Meer verkeersboetes uitgeschreven in 2022

Vorig jaar zijn ruim 8 miljoen (8.153.043) verkeersovertredingen geconstateerd. Dat is een stijging van 1.6 procent ten opzichte van 2021 (8.024.118). Het gaat om zogenoemde Mulder-overtredingen: te hard rijden, negeren van rood verkeerslicht, handheld bellen en fout parkeren. 

Het aantal bekeuringen voor fout parkeren was bijna 60 duizend meer dan een jaar eerder. Dit is deels te verklaren door de vergelijking tussen 2021 als coronajaar en 2022 als 'normaal' jaar. In 2021 werd er, vanwege de lockdowns, minder geparkeerd in binnensteden. 

Een andere opvallende stijging zien we bij het telefoongebruik op de fiets, waar ruim 53 duizend boetes voor werden uitgedeeld tegenover 45 duizend in 2021, een stijging van meer dan 16 procent.

Zoals gebruikelijk waren de meeste boetes voor overschrijdingen van de maximumsnelheid, waar 6,5 miljoen boetes voor werden uitgeschreven. Dat zijn er bijna 130 duizend meer dan een jaar eerder. De meeste van deze bekeuringen zijn op kenteken opgelegd, bijvoorbeeld door inzet van een flitspaal of mobiele radarcontrole.

Het aantal overtredingen geconstateerd met trajectcontrolesystemen is gedaald, van 2,1 miljoen naar iets meer dan 2 miljoen in 2022, een daling van 3,7 procent. Een mogelijke verklaring hiervoor is het uitstaan van een aantal trajectcontrolesystemen door wegwerkzaamheden, en de drukte op de snelwegen waardoor automobilisten hun snelheid moesten aanpassen.

Het gemiddelde boetebedrag was €84,16. Specifiek voor snelheidsovertredingen was het gemiddelde bedrag €62,88.