Bussen en trams staan vier keer langer stil

In de huidige tijd, waarin we 1.5 meter afstand moeten houden, staan bussen en trams vier keer langer stil om reizigers te laten in- en uitstappen. Dat vertelt Geert-Jan Wolters, adviseur verkeersmanagement bij Goudappel Coffeng.

Door loopstromen te scheiden, kan die halteringstijd verkleind worden. “Maar zelfs dán zal de halteertijd nog steeds fors toenemen ten opzichte van het ‘oude normaal’”.

Het mobiliteitsadviesbureau deed een loopstromenonderzoek en maakte daarbij gebruik van Pedestrian Dynamics. Hieruit blijkt dat de halteertijd van bussen en trams in ‘het nieuwe normaal’ verviervoudigd.

Bij een relatief rustige halte met enkele in- en uitstappers verdubbelt de benodigde halteertijd al snel. Deze neemt snel toe als ook het aantal in- en uitstappers toeneemt en kan oplopen tot een toename van meer dan 300 procent.

Van dertig seconden naar meer dan twee minuten

Wolters: “In de praktijk betekent dit dat het gaat om een verhoging van bijvoorbeeld dertig seconden naar meer dan twee minuten. Behalve dat de reistijd toeneemt, zullen voertuigen niet in staat zijn om de dienstregeling volgens planning uit te voeren. Daarom kun je – om de halteertijd te reduceren – denken aan het scheiden van de stromen van de in- en uitstappende reizigers.”