Bespaar energie en CO2 door elektrificatie wegverkeer

5 à 6 miljoen personenauto's kunnen in Nederland op stroom rijden, zonder dat er ook maar één MegaWatt extra aan elektrisch vermogen hoeft te worden opgesteld. Alle Nederlandse stroomcentrales kunnen die extra stroomvraag aan en zullen daarmee ook nog eens efficiënter kunnen draaien. Bovendien: al die elektrische auto's samen kunnen een prima wegbereider zijn voor verdere toepassing van wind- en zonne-energie. Dat meent programmamanager Chris Hellinga van NODE, het Nederlands Onderzoeksplatform Duurzame Energievoorziening.

Eerder brak Hellinga een lans voor elektrificatie van het wegverkeer. Tevens is hij betrokken bij Dutch Incert, waarin de universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente samen werken met maatschappelijke organisaties als Natuur en Milieu. Geëlektrificeerd wegverkeer spaart per saldo energie en C02, zo stellen de initiatiefnemers. Dat geldt zelfs als die extra stroomvraag voor rijdend Nederland in de centrales met extra inzet van fossiele energie-dragers gedekt zou worden. Reden: elektromotoren voor voertuigaandrijving zijn zóveel zuiniger met energie dat de extra verbranding van aardgas en aardolie door de stroomcentrales en de daarmee gepaard gaande C02-emissie op straat royaal worden terugverdiend. De verbrandingsmotor mag 125 jaar na dato geperfectioneerd heten maar zijn rendement blijft lachwekkend laag, aldus Hellinga. 'Van de energie in de tank komt zegge en schrijve 20 procent op straat. Als je de hele keten er bij betrekt, dus ook de energie voor winning, raffinage en distributie, komt er van de totale energie nog veel minder bij de wielen terecht. De percentages variëren dan van 7 tot 14 procent.'
De elektromotor springt veel slimmer met energie om. Niet 20 maar 80 procent komt ten goede aan de feitelijke aandrijving. Van de 22 GigaWatt aan opwekkingscapaciteit van de Nederlandse elektriciteitscentrales wordt gemiddeld slechts de helft afgenomen, aldus Hellinga. Uit het verschil kunnen, rekening houdend met onderhoudsperioden in de centrales, tussen de 5 en 6 miljoen elektrische auto's jaarlijks 15.000 kilometer rijden, rekent Hellinga voor.
Zijn taxatie is dat over 10, 15 jaar de helft van het kilometrage van nieuwe auto's op stroom gereden kan worden. Van de totale wegmobiliteit zou dan 10 à 20 procent op stroom verreden worden. 'Batterijen worden 10 procent per jaar goedkoper. Zelfs bij een accu-investering van pakweg 10.000 euro, kan dat bedrag in 5 à 10 jaar worden terugverdiend. Een gemiddelde auto heeft per km een stroombehoefte van 0,12 à 0,15 kWh. Dat komt neer op een brandstofcomponent in de kilometerprijs van 2 à 3 cent. Per jaar leidt dat voor een gemiddelde auto tot een besparing op de brandstofkosten van 1000 à 1200 euro', aldus Hellinga. Naast besparing-in-de-portemonnee, noemt Hellinga de maatschappelijke winst cruciaal. Alle auto-batterijen samen leveren een enorme buffercapaciteit op. Elektriciteit die nu door de wisselingen in de vraag verloren gaat, is dan opgeslagen in accu's.
Logistiek-facilitair moet daarvoor nog veel geregeld worden, erkent Hellinga, maar in beginsel wordt het mogelijk dat stilstaande auto's niet alleen elektriciteit 'tanken' maar ook aan het net terugleveren, bijvoorbeeld om pieken in de algemene stroombehoefte af te vlakken.