Arnhemse Vinex-wijk zet ‘buurtauto’ in

De Arnhemse nieuwbouwwijk Schuytgraaf zet een ‘buurtauto’ in als oplossing voor een voelbaar parkeer- en mobiliteitsprobleem. Deelautoverhuurder Wheel4all plaatst de ‘buurtauto’. Volgens Jan Borghuis van Greenwheels is het succes van de deelauto in Vinex-wijken nog niet bewezen.

De Arnhemse nieuwbouwwijk is één van de eerste Vinex-wijken in Nederland waar deelautoverhuurder Wheels4all een ‘buurtauto’ plaatst. Het gebruik van de auto vindt plaats volgens de gebruikelijk voorwaarden en abonnements- en gebruikstarieven van Wheels4all. Afwijkend is wel dat er een autobeheerster is waarbij de auto voor de deur geparkeerd staat.
Henry Mentink van Wheels4all legt uit dat zijn organisatie zich specifiek richt op het ‘buitengebied’, in tegenstelling tot de binnensteden waar deelauto’s frequenter zijn geplaatst. Met buitengebied worden buitenwijken, en steden en dorpen met minder dan 70.000 inwoners bedoeld. Voorbeeld van de laatste categorie waar ‘wielen voor iedereen’ beschikbaar zijn, zijn de gemeenten Zutphen, Houten, Doetinchem en Culemborg. De Kersentuin, een duurzaam en sociaal woonproject in Parkwijk, een buitenwijk in het Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn, was de eerste Vinex-wijk met een Wheel4all-deelauto.
Mentink: ‘Reden voor een toename van geplaatste deelauto’s in Vinex-wijken is dat daar, net als in de binnensteden, een tekort aan parkeerplaatsen voelbaar wordt.’ Hij wijst erop dat er inmiddels één miljoen tweede auto’s op de weg zijn en dat juist voor die groep de deelauto een goed alternatief biedt. Volgens Wheels4all zijn met name mensen die met hun (tweede) auto minder dan 10.000 kilometer per jaar rijden, in de regel beter uit met een buurtauto.
De buurtauto is één van diensten die het Infopunt Vervoer in de wijk Schuytgraaf biedt om het vervoer van mensen en materiaal te bevorderen en verbeteren. De gemeente Arnhem heeft het Vervoerscoördinatiecentrum VVC Oost gevraagd het Infopunt op poten te zetten.

Overheidssteun
‘De deelauto in buitenwijken is geen geheel nieuw fenomeen’, merkt Jan Borghuis, directeur van Greenwheels, een ander deelautoverhuurbedrijf, op. Hij vertelt dat Greenwheels acht jaar geleden begon met plaatsing van de eerste deelauto’s, onder meer in Vinex-wijken in Leidschendam, Amersfoort en Utrecht. Dit in nauw overleg met desbetreffende gemeenten. Soms succesvol, soms niet, aldus Borghuis. In de Amerfoortse wijk Vathorst werd na twee jaar de proef met de deelauto gestopt; vanwege onvoldoende deelgebruikers en door stopzetting van overheidssteun werd voortzetting niet rendabel geacht. Ook in Leidschendam concludeerde Greenwheels na twee jaar dat er onvoldoende deelgebruikers waren voor een kostendekkende exploitatie, zeker na vergeefse extra inspanningen om de deelauto onder de aandacht te brengen van de wijkbewoners. Wèl succesvol bleek de deelauto in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn; daar wordt de deelauto na vijf jaar nog steeds gebruikt.
Volgens Borghuis is het wisselende succes te toe te schrijven aan verschillende factoren, die samen de mate van autoafhankelijkheid bepalen: de levensfase van bewoners, de inrichting van de wijk, het voorzieningenniveau in de directe leefomgeving. Daarnaast zijn ook de wachttijd voor een parkeervergunning en het handhavingsbeleid van de gemeente volgens Borghuis belangrijke factoren.