'Metroverbinding Almere verdien je terug'
vrijdag 30 maart 2018
3 min
Experimenten met andere manieren van vervoer dan de auto zijn rond de Zuidas van levensbelang. Vanaf eind dit jaar gaat de A10 daar voor tien jaar op de schop en ‘dat wordt een hel’, voorziet Carolien Gehrels, European Cities Director bij Arcadis. Maar ook als modaliteiten als MaaS de komende jaren aanslaan is er niet te ontkomen aan nieuwe ‘hardware’ – de aanleg van nieuwe infrastructuur dus, aldus Gehrels op het Mobility Fast Forward Event op 28 maart in Utrecht.
Het streven is om vormen van alternatief vervoer te ontwikkelen. Een eerste kleinschalige proef met MaaS, geïnitieerd door enkele grote werkgevers op de Zuidas, was wel een succes. De deelnemers leverden de sleutel van hun leaseauto in en kregen in ruil daarvoor duizend euro mobiliteitstegoed. Dat was ruim voldoende. Gemiddeld besteedden de deelnemers zeshonderd euro. Misschien mede daardoor was de tevredenheid groot, maar de groep was zo klein dat er nog weinig conclusies aan kunnen worden verbonden. Een tweede grotere proef begint binnenkort met steun van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en levert hopelijk meer inzichten.
Nieuwe infrastructuur
Desondanks is ook nieuwe infrastructuur hard nodig. Gehrels denkt in de Amsterdamse context aan lightrail en metro, een oost-westlijn bijvoorbeeld tussen Almere, Amsterdam en Schiphol. De aanleg van zo’n lijn vergt grote investeringen, vijf tot zes miljard euro, maar Gehrels is ervan overtuigd dat je die op de lange termijn terugverdient. Een metroverbinding met Almere is weliswaar in alle plannen tot dusver een verlieslatend project, maar dat komt vooral doordat de baten ervan bij andere partijen neerslaan: denk aan hogere prijzen voor grond en onroerend goed.
Gemeenten hebben veel te weinig oog voor de lange termijn, stelt Gehrels; ze was tussen 2006 en 2014 wethouder in Amsterdam van onder meer Economische Zaken. “Gemeenten hebben in de afgelopen crisisperiode enorm op hun grondposities afgeschreven, terwijl diezelfde grond als gevolg van de economische hoogconjunctuur inmiddels al weer veel meer waard is.”
Sixhaven
Nog een gevolg van te veel voorzichtigheid is het besluit om het station Sixhaven aan de Noord-Zuidlijn niet af te bouwen. Volgens Gehrels heeft de gemeente daar nu al spijt van, want het gebied eromheen ontwikkelt zich razendsnel, terwijl het alsnog afbouwen van het station tientallen miljoenen euro’s zou gaan kosten. Wat haar betreft wordt er dan ook wat ‘opportunistischer gerekend’ en wordt er rekening gehouden met dergelijke verdieneffecten op de lange termijn. ‘Nu hebben we nieuwe colleges, nu hebben we het geld, dus ga aan de slag.”
Auteur: Maurits van den Toorn
Reactie plaatsen •