Alternatieve pilletjes voor het virus rondweg (VK 4/2013)
Christiaan Kwantes, Goudappel Coffeng
Sebastian van Berkel, Academie van Bouwkunst Amsterdam, Must Stedebouw
Een samenvatting van dit artikel is verschenen in VK 4/2013 |
Elk dorp zijn eigen rondweg. Na een onstuitbare opkomst staan er nog tientallen provinciale en gemeentelijke rondwegen gepland. Het lijkt wel een virus. Erger nog, ze lijken allemaal op elkaar. In een onderzoek van de Amsterdamse Academie van Bouwkunst en Goudappel Coffeng is gezocht naar alternatieven. Want, die rondweg mag voor verkeerskundigen een pasklare oplossing zijn, stedenbouwkundig is het een gruwel.
Overzicht van bestaande en geplande rondwegen in Nederland
Stedenbouwkundig gezien zorgen rondwegen voor ontzieling van steden en dorpen. Gelijkvormigheid en blinde geluidswallen leiden tot desoriëntatie en verhullen de levendigheid van de stedelijke kern. Oude landschappelijke verbindingen tussen woonwijken en het buitengebied worden doorbroken. Economische en maatschappelijke dynamiek verschuift vanuit de kern naar die ‘saaie’ rondweg.
Verlies aan oriëntatie door traditioneel ontwerp van rondwegen in Nederland
Vanuit deze probleemstelling is gezocht naar een alternatieve benadering. Het Brabantse Veghel fungeerde als casestudy. Startpunt van het onderzoek waren dit keer niet alleen de verkeerskundig knelpunten, maar ook de verschillende doelgroepen.
Structuurkaart Veghel
Niet elk van die 15.000 (of meer) voertuigen die een gemiddelde rondweg moet kunnen verwerken, heeft immers dezelfde behoefte. Beroepsrijders hebben andere behoeften dan recreanten of forensen. In het onderzoek is voor deze drie doelgroepen rond Veghel apart een uitwerking gemaakt. Elke doelgroep kreeg een wensprofiel voor 'hun' weg. Vrachtverkeer vergt ruime en stevige infrastructuur. De voertuigcombinaties worden steeds groter, in de toekomst mogelijk met automatische geleiding zoals nu al in grote havengebieden gebruikelijk is. De infrastructuur mag niet worden stuk gereden. De bijbehorende materialisering is stevig en industrieel.
Uitwerking dwarsprofielen en netwerk vrachtverkeer
Recreanten waarderen juist wegen die 'meebewegen' met het landschap en met een vriendelijke materiaalkeuze. Hun rijsnelheid is laag. Het is zelfs niet erg om even in de berm te moeten wachten op een tegenligger.
Uitwerking dwarsprofielen en netwerk recreatief verkeer
De derde groep, de forensen, zoeken weer wel snelheid en betrouwbaarheid. Idealiter kunnen ze langs hun route nog even boodschappen doen, of hun kind van de crèche halen (ketenmobiliteit).
Uitwerking dwarsprofielen en netwerk forensen
Wie deze doelgroep-analyse op zich laat inwerken moet toch verbaasd zijn dat Verkeerskundig Nederland ‘een rondweg’ als het voor de handliggende ontwerp aanmerkt. Geldt ‘One size fits all’ ook voor infrastructuur?
In Veghel ontstond een alternatief ontwerp met aparte structuren per doelgroep die elkaar op - stedenbouwkundig - interessante plekken kruisen. De ontvlechte structuren versterken elkaar. Het plan bestaat uit het maken van doorsteken door bedrijventerreinen in de dorpskern zelf, het completeren van het recreatieve netwerk en het investeren in de aantrekkelijkheid van stadsstraten (Shared Space of langzaamrijdengaatsneller-concepten).
Voor na vrachtverkeer
Voor na forensen
Voor na recreanten
In feite past de nieuwe benadering volledig bij de toenemende erkenning dat (binnen)steden steeds belangrijker worden voor een een vitale economie en leefomgeving. Anders dan vroeger, zoeken bedrijven en inwoners steeds meer de ruimtelijk-economische dynamiek van de (binnen)stad op. Er is behoefte aan (binnen)steden die bereikbaar èn aantrekkelijk zijn. Dit vraagt een nieuwe invalshoek in het mobiliteitsbeleid. De nieuwe invalshoek zien we nu al terug in actuele mobiliteitsvisies voor bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam of Utrecht. De uitdaging nu is om dit gedachtengoed ook op andere schaal in de praktijk te gaan brengen. Historische kernen zijn immers het goud van Nederland. Het Veghelse ontwerp bewijst dat het kan.
Spreiding van financiering
Een bijkomend praktisch voordeel van de nieuwe benadering is dat deze aangenaam aansluit bij de huidige tijden van budgettaire krapte. Een rondweg aanleggen kost veel geld, met zijn nieuwe knooppunten en kunstwerken. Het alternatief kost ook geld. Maar waar het bij een rondweg gaat om een grote investering ineens, bestaat de alternatieve aanpak uit een verzameling kleine en middelgrote maatregelen. Dat biedt de mogelijkheid tot spreiding en dus een lagere financieringsbehoefte en meer flexibiliteit en bijstuurmogelijkheden. Bovendien zal deze aanpak leiden tot meer waardecreatie in de kern.
De nieuwe benadering vergt weliswaar enige lenigheid in het omgaan met verkeersrichtlijnen, maar stimuleert daarentegen de creatieve wisselwerking tussen stedenbouwers, ruimtelijke ordenaars en verkeerskundigen over ‘het grotere plaatje’. Dat is al pure winst. En er komt ongetwijfeld vaker iets mooiers uit dan zo’n Rondweg. Daar zijn er nu echt genoeg van in Nederland.
Waar de netwerken voor verschillende doelgroepen elkaar ontmoeten, ontstaan interessante plekken
Hier vindt u het rapport Stadsbewegingen: stadsontwikkeling met mobiliteitsmotieven
Reactie plaatsen •