60 km-evaluatie: nog veel verkeersdoden te sparen op plattelandswegen

Plattelandswegen moeten op veel grotere schaal getransformeerd worden tot 60 km-zones. Dat is volgens de Unie van Waterschappen de les uit de eindrapportage van de projecten die zij op dit gebied tot nu toe zelf heeft ondernomen. Gemeenten zouden voor erftoegangswegen buiten de bebouwde kom het estafettestokje moeten overnemen. Daar is voor hetzelfde geld meer verkeersveiligheid te 'halen' dan binnen de bebouwde kom.

Dat is de overtuiging van Marcel de Ruijter, projectleider bij de UvW voor onderzoek van de veiligheid op 60 km-zones. De effecten van de maatregel zijn onder de loep genomen door VIA-Advies uit Vught. Gemeten over vier jaar daalde op onderzochte waterschapswegen het aantal doden/gewonden met 27 procent. Royaal meer dan de 10 à 20 procent die SWOV vooraf raamde en uiteindelijk ook nog meer dan de 25 procent die bij een tussenbalans uit de bus kwam.
Nederland telt buiten de bebouwde kom 45.000 km erftoegangswegen. Hiervan bezitten waterschappen in de 'Hollanden' en Zeeland er rond 6000. Tweederde hiervan is inmiddels tot 60 km-zone getransformeerd. Bij voor- en naonderzoek op 850 kilometer van deze aangepakte waterschapswegen bleek sprake van een grote ongevalsreductie. De cijfers houden volgens De Ruijter een belofte in voor aanpassing van erftoegangswegen in het algemeen. Jaarlijks vallen op dit type weg zo'n 340 verkeersdoden.
'Het is de meest kosteneffectieve maatregel op het gebied van verkeersveiligheid die je nu kunt nemen', meent De Ruijter. Per bespaard ernstig verkeersslachtoffer hoefde er door de waterschappen slechts netto elf mille te worden geïnvesteerd.
'Uit de cijfers van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Verkeer en Waterstaat blijkt dat er ook in 30 km-gebieden binnen de bebouwde kom nog een flinke ongevalsreductie valt te behalen, maar per strekkende kilometer zijn de kosten daarvan veel hoger. Terwijl je op erftoegangswegen een groot probleem met relatief weinig geld kunt aanpakken', aldus De Ruijter.
Tot nu toe bouwden gemeenten 14.000 kilometer buitenweg om tot 60 km-zone. Volgens De Ruijter hebben zij daarmee nu nog zo'n 25.000 kilometer buitenweg te 'gaan'. Veel prioriteit wordt er tot zijn spijt niet aan gegeven: 'Gemeenten hebben de natuurlijke neiging om toch het meest te investeren binnen de bebouwde kom waar de meeste mensen wonen.' De geringe animo leest De Ruijter af uit de integrale maatregelenpakketten die onder regie van de provincies en de kaderwetgebieden voor de komende jaren zijn opgesteld. Erftoegangswegen dreigen daarmee een ondergeschoven kindje te worden.
Volgens De Ruijter is er geen reden om aan te nemen dat de verkeersveiligheidsconclusies betreffende waterschapswegen niet evenzeer zouden gelden voor de gemeentelijke wegen van dit type.