ANWB: oversteekplaatsen niet altijd goed zichtbaar
Voetgangersoversteekplaatsen zijn niet altijd goed zichtbaar. Dat concludeert de ANWB uit een steekproef onder voetgangersoversteekplaatsen in samenwerking met haar Europese zusterclubs.
De ANWB onderzocht in de afgelopen drie jaar meerdere voetgangersoversteekplaatsen in Europa, waaronder in drie Nederlandse steden. Daarbij is gekeken naar het ontwerp van de oversteekplaats, de zichtbaarheid voor weggebruikers en de toegankelijkheid voor gebruikers ervan, waaronder mindervaliden.
Uit de steekproef in Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen blijkt dat sommige voetgangersoversteekplaatsen zowel overdag als ’s nachts niet goed zichtbaar zijn. Hierdoor lopen overstekende voetgangers onnodig risico’s. De ANWB vindt dit zorgelijk en adviseert wegbeheerders om hier bij het ontwerp van oversteekplaatsen rekening mee te houden. Dit kan door duidelijkere borden wegmarkeringen aan te brengen en geen obstakels te plaatsen die het zicht voor aankomende voertuigen of overstekende voetgangers belemmeren. Ook kunnen daar waar noodzakelijk reflectiemiddelen rond de voetgangersoversteekplaats worden toegepast om deze meer te laten opvallen. Ook geregeld onderhoud is aan te bevelen.
Vanwege de lengte van sommige oversteekplaatsen adviseert de ANWB waar mogelijk halverwege een vluchtheuvel aan te brengen. Dit is veiliger voor voetgangers. Ook maakt een vluchtheuvel de oversteekplaats herkenbaarder voor naderend autoverkeer.
De toegankelijkheid voor mindervaliden laat in sommige gevallen te wensen over. Dit kan worden verbeterd door geleidelijnen en akoestische ondersteuning aan te brengen voor slechtzienden en slechthorenden. Brede opritten en voldoend grote vluchtheuvels voor rolstoelen, rollators en scootmobiels vergroten ook de bruikbaarheid voor degenen die bijvoorbeeld met een kinderwagen oversteken.
Auteur: Joske van Lith
Uit de test van de ANWB blijkt dat niet alle oversteekplaatsen even goed zichtbaar zijn
Reactie plaatsen •