30 miljoen euro voor duurzaam vervoerssysteem
'Het vervoerssysteem moet ten principale over een andere boeg. Het huidige systeem is min of meer gedateerd. We moeten op weg naar een nieuw, meer klant- en vraaggericht en duurzaam mobiliteitsmodel.' Hóe die sprong moet worden gemaakt, is een van de belangrijkste uitdagingen van 'Transumo', een kennisconsortium dat dit voorjaar van het kabinet formeel het groene licht kreeg.
Voor de periode 2004-2009 stelt het kabinet dertig miljoen euro beschikbaar voor Transumo, een term die staat voor Transition Sustainable Mobility. Kernthema is de doorontwikkeling van de Nederlandse mobiliteit (nu zowel economische sterkte als zwakte) naar meer high-tech en meer duurzaamheid en leefbaarheid.
Klinkende namen die zich onder de Transumo-paraplu hebben verzameld zijn Siemens, Logica CMG, Dura Vermeer, Vialis, vrijwel alle Nederlandse universiteiten, de ministeries van Verkeer en Waterstaat en EZ, het Rotterdams Havenbedrijf, Stadsgewest Haaglanden en de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland. Deelnemende vervoerbedrijven zijn NS, Connexxion en Arriva.
Het 'hoe' staat centraal volgens ir. J. Klinkenberg van het innovatienetwerk Connekt en kwartiermaker en programmacoördinator voor Transumo. Concrete projecten, bijvoorbeeld voor introductie van een magneet-zweeftrein of andere geleidesystemen, kunnen dan ook nog niet worden genoemd. Dat zal pas eind 2005 het geval zijn. Klinkenberg: 'Het gaat primair om transitievraagstukken. Om maatschappelijke concepten en bijvoorbeeld bestuurlijke en financiële arrangementen. Onze universiteiten zijn internationaal gezien absoluut ‘top’. Maar vaak blijkt de kennis niet goed aan te sluiten op de aanbestedende overheid. Partijen moeten meer openstaan voor verandering in organisatie. Zo wordt het openbaar vervoer nu aangestuurd door 35 overheden. Dat zijn zaken die best anders zouden kunnen.'
De Transumo-subsidie komt uit de grote pot van 800 miljoen euro van ICES-gelden voor structuurversterking van de Nederlandse economie. Nu staan partijen als eilanden vaak te ver van elkaar en zijn ze behept met een enige introvertie. Zonder een andere rolverdeling komt een duurzaam mobiliteitssysteem niet van de grond, zo is de overtuiging.
In een nieuw, vraagafhankelijk mobiliteitssysteem verandert de rolverdeling ook op een andere manier, en wel tussen voertuig, weg en bestuurder. Als een van de ingrediënten noemt Klinkenberg dat bestuurders (in personen- en goederenvervoer) op basis van eenmaal opgegeven herkomst en bestemming veel meer geleid worden en bijvoorbeeld niet meer hoeven te zoeken naar een beschikbare parkeerplaats.
Reactie plaatsen •