‘Alles wat op wielen rijdt’ onder één dak

vrijdag 25 april 2025

Fries Heinis is directeur van RAI Vereniging en fungeert als schakel naar het hoofdbestuur en algemeen voorzitter Frits van Bruggen. RAI Vereniging behartigt de belangen van fabrikanten en importeurs van onder meer personenauto’s, vrachtauto’s, aanhangwagens, opleggers, carrosserieën, motoren, scooters, brommers, e-bikes en fietsen. Ook leveranciers van onderdelen en garage-uitrusting zijn aangesloten.

Zo is de volledige keten van “alles wat op wielen rijdt” vertegenwoordigd: van ontwikkeling, productie en verkoop tot reparatie, onderhoud, revisie, hergebruik en recycling. De vereniging werd opgericht in 1893, telt inmiddels ruim 700 leden en draagt sinds 2019 het predicaat ‘Koninklijk’.

Van kruispuntontwerper naar mobiliteitsarchitect

De rol van de verkeerskundige verandert snel. Het klassieke beeld van iemand die kruispunten 
ontwerpt en verkeersstromen analyseert, is achterhaald. De opkomst van digitalisering, data en nieuwe vervoersvormen vraagt om een strategischere rol. Hoe kijkt de RAI Vereniging daar tegenaan?

Mobiliteitsarchitecten

“Mobiliteit staat aan de vooravond van een ingrijpende transitie,” stelt Heinis. “Waar verkeerskunde vroeger draaide om optimalisatie van infrastructuur en doorstroming, is nu een bredere blik nodig. We zien dat verkeerskundigen zich ontwikkelen tot mobiliteitsarchitecten, die werken met real-time verkeersdata en meer AI. De komst van elektrische en autonome voertuigen, deelmobiliteit en een veranderende stadsinrichting vraagt om een andere manier van denken en handelen.”

Regisseur van mobiliteit, technologie en gedrag

“De verkeerskundige van de toekomst is dus niet alleen specialist in wegen en verkeersstromen, maar veel meer een regisseur van mobiliteit. Iemand die schakelt tussen technologie, duurzaamheid en gedragsverandering.” 

Samenwerking en toekomstgericht denken zijn essentieel 

Een grote uitdaging voor de toekomst is hoe we mobiliteit schoner, efficiënter, veiliger, toegankelijker, en betaalbaar houden, vervolgt Heinis. “Dat vereist fundamentele keuzes in stedelijke ontwikkeling en infrastructuur. De verkeerskundige zal steeds vaker samenwerken met stedenbouwkundigen, datawetenschappers en techbedrijven om oplossingen te ontwikkelen die verdergaan dan asfalt en verkeerslichten.” Heinis noemt verkeersmanagement op basis van AI, optimaal gebruik van deelmobiliteit en stimulering van actieve vormen zoals fietsen en lopen. “Maar ook scooters en motoren mogen we daarbij niet vergeten”, benadrukt hij.

Lokale keuzes hebben grote impact op mobiliteit

Volgens Heinis is het belangrijk dat de visie op logistieke verkeersstromen wordt geïntegreerd in de omgevingsvisie van lokale overheden. “Stel je een zero-emissiezone in, dan veranderen de logistieke stromen. En er ontstaan andere wensen: denk aan compactere voertuigen en de noodzaak voor lokale hubs. Daarmee moet je bij de inrichting van de schaarse ruimte al rekening houden.” Bereikbaarheid en verkeersveiligheid spelen hierin dus een belangrijke rol. “De mobiliteitsruimte moet flexibel ingericht kunnen worden, zodat deze zich zonder hoge infrastructurele kosten kan aanpassen aan toekomstige eisen.”

Kritische blik

“We moeten problemen in de ruimtelijke inrichting niet altijd met de middelen van vandaag proberen op te lossen, maar juist met die van de toekomst,” besluit Heinis. “En daar hoort ook een kritische blik op mobiliteitscategorieën bij. Hoort een speed pedelec bijvoorbeeld nog wel thuis op het fietspad?”

(Proef)abonnees ontvangen toegang tot de digitale versie van dit dossier en eerdere dossiers.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief