Europa biedt ook kennis

Veel Nederlandse en Vlaamse verkeers- en mobiliteitsprofessionals weten de weg te vinden naar Europa. ‘Dat is belangrijk’, zegt Europarlementariër Matthijs van Miltenburg, want hun meningen worden op prijs gesteld. Maar het kan nog beter, zeker op het gebied van stedelijke mobiliteit en smart mobility is veel kennis te halen in Brussel. Niet voor niets rolt Europa een nieuwe strategie uit. 

Van Miltenburg heeft zitting in drie parlementaire commissies die zich bezighouden met transport, interne markt en regionale & stedelijke ontwikkeling.

Hoe legt hij, indien daarnaar gevraagd, uit wat  ‘Europa’ betekent voor lidstaten op het gebied van verkeer en vervoer? Van Miltenburg: ’Veel regels die in lidstaten worden uitgevoerd, komen Europees tot stand. Zo is Europa bezig met een strategie om, zowel de ontwikkeling van intelligente transportsystemen te bevorderen, als te voorkomen dat de zelfrijdende auto straks aan de grenzen noodgedwongen moet stoppen. Zo’n Europa-brede strategie is nodig omdat de ontwikkelingen rond C-ITS alle bestuurslagen raken, mobiliteit steeds slimmer wordt en steeds meer onderdeel wordt van ‘the internet of things’. Voertuigen gaan daardoor in de toekomst onderling met elkaar communiceren en verbonden zijn met de infrastructuur. De zelfrijdende auto’s of ‘platooning’ - het treintje van zelfrijdende vrachtwagens - stellen nieuwe eisen aan de beschikbaarheid van snel internet, maar ook aan de aanleg van grensoverschrijdende infrastructuur en aan de rol van wegbeheerders ' 

Kennis 

‘Veel Nederlandse en Vlaamse professionals uit de vervoersector weten overigens hun weg naar Brussel goed te vinden. Bovendien leveren Vlaanderen en Nederland topspelers op het gebied van transport en logistiek, en hun mening en expertise wordt in het Europese debat sterk gewaardeerd. Het kan echter nog beter. Met name op het gebied van stedelijke mobiliteit en van smart mobility zijn nog niet alle verkeerskundigen zich ervan bewust dat Brussel naast subsidies en regelgeving ook nog iets anders te bieden heeft: kennis. Veel kennisnetwerken zijn juist in Brussel gevestigd vanwege de aanwezigheid van de Europese Commissie. Vind dus het wiel niet zelf uit, maar kom ‘kennis shoppen’ in Brussel. Ik wijs mensen graag de weg’.  

Hoe overtuigt Van Miltenburg verkeersprofessionals om  wat meer ‘over de nationale grenzen te kijken’? ‘Ik ga graag met professionals in gesprek over de toegevoegde waarde van Europa op het gebied van mobiliteit en vervoer.’ En dat bedoelt Van Miltenburg vrij letterlijk. ‘Verkeersprofessionals zijn altijd welkom om contact met mij op te nemen over onderwerpen die hen raken. Samen gaan we op dan zoek naar antwoorden op de uitdagingen waar zij in hun dagelijkse werk mee worstelen en om te zien of er Europese oplossingen mogelijk zijn.’    

Hebben nationale deskundigen dan ook ‘een stem’ in het beleid van de Europese Commissie? Van Miltenburg: ‘De Europese Commissie houdt vaak voorafgaand aan elk nieuw voorstel uitgebreide consultatierondes waarin deskundigen input kunnen leveren. Nadat de Commissie nieuwe voorstellen, zoals het Europese mobiliteitspakket en de C-ITS-strategie, heeft gepresenteerd zijn het Europees Parlement en de Raad (als vertegenwoordiging van de 28 lidstaten) aan zet om hun positie te bepalen. Europarlementariërs staan als volksvertegenwoordigers dicht bij de mensen. Als nationale deskundigen goede ideeën hebben waar ik politiek achter kan staan, neem ik die graag over. Het Europees Parlement is namelijk mede-wetgever en heeft grote invloed op het uiteindelijke beleid.’   

Wat kan er vanuit het Europese nog méér worden gedaan voor nationaal verkeers- en vervoerbeleid? Van Miltenburg: ‘Het is belangrijk om te streven naar één gemeenschappelijke Europese vervoersmarkt, maar dan wel een duurzame, en veilige. Denk ook aan de complexe vraagstukken rond datacommunicatie, datasecurity, dataprivacy en data-eigendom. En in de noodzakelijke samenwerking op het gebied van C-ITS met de markt te zorgen voor een gelijk speelveld.  Daarnaast hebben we nog een hele slag te maken om de externe kosten die gemoeid zijn met mobiliteit ook tot uitdrukking te laten komen in de prijs voor alle vervoersmodaliteiten. En we hebben  de juiste infrastructuur nodig om alle mobiliteit in Europa te faciliteren. Zo hebben we hebben afgesproken dat er een Trans-Europees vervoersnetwerk moet worden uitgerold bestaande uit de hoofdinfrastructuren in verschillende landen die onderling verbonden zijn. Om dat netwerk te realiseren zijn miljarden nodig en is het besef nodig dat nationaal verkeers- en vervoersbeleid onderdeel vormt van  Europees beleid. De tijd dat nationale verkeers- en vervoersplannen landkaartjes bevatten die ophielden bij de nationale grens, is nu toch echt wel voorbij!’ 

Kennis shoppen in Brussel? 

Bent u geïnteresseerd in een gezamenlijk werkbezoek aan Matthijs Van Miltenburg om erachter te komen wat Brussel aan kennis te bieden heeft? Stuur een mail aan info@verkeerskunde.nl ovv ‘Reis naar Brussel’ en we nemen bij voldoende interesse contact met u op]