Bike2School. Een onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op het fietsgebruik van jongeren in Limburg, Noord-Brabant en Overijssel

woensdag 29 mei 2019
timer 7 min

De Provincies Limburg, Noord-Brabant en Overijssel vinden het belangrijk om fietsgebruik onder jongeren te stimuleren. De drie provincies hebben de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Universiteit Twente (UT) gevraagd om onderzoek te doen naar de factoren die van invloed zijn op het fietsgebruik van jongeren,en hoe fietsgebruik onder jongeren (12-20 jaar) in de drie provincies kan worden bevorderd.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Overijssel. Aan het onderzoek werken De Pauline van den Berg  (TU Eindhoven), Dr Astrid Kemperman (TU Eindhoven) en Prof. dr. Karst Geurs (Universiteit Twente) mee.

25 procent van de 20-jarigen fiets hoofdvervoermiddel 

Fietsen is een goedkope en duurzame manier van verplaatsen die bijdraagt aan de leefbaarheid in steden en aan de gezondheid van mensen. Vooral voor jongeren is fietsen een goede manier om voldoende beweging te krijgen. Het is daarnaast ook een goedkope en milieuvriendelijke manier van verplaatsen. Jongeren die bewegen, zijn niet alleen gezonder, maar ze presteren ook beter op school. Het grootste deel van de jongeren haalt echter niet de norm van minimaal een uur per dag matig intensieve lichamelijke activiteit. Bovendien zien we dat jongeren minder gaan fietsen naarmate ze ouder worden. Uit het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (2016), blijkt dat het fietsgebruik onder jongeren in Nederland snel afneemt vanaf de leeftijd van 16 jaar. Terwijl voor 70% van de 15-jarigen de fiets het hoofdvervoermiddel is, neemt dat percentage af naar 60% voor 16-jarigen, 34% voor 18-jarigen en 25% voor 20-jarigen.

Onderzoek naar factoren
De Provincies Limburg, Noord-Brabant en Overijssel vinden het belangrijk om fietsgebruik onder jongeren te stimuleren. De drie provincies hebben de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Universiteit Twente (UT) gevraagd om onderzoek te doen naar de factoren die van invloed zijn op het fietsgebruik van jongeren, en hoe fietsgebruik onder jongeren (12-20 jaar) in de drie provincies kan worden bevorderd.


Figuur 1: Fietsende scholieren in Bergen op Zoom. Foto: InDeBuurt.

Onderzoeksopzet
In het Bike2School project is een combinatie van methoden toegepast. Aan de hand van literatuuronderzoek zijn de factoren achterhaald die van invloed zouden kunnen zijn op het fietsgedrag van jongeren. Vervolgens is een enquête gehouden onder scholieren van verschillende middelbare scholen in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Overijssel. Ook zijn er interviews gehouden met directeuren van een aantal scholen. Ten slotte zijn er workshops gedaan waarin, samen met scholieren, oplossingsrichtingen voor het stimuleren van fietsgebruik zijn besproken.

 

Veel factoren beïnvloeden fietsgebruik van jongeren
Uit de literatuurstudie is gebleken dat persoonskenmerken (zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau), huishoudenskenmerken (zoals grootte van het huishouden, inkomen), de sociale omgeving (bijvoorbeeld fietsgedrag van vrienden), de gebouwde omgeving (afstand naar school, aanwezige infrastructuur) en de natuurlijke omgeving en het weer van invloed zouden kunnen zijn op het fietsgedrag van jongeren. Deze factoren zijn weergegeven in figuur 2.


Figuur 2: Factoren van invloed op fietsgedrag van jongeren

In totaal hebben 890 leerlingen van 15 scholen de vragenlijst ingevuld. De meeste leerlingen die vragenlijst hebben ingevoerd (ruim 90%) zitten op het voorgezet onderwijs, de overige leerlingen op het MBO. De leeftijd van de leerlingen varieert tussen de 10 en 22 jaar. Uit de resultaten van de enquête blijkt leerlingen op de onderzochte scholen veel fietsen. Zo’n 80% van de leerlingen fietst dagelijks, 15% fietst een of meerdere keren per week, en 5% fietst nooit of slechts enkele keren per jaar. Leerlingen van MBO scholen fietsen significant minder vaak dagelijks naar school.

 

Verklaringen voor fietsgebruik
Uit statistische analyses blijkt dat er zes variabelen zijn die de kans op dagelijks naar school fietsen grotendeels kunnen verklaren. De volgende effecten zijn gevonden:

  1. Leerlingen met een studenten OV-kaart (vooral MBO leerlingen met een studenten-OV week abonnement) hebben een kleinere kans om dagelijks naar school te fietsen.

  2. Leerlingen van wie veel vrienden naar school fietsen, fietsen zelf ook meer. 

  3.  De kans op dagelijks fietsen is kleiner als leerlingen met hun ouders naar school reizen

  4. Leerlingen die samen met vrienden naar school gaan, fietsen vaker.

  5. Leerlingen die vinden dat hun ouders ze niet (voldoende) aanmoedigen om te fietsen, fietsen minder vaak.

  6. Leerlingen die dichter bij school wonen, fietsen vaker.

 

Middelbare scholen voeren geen actief fietsbeleid
Uit interviews met directeuren, docenten en verkeerscoördinatoren blijkt dat alle scholen erkennen dat fietsen belangrijk is en kan bijdragen aan beweging. Het merendeel van de scholen hanteert echter geen actief beleid omtrent het stimuleren van fietsgedrag onder de leerlingen.

“We motiveren het wel als het ter sprake komt, maar we zijn daar niet actief mee bezig”.

Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk om naar school te komen. Een specifieke manier wordt niet extra gestimuleerd. De school vindt het wel belangrijk om meer beweging te stimuleren, maar dit is niet specifiek gericht op fietsen. Leerlingen weten het wel [dat fietsen gezond is] maar maken andere keuzes”.

Een enkele maatregel die wel wordt getroffen is de samenstelling van klassen op basis van woonplaats en (fiets)routes naar school: leerlingen uit dezelfde regio’s zullen eerder bij elkaar worden geplaats zodat ze eventueel samen zouden kunnen reizen. Scholen meer zouden kunnen doen om fietsgedrag van leerlingen te stimuleren. Enerzijds kunnen scholen duidelijker en completer zijn in de voorlichting over vitaliteit en beweging, waarmee ze leerlingen via een theoretische manier meer bewust maken van deze zaken. Daarnaast kan ook op een actieve manier worden gekeken naar het stimuleren van fietsgedrag door bijvoorbeeld excursies in de buurt te organiseren in combinatie met vakken, waar leerlingen op de fiets heen gaan vanuit de school.

Wat denken leerlingen zelf?
Uit de workshops met leerlingen blijkt dat leerlingen denken dat een beloning voor het fietsen het beste zou werken. Wat opvalt, is dat er vaak ideeën m.b.t. eten of geld worden gegeven, of een uitje. Sommige ideeën zijn gericht op individuele beloningen, terwijl anderen gericht zijn op groepen. Ten tweede werd er gedacht in de richting van het faciliteren van fietsen door fietsen comfortabeler maken (paraplu, deken, ligfiets, elektrische fiets). Ook zijn er meerdere leerlingen die denken dat het een goed idee is om fietspaden te verbeteren, denk aan meer veiligheid, meer comfort door minder stoplichten en zelfs door een overdekt fietspad aan te leggen! Opvallend is dat de prijs van fietsen bij iedere workshop genoemd werd. Het krijgen van gratis fietsen, goedkopere fietsen en het gratis huren van fietsen zijn dan ook veel genoemde ideeën die bijdragen aan het faciliteren van fietsen. Andere ideeën om leerlingen te stimuleren om meer te fietsen hebben te maken met het minder aantrekkelijk maken van alternatieven, zoals OV (geen gratis OV, geld voor OV naar fietsen). Ten slotte zijn er leerlingen die het lastig vonden om ideeën te bedenken en in plaats daarvan de positieve effecten van wel fietsen naar school opschreven, bijvoorbeeld “dunner worden”, “je wordt gezond” en “je leeft langer”. Dit is door ons vertaald naar het bewust maken van de voordelen van fietsen.

Uit workshops met leerlingen blijkt dat het gebruik van een app om fietsen te stimuleren een groot potentieel onder leerlingen lijkt te hebben, aangezien het krijgen van een 'beloning als je naar school fietst' meerdere keren genoemd is door de leerlingen in de workshops. Gezien de uitkomsten van de statistische analyses (invloed van het gedrag van vrienden en ouders) is te verwachten dat een sociale gamificatiestrategie mogelijk succesvol kan zijn. Dit kan bijvoorbeeld door in te zetten op groepsopdrachten, maar ook door het delen van behaalde resultaten met anderen, of het belonen van vrienden.

Hoe verder?
Uit het Bike2School project blijkt dat leerlingen op de 15 onderzochte scholen al redelijk veel fietsen, met name in het voortgezet onderwijs. Toch is er ruimte voor verbetering. We zijn van plan om in een vervolgproject een app te ontwikkelen en te testen welke sociale gamificatiestrategieën en beloningsstrategieën het meest succesvol zijn bij het stimuleren van fietsgedrag van jongeren.

Scholen, gemeentes en provincies die interesse hebben om mee te werken aan dit vervolgproject zijn van harte welkom! Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: P.E.W.v.d.Berg@tue.nl

Lees hier het onderzoekrapport.

Meer weten over het thema fiets? Kom ook naar het Nationaal Fietscongres.

 
Auteur: Dr. Pauline van den Berg, Dr. Astrid Kamperman en Prof. dr. Karst Geurs

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.