P+R en de effecten van multimodale reisinformatie (VK 5/2010)

dinsdag 10 augustus 2010
timer 11 min

Gertjan Stoel en Arnoud van de Vrugt - Keypoint Consultancy

Carl Bieker - provincie Gelderland

 

1. Inleiding

Al sinds de jaren 80 zijn overheden bezig met de realisatie van P+R-voorzieningen. Het gebruik was in de beginjaren minimaal, maar groeide langzaam (Bos, I. 2005). De laatste jaren heeft deze groei zich versterkt. In veel steden groeit het gebruik van P+R-voorzieningen fors. Met als uitschieter Amsterdam. Hier groeide het P+R-gebruik in 2009 zelfs met 38 procent. De groei van P+R is veelbelovend. Gemeenten, regionale overheden en provincies investeren volop in nieuwe P+R-locaties en bestaande P+R’s krijgen een kwaliteitsimpuls. Desondanks zijn veel automobilisten nog niet of nauwelijks bekend met P+R. Een aspect wat nog vaak onderbelicht blijft bij overheden is het informeren van de automobilisten over P+R.

 

Informeren als de essentiële schakel

Steeds meer automobilisten kiezen voor een overstap naar het openbaar vervoer. Hiervoor hebben zij diverse motieven, zoals beperkte parkeermogelijkheden op de eindbestemming, het comfort en gemak van het openbaar vervoer en de files. Ondanks het groeiende gebruik is er nog veel winst te boeken. In de totale modal split is het P+R-gebruik beperkt.

 

Om het gebruik van P+R te vergroten, is er specifiek aandacht nodig voor het informeren van de reiziger. Een van de mogelijkheden is de inzet van multimodale reisinformatie. Multimodale reisinformatie is bedoeld om reizigers te informeren over de meest slimme reiswijze, door middel van actuele reisinformatie.

 

Multimodale reisinformatie

De provincie Gelderland heeft een pilot uitgevoerd met actuele multimodale reisinformatie langs de A1 bij P+R Transferium Barneveld Noord. Dit project is eind 2009 geëvalueerd. Keypoint heeft dit onderzoek in opdracht van de provincie Gelderland uitgevoerd.

 

Vrijwel tegelijk met het verschijnen van de resultaten, werd ook het onderzoeksrapport van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat: ‘De effecten van multimodale reisinformatie: rapportage van een literatuurverkenning en een expertmeeting’ (2009) gepubliceerd. Dit rapport geeft antwoord op twee onderzoeksvragen:

  • wat zijn de behoeften van reizigers aan multimodale reisinformatie?
  • wat is het effect van multimodale reisinformatie op het reisgedrag, met name actuele informatie langs de weg met DRIP’s bij P+R-terreinen?

 

Dit artikel heeft als doel om:

1.      De praktijkervaringen vanuit de provincie Gelderland/gemeente Barneveld te delen.

2.      De uitkomsten te vergelijken met de conclusies uit het V&W-rapport.

3.      Praktische aanbevelingen te doen voor de toekomst.

 

2. De praktijkervaringen vanuit Gelderland 

P+R Transferium Barneveld Noord

Elke werkdag staat het verkeer vast op de A1 bij knooppunt Hoevelaken en verder richting de Randstad. De provincie Gelderland, de rijksoverheid en de gemeente Barneveld hebben daarom gezamenlijk P+R Transferium Barneveld Noord gerealiseerd. Dit transferium is begin 2006 geopend. Gemiddeld staan er 200-220 auto’s geparkeerd in het transferium. 

figuur 1.1  P+R: Transferium Barneveld Noord  

 

Multimodale reisinformatie A1 Barneveld Noord

Om de bekendheid van het transferium te vergroten en de automobilisten te informeren, is begin 2008 langs de A1 een bord geplaatst met actuele multimodale reisinformatie (MMRI). Het bord geeft de actuele informatie over de reistijd per trein naar station Amersfoort via het Transferium Barneveld Noord en ook per auto via de A1. Iedere automobilist is zo vooraf geïnformeerd over de filetijden en kan zo de keuze maken voor het snelste alternatief.  

 figuur 1.2  Het bord langs de A1

 

Het bord langs de A1 is geplaatst vóór afrit 16, de afrit waar het transferium naast ligt. Een tweede bord is geplaatst langs de N303 uit de richting Voorthuizen voor de oprit naar de A1.

De realisatie van beide borden maakt onderdeel uit van het GOV-experiment 'Transferium Valleilijn'. GOV staat voor Goedkoop of Gratis Openbaar Vervoer. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat subsidieerde experimenten in het kader van het programma Fileproof.

 

Het evaluatieonderzoek

In opdracht van de provincie Gelderland heeft Keypoint het evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de pilot met multimodale reisinformatie langs de A1 en N303 ten behoeve van P+R Transferium Barneveld Noord. Hiervoor is een grootschalige enquête uitgevoerd onder zowel P+R-gebruikers als passerende automobilisten die geen gebruik maken van P+R.

 

De uitkomsten

Uit de evaluatie blijkt dat de directe gedragsverandering, in de zin van aantal automobilisten die op basis van de actuele reisinformatie de keuze maken om via P+R te reizen, laag is. Maar er zijn bredere effecten. Van de automobilisten op de A1 zegt tweederde van de ondervraagden niet te zullen overstappen bij een reistijdvoordeel voor de trein. De meerderheid laat zich dus niet beïnvloeden door de multimodale reisinformatie. Ongeveer eenderde van de passerende automobilisten zegt wel te willen overstappen bij een reistijdvoordeel per trein. Er moet dan wel sprake zijn van een aanmerkelijk reistijdvoordeel (minimaal 10-20 minuten). De ondervraagde automobilisten maken echter (nog) geen directe switch tijdens de reis. Wel maakt een groot deel van de P+R-reizigers vooraf aan de reis de keuze om via P+R Barneveld Noord te reizen. De multimodale reisinformatie levert bewustwording bij automobilisten op van het reistijdvoordeel per trein in de spits.

 

De vraag die uit de resultaten volgt, is waarom de automobilisten nog geen directe switch maken tijdens de reis. Hiervoor is een aantal verklaringen te geven.

  • De bestemming sluit niet aan: de getoonde bestemming is maar voor een beperkt aandeel automobilisten op de A1 van toepassing (circa 6 procent).

  • Niet bekend en vertrouwd met P+R: de angst voor het onbekende weerhoudt automobilisten er van om over te stappen.

  • Begrijpelijkheid informatie: de algemene boodschap van het MMRI-bord is begrijpelijk voor de meerderheid van de automobilisten. Bijna 60 procent van de passerende automobilisten weet de kern van de boodschap juist te verwoorden. 40 procent begrijpt de informatie niet of minder goed.

  • Betrouwbaarheid informatie: slechts 58 procent van de automobilisten denkt dat de getoonde reisinformatie betrouwbaar is. Dit lage percentage is te verklaren doordat in er in de opstartfase problemen waren met de data-aanlevering.

  • Waardering nieuw product kost tijd: het kost tijd voordat reizigers een nieuw product waarderen. Automobilisten zijn nog niet gewend om multimodale reisinformatie mee te nemen in de afweging voor de vervoerwijze. 

3. Vergelijking met resultaten VenW-rapport

Eind 2009 is door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het onderzoeksrapport: ‘De effecten van multimodale reisinformatie: rapportage van een literatuurverkenning en een expertmeeting’ gepubliceerd. Dit onderzoek is gebaseerd op de wetenschappelijke literatuur die ingaat op de effecten van reisinformatie en op informatie die is verzameld over de effecten van regionale pilots met multimodale DRIP’s (Dynamische Route Informatie Panelen) in Nederland. Ook is specifiek nagegaan welke informatie voorhanden is over het gebruik van P+R-terreinen en de rol die reisinformatie speelt.

 

De onderzoekers constateren dat er grote behoefte is aan multimodale reisinformatie. Met name als de automobilist niet vertrouwd is met de situatie op de reisbestemming. Het directe effect van reisinformatie op het gedrag is gering. De keuze voor het openbaar vervoer is namelijk vooral gebaseerd op zachtere factoren, zoals imago, privacy en gemak. Aan de harde kant zijn vooral de parkeerkosten bepalend bij de keuze voor openbaar vervoer. Reistijd speelt een minder grote rol. Uit literatuuronderzoek blijkt wel dat de automobilist de reistijd in het openbaar vervoer stelselmatig overschat.

 

In het VenW-rapport trekken de onderzoekers de volgende conclusie ten aanzien van de verwachte effectiviteit van multimodale reisinformatie:

  • weinig reizigers maken onderweg pas de keuze om een P+R-voorziening te gebruiken;
  • actuele on-trip reisinformatie heeft meerwaarde;
  • de behoefte neemt sterk toe als de reisinformatie persoonlijk, intelligent, gemakkelijk toegankelijk en begrijpbaar is, via incar-systemen;
  • de effecten van reisinformatie op DRIP’s leiden tot weinig extra P+R-gebruik. De kosten zijn hoog en de baten in termen van gedragseffecten laag.

 

De conclusies van het VenW-rapport zijn helder en veelal niet nieuw. Wat onderbelicht blijft in het rapport zijn verklaringen en de onderbouwing waarom de gedragseffecten (nu nog) laag zijn.

Multimodale reisinformatie is een nieuw product dat moet worden doorontwikkeld. Het kost tijd

voordat mensen zijn gewend aan een nieuw product. Onze stelling is, doe niet te snel het concept als ‘mislukt’ van de hand.

 

Op basis van de ervaringen in Gelderland zijn twee oorzaken te noemen waarom de effectiviteit van multimodale reisinformatie vooralsnog laag is:

  • de eerste oorzaak ligt bij de onbekendheid van automobilisten met P+R;
  • ten tweede moet het product ‘multimodale reisinformatie’ worden doorontwikkeld, bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze van presentatie.

 

Marketing van P+R

De laatste jaren hebben overheden flink geïnvesteerd in nieuwe en verbeterde P+R-voorzieningen, zoals P+R Transferium Barneveld Noord. Al deze initiatieven hebben het P+R-beleid een stevige impuls gegeven. Overheden zijn echter vooral bezig met de realisatie van P+R’s binnen de eigen regionale grenzen. Hierdoor ontstaat een lappendeken van losse P+R’s, allemaal verschillend van karakter en uitstraling. Dit leidt tot onduidelijkheid bij de automobilist. Uit onderzoek blijkt dat reizigers redelijk positief zijn over P+R-voorzieningen waar ze vertrouwd mee zijn. Maar wat weten we van de mensen die niet vertrouwd zijn of zelf helemaal geen ervaring hebben met het gebruik van een P+R-voorziening? De belangrijkste drempel is ‘het gedoe’, zeker voor mensen die het ov niet gebruiken (Vexpansie nummer 4/2009). Wat is het? Hoe werkt het? En wat mogen ze verwachten van P+R?   

De volgende stap die nu moet worden gezet is om de P+R’s niet als aparte locaties te benaderen, maar als knopen in het netwerk: met als doel één robuust P+R-netwerk. Al in 2000 (Maartens, M., Hendriks T., 2000) heeft de ANWB in haar P+R-plan geconcludeerd dat er een landelijke organisatie moet komen die de uitstraling van P+R bewaakt, een eenvoudige huisstijl ontwikkelt, de kwaliteit borgt, algemene informatie geeft, publiciteit regelt en de marketing verzorgt.

 

In Rotterdam is men hier al mee bezig (Vexpansie nummer 4/2009). Het succes van P+R in Rotterdam is een combinatie van strategische aanleg, uitbreiden op de juiste locaties, promotie en informatievoorziening, bijvoorbeeld dynamische borden langs de snelweg met ov-reistijden. Samenwerking heeft als voordeel dat gebruikers een eenduidig P+R-product wordt geboden, dat overheden gezamenlijke informatievoorziening en marketing/promotie kunnen doen en dat overheden de P+R-voorzieningen op elkaar kunnen laten aansluiten.

 

Door eerst P+R als product beter in de markt te zetten, nemen de kansen voor multimodale reisinformatie toe. Het gaat daarbij om het informeren over de reismogelijkheden voor, tijdens en na de reis. Zodat de automobilist een volwaardige en slimme keuze kan maken. 

 

Multimodale reisinformatie

De lage effectiviteit van multimodale reisinformatie on trip wordt door Verkeer en Waterstaat met name verklaard doordat reizigers thuis de keuze maken en niet tijdens de reis. Dit is inderdaad het geval, maar ook te verklaren doordat er in het verleden geen actuele reisinformatie beschikbaar was om de slimste keuze te maken. Het kost tijd voordat reizigers nieuwe middelen waarderen en gaan gebruiken. Individuele reisinformatie op maat, via in-carsystemen biedt op lange termijn kansen. Het duurt echter nog jaren voordat deze informatie algemeen beschikbaar is. Verder inzetten op on trip multimodale reisinformatie via DRIP’s is daarom zinvol.

 

Op basis van de leerervaringen die zijn opgedaan bij de pilot P+R Transferium Barneveld Noord, komen we tot de aanbeveling om het product multimodale reisinformatie te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat een deel van de weggebruikers de gepresenteerde tijden verschillend interpreteren en er onzeker over zijn. Hier is nader onderzoek nodig naar hoe de wijze van presentatie kan worden verbeterd. De automobilist moet de informatie kunnen lezen, herkennen, begrijpen en accepteren om zich er uiteindelijk aan te conformeren.

 

Ten slotte is het belangrijk dat de multimodale reisinformatiepanelen als zodanig herkenbaar zijn voor de automobilisten. Dit betekent dat het landelijk uniformeren van de wijze van presentatie van multimodale reisinformatie gewenst is.

 

4. Kansen voor inzet van multimodale reisinformatie bij wegwerkzaamheden

Op basis van de ervaringen in Gelderland zijn twee oorzaken genoemd om de effectiviteit van multimodale reisinformatie te verhogen. Ten slotte is er nog een derde mogelijkheid om de effectiviteit van multimodale reisinformatie te verhogen, namelijk door te experimenteren bij wegwerkzaamheden.

 

Waarom multimodale reisinformatie inzetten bij wegwerkzaamheden?:

  • bij onverwachte situaties is de informatiebehoefte groot, zoals bij wegwerkzaamheden;
  • bij wegwerkzaamheden treden grotere vertragingen op voor het autoverkeer;
  • rijkswaterstaat zet sterk in op mobiliteitmanagement bij wegwerkzaamheden;
  • bij veranderende omstandigheden (zoals wegwerkzaamheden) maken automobilisten een nieuwe reis- en routekeuze;
  • bij wegwerkzaamheden bestaat de doelgroep voornamelijk uit reizigers die vaak dezelfde verplaatsing maken. Deze reizigers hebben meer tijd om de getoonde informatie te zien en te begrijpen, en zich eraan te conformeren. Bovendien is deze doelgroep relatief eenvoudig te bereiken (marketingcampagne);
  • door enige tijd voor aanvang van de werkzaamheden de informatie al te tonen, is de automobilist bewuster van de vertraging die door de werkzaamheden optreedt en mogelijk eerder bereid een alternatief te kiezen.

 

Literatuur

  1. Bos, I., (2004) Changing Seats: a behavioural analysis of P&R use.

  2. Vexpansie (2009) ‘P+R stopt niet bij de gemeentegrens’ (Vexpansie, nummer 4).

  3. Vexpansie (2009) ‘P+R wat koop je daarvoor?’ (Vexpansie, nummer 4).

  4. Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2009) De effecten van multimodale reisinformatie. Rapportage van een literatuurverkenning en een expertmeeting.

  5. Vrugt van de A., (2006) Onderzoek naar hoe gemeenten de realisering en het succesvol gebruik van P+R en P+B kunnen bevorderen?

 
Auteur: Margriet Verhoog

verkeerskunde artikel
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.