ANWB start fundamentele heroriëntatie op stedelijk verkeer

‘Drukte op het fietspad is een zegen’, zegt Ferry Smith, manager Algemeen ledenbelang ANWB. ‘maar te weinig ruimte voor het (fiets)verkeer leidt tot allerlei ongemakken en zelfs onveiligheid. Het is daarom tijd voor een meer fundamentele heroriëntatie op binnenstedelijk verkeer. Meer ruimte voor slimme vervoermiddelen, een andere verdeling van beschikbare ruimte en een nieuwe blik op routering in de steden. Een opgave die zijn effectiviteit bewijst, wanneer het grootste deel van de bevolking zich heeft gesetteld in stedelijke omgeving.’

Enquête onder weggebruikers
Dit onderzoek naar zogenoemde ‘robuuste stedelijke routestructuren’ wordt uitgevoerd door een combinatie van adviesbureaus: Mobycon, Ben Immers Advies, Bart Egeter Advies en Awareness, en zal in de zomer van 2015 zijn  afgerond. Onderdeel is een uitgebreide enquête onder ANWB-leden: allereerst om te ontdekken in welke mate de leden de verkeersproblemen in de steden herkennen en wat ze ervan vinden, en in tweede instantie om hun mening te vragen over mogelijke oplossingen.

Nieuwe ontwerpmethodiek
De onderzoekers is gevraagd een ontwerpmethodiek te ontwikkelen voor robuuste stedelijke verkeersnetwerken die, afgestemd op ruimtelijke functies, de stad optimaal laat functioneren. En dat wil volgend de ANWB zeggen dat de ‘mobilist’ zich gemakkelijk, betrouwbaar en veilig kan verplaatsen en dat stedelijke functies voor hem goed bereikbaar zijn. En ook dat de ‘stadsgebruiker’ – die er woont, werkt, winkelt of uitgaat – een betere leefbaarheid krijgt, meer kwaliteit in de openbare ruimte en ook betere bereikbaarheid van functies. De ondernemingen, dienstverleners en andere voorzieningen ten slotte,  zijn gebaat bij de combinatie van betere bereikbaarheid en verblijfskwaliteit, wanneer het tot meer bezoek en omzet leidt.

Drie pilot-steden
Met de ontwerpmethodiek willen de ANWB en de onderzoekers de gemeente een handvat bieden voor stedelijke ontwikkeling, voor het beter benutten van de bestaande stad, voor grotere vitaliteit en aantrekkelijkheid, dus een betere stedelijke economie, aldus de onderzoekers. Het onderzoek richt zich op steden van 100.000 inwoners en meer. De bevindingen worden mee-ontwikkeld en getoetst in drie pilot-steden, die onderling verschillen in ‘krapte’ (historische stad versus naoorlogs), omvang (wat betreft inwoners, arbeidsplaatsen en oppervlakte) en structuur (één of meer kernen).