Hoe spannen politieke partijen Europa voor hun eigen karretje?

maandag 13 november 2023

Foto: Shutterstock

Volgende week kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. Wat willen de Nederlandse politieke partijen dat Europa doet, om de eigen landelijke doelen rond mobiliteit te realiseren?

Europees eisen aan voertuigen dragen veel bij aan de verkeersveiligheid en aan vermindering van luchtvervuiling en geluidhinder door het verkeer. EU-beleid maakt ook dat we overstappen op elektrische auto’s. Zonder afspraken met de andere lidstaten kunnen wij namelijk geen eisen aan voertuigen stellen, omdat dit strijdig is met de interne markt. Europese maatregelen zijn dus nodig om onze eigen doelen te halen. Wat gaan onze politieke partijen de komende jaren in Brussel bepleiten rond voertuigen en brandstoffen? Van de zes grootste partijen in de laatste peiling en van Europese partij Volt, heb ik de verkiezingsprogramma’s bekeken.

Internationale trein

Met stip op één staat de internationale trein. Grote wens is om veel eenvoudiger internationale treinreizen te kunnen boeken. Meer en snellere treinverbindingen worden door vijf van de zeven partijen gewenst. GL/PvdA en D66 pleiten verder voor een Europese spoorautoriteit. Naast de voordelen voor de internationale treinreiziger, is een veel gebruikt argument dat dit zou bijdragen aan verduurzaming van onze mobiliteit, omdat het vliegverkeer zou afnemen. Dit gaat echter maar om een paar procent van de CO2-uitstoot door de Europese luchtvaart.

Luchtvaart

Ook over de luchtvaart wil men Europese afspraken maken. Vijf partijen – niet de VVD en PVV – willen heffingen op de luchtvaart invoeren of verhogen en drie – VVD, NSC en D66 – willen afspraken over een hogere bijmengverplichting voor schonere kerosine. Volt en D66 willen ook milieuheffingen op de internationale scheepvaart.

Geen wensen voor wegverkeer

Opvalt dat er in de verkiezingsprogramma’s van deze zeven partijen geen wensen staan voor verdere Europese afspraken over het wegverkeer. Terwijl aanscherping van Europese milieueisen aan voertuigen en brandstoffen nog veel vervuiling kan voorkomen. Dit is nodig om de eigen Nederlandse doelen voor klimaat, luchtkwaliteit en stikstof te halen, want het wegverkeer blijft achter bij het verminderen van de emissies.

Tussendoelen voor CO2-eisen

Het stellen van tussendoelen voor de CO2-eisen aan (vracht)auto’s, is belangrijk om de markt voor elektrische auto’s geleidelijk en voorspelbaarder te laten groeien. Dit is beter voor de Europese auto-industrie en had de huidige dip in de vraag naar elektrische auto’s kunnen voorkomen. Europese efficiency eisen aan elektrische auto’s maken ons minder afhankelijk van de invoer van batterij-materialen uit China. Een derde voorbeeld is een Europees maximum aan de breedte van personen- en bestelwagens, wat gunstig is voor verkeersveiligheid, ruimtebeslag en materiaalgebruik. Alleen D66 heeft een wens voor Europese auto’s: “het makkelijker, en daarmee betaalbaarder, maken van het aanpassen van nieuwe auto’s voor mensen met een toegankelijkheidsbehoefte.”

Nationaal beleid

Als het Europese beleid voor schoon wegverkeer niet verder wordt aangescherpt, zal het nationale beleid meer moeten doen, om de uitstoot van broeikasgassen en stikstof voldoende te laten dalen. Nederland kan de overstap naar elektrische auto’s versnellen met fiscale maatregelen en door te verplichten dat alle leaseauto’s elektrisch moeten zijn. Met milieuzones kunnen gemeenten ook bijdragen. Als dit nog steeds niet voldoende oplevert, dan resteert vermindering van het wegverkeer. Overigens kan dit prima samengaan met betere bereikbaarheid.

 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief