Brussel pakt autoverkeer aan met snelle bus en tram

Met een streng sanctiebeleid en een budget van 25 miljoen euro per jaar wil het stadsgewest Brussel in vier jaar tijd 90 procent van de trams en 40 procent van de bussen op een vrije baan laten rijden. Bussen en trams moeten in 2010 als het aan de Brusselse regering ligt niet langer worden gehinderd door het overige verkeer. Met deze ov-injectie wil Brussel het toenemend autoverkeer in Brussel intomen.

Na enigszins teleurstellende resultaten van een voorafgaand vijfjarig project om de reissnelheid van het Brusselse openbaar vervoer op te voeren, komt de Brusselse regering nu met een nieuw plan van aanpak dat met name de 19 Brusselse gemeenten onder druk zet om mee te werken aan de ontwikkeling van vrije bus- en trambanen. Regeringswoordvoerster Christine Leonard legt uit dat gemeenten die in de voorafgaande jaren omwille van klachten van bewoners afzagen van verkeersmaatregelen om bussen en trams voorrang te geven in het verkeer, nu kunnen rekenen op stopzetting van hun subsidie voor hun totale gemeentelijke mobiliteitsplan. Dat wil zeggen dat zij daarmee ook geen geld meer krijgen voor bijvoorbeeld fietsprogramma’s of maatregelen voor het overige verkeer. Uit de resultaten van het voorgaande Brusselse ov-project bleek namelijk dat de doelstellingen met name niet werden gehaald doordat sommige gemeenten afzagen van medewerking. De beoogde reissnelheid van alle tram- en buslijnen werd daardoor slechts op onderdelen van trajecten bereikt. De Brusselse regering doet er nu een schepje bovenop, want het autoverkeer in Brussel moét omlaag, aldus Leonard. Niet alleen blijkt uit de jongste cijfers dat de Brusselaar zelf vaker de auto neemt, ook noemt Leonard het concrete mobiliteitsprobleem in een straal van 13 kilometer rond de stad. ‘In deze regionale ring zijn eigenlijk geen goede openbaarvervoeralternatieven voor de auto’. Uit deze regio komen dan ook de meeste van de 316.000 forenzen die per dag met de auto naar Brussel rijden. ‘In het nieuwe programma gaan we nu lijn voor lijn aanpakken vanaf de stadsrand, met goede overstappunten, naar het centrum.’ Daarmee verwacht de Brusselse regering ook de automobilisten uit de omliggende regio tot het openbaar vervoer te kunnen verleiden. Door de aanleg van vrije bus- en trambanen en voorrang bij verkeerslichten wil Brussel de reissnelheid van het ov opvoeren van 17 naar 20 km/uur op de hoofdassen. Daarvoor worden 250 knelpunten in het openbaarvervoernet aangepakt. In de huidige situatie rijdt 63 procent van het tramnet op een vrije baan en nog slechts 9 procent van het busnet. Naast aanpassingen in de infrastructuur zal de Brusselse vervoermaatschappij MIVB ook het materieel voorzien van systemen om verkeerslichten te beïnvloeden.