb je een genuanceerde mening, onder dergelijke omstandigheden lijkt het simpelweg: ‘als je niet uitgesproken tégen bent ben je vóór’.
Je zou het onhandige beleidsmarketing kunnen noemen. Immers, invoering van dergelijk complexe systemen vergt een groot aantal jaren. Meestal overschrijden dergelijke processen de politieke houdbaarheidsdatum van maximaal vier jaar. Steun van maatschappelijke organisaties is dan ook onontbeerlijk. Een gedeeld belang maakt de kans groter dat plannen kabinetsoverstijgend worden doorontwikkeld. Dus ook door een nieuwe politieke ploeg die niet zelden andere inzichten heeft.
Terug naar de kilometerprijs. Na het rekeningrijden zijn er dus tien jaar verstreken. Jaren waarin er door het ministerie hard is gewerkt aan een nieuw voorstel. Nu, overigens door gebruik te maken van het klankbord van maatschappelijke organisaties. Zij hebben gedurende die periode hun voorwaarden, ideeën en suggesties aan het ministerie aangeleverd om het ambtelijk apparaat in staat te stellen een zo goed mogelijke wet voor te bereiden. Onterecht wordt een dergelijke betrokkenheid bij de voorbereiding soms verward met draagvlak voor het eindresultaat. Voorbereiding en eindresultaat zijn per definitie niet dezelfde dingen. Iedereen die bouwstenen aanlevert wil immers eerst zien hoe die zijn gebruikt, en of het huis dat ervan is gebouwd ook inderdaad voldoende leefbaar is. De oplevering van dít nieuwe huis wordt door veel partijen geïnspecteerd, ook door de ANWB.
Ik schrijf deze column een week na de persconferentie waarin de wet openbaar werd gemaakt. Voor degenen die bij het onderwerp betrokken zijn, een turbulente week. Veel reacties in, maar ook ván de media. Dat laatste is, afgezien van de gebruikelijke ‘hoofdredactionelen’, een nieuwe ontwikkeling. Waar blijft de objectieve informatievoorziening als grote dagbladen zélf campagne gaan voeren? En welk doel dienen ze daarmee? Maar dat terzijde.
Uiteindelijk gaat het om de reacties van burgers, automobilisten. Hun draagvlak is essentieel, want deze wet vraagt hén immers om hún gedrag aan te passen. En dan is het wel zo handig als deze mensen tenminste goed begrijpen wat de bedoeling van de wet is en er de redelijkheid van inzien.
Aan het eind van de eerste week is er een stroom van reacties op gang gekomen. De meeste daarvan zijn kritisch tot sterk afwijzend. Geen goed begin, zo lijkt het. Maar laten we ook niet vergeten dat burgers in de afgelopen tien jaar niet dagelijks betrokken zijn bij het ontwikkelen van de plannen. En dan is er, ineens, op een mooie vrijdagmiddag een minister die zijn plannen met charme ontvouwt en stellig beweert dat iedereen er baat bij heeft dat het nieuwe systeem van kilometerbeprijzing er komt. Wetende dat er bij de gemiddelde burger een meer dan gezond wantrouwen jegens de overheid bestaat, is een kritische grondhouding voorspelbaar. Bovendien betreft het een complex systeem met satellieten, kastjes, inningsbureau’s, gedragseffecten en nog veel ontbrekende informatie zoals bijvoorbeeld het spitstarief. Al die vragen en onbekendheid leiden tot de voorspelbare en zeer begrijpelijke reactie: ‘Ik wil dit niet!’
Helaas wakkert de hijgerige houding van de media dit vuurtje nog eens aan. Want, daags na het verschijnen van de wet worden we al geacht er wat van te vinden. Niet alleen de automobilist, maar ook organisaties als de ANWB. De media zijn op jacht naar nieuws en dus zúllen we er wat van vinden, en wel nu, terstond! Vindt u de wet goed of fout? Ruimte voor nuance is óók hier niet aanwezig. Het is ja of nee, zwart of wit, aan of uit.
Een wet waaraan tien jaar lang is gesleuteld laat zich echter niet in dag of een week beoordelen. Dat zou geen recht doen aan de professionele inspanning van degenen die eraan hebben gewerkt. Bovendien is de besluitvorming over deze wet níet digitaal. Wij, binnen de ANWB, willen dan ook de tijd nemen om zorgvuldig naar de wet te kijken en onze leden te raadplegen. Beoordelen of het bouwsel, waarvoor we suggesties hebben aangedragen, een leefbaar huis is geworden; om die beeldspraak nog maar even terug te halen. Daarbij zoeken we vooral naar de nuance, de kleuren tussen zwart en wit. We proberen onze achterban goed te informeren, maar tegelijkertijd staan we open voor hun mening omdat die helpt de wet te toetsen op juist die aspecten die voor hen belangrijk zijn.
Ik geef daarvan alvast een klein voorproefje. Privacy. Als we de wet lezen, zien we dat dit punt zorgvuldig wordt behandeld. Er is alles aan gedaan om die privacy optimaal te beschermen. Geen reden tot zorg dus? Theoretisch / technisch niet. Toch is er wel degelijk ongerustheid onder onze leden. Hoewel velen van hen dagelijks te volgen zijn door hun mobiele telefoon en betalingen met de pinpas, ervaren zij dit nieuwe systeem tóch als een inbreuk op de privacy. Ondanks de garanties in de wet. Misschien omdat je er niet vrijwillig voor kan kiezen, zoals voor het mobieltje of de pinbetaling? En is dat terecht? Zouden mensen er anders over denken als het hen duidelijk is hoe het systeem werkt en welke garanties er zijn ter bescherming van de privacy? U mag het zeggen.
Mij is in ieder geval duidelijk dat we deze, en andere inhoudelijke afwegingen en meningen van onze leden niet op een achternamiddag op een rijtje krijgen. Wij kunnen ons dus ook niet laten dwingen tot een digitale stellingname. Op ons ‘ja’ of ‘nee’ als totaaloordeel over deze wet zult u dus nog even moeten wachten.
Ik hoop dat u begrijpt waarom.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •