Subjectieve onveiligheid - is dat meer dan klachten afdoen?

vrijdag 27 oktober 2017
timer 7 min

Het begrip ‘subjectieve verkeersonveiligheid’ verwijst naar persoonlijke gevoelens die mensen hebben over de verkeersonveiligheid of, wat algemener, naar de zorg om verkeersonveiligheid voor zichzelf en/of anderen. In de vakwereld van verkeer is subjectieve veiligheid iets dat je overkomt.

Het is nauwelijks relevant, want de nadruk ligt immers op objectieve verkeersveiligheid. En het wordt gezien als iets wat vooral lastig is... Klachten worden in het beste geval opgevat als een goed bedoeld, gratis advies. Er lijkt weinig systematische interesse voor subjectieve onveiligheid te zijn. Tegelijkertijd hebben sommige belangengroepen de zorg dat kinderen later zelfstandiger naar school (mogen) fietsen dan vroeger, vanwege subjectieve onveiligheid.

In het PROV-onderzoek van het Rijk is het onderdeel subjectieve veiligheid enkele jaren geleden wegbezuinigd. Er zijn dus geen landelijke cijfers over de mate waarin mensen zich onveilig voelen in het verkeer. Subjectieve veiligheid maakt ook geen onderdeel uit van de verkeersveiligheidsdoelstelling.

Onderzoek wordt gericht gedaan, bijvoorbeeld naar de fietshelm. Het is onvoorstelbaar dat er – anno nu- geen systematische aandacht is voor hoe veilig het verkeer ervaren wordt.

Provinciale en gemeentelijke wegbeheerders daarentegen, onderzoeken steeds vaker de beleving van verkeersonveiligheid en ook de aan specifieke wegen of plekken gebonden beleving. Echter, de monitoring van subjectieve veiligheid  is niet gestandaardiseerd. Als het gebeurt, dan gaat het steeds op een andere manier, waardoor de resultaten niet vergelijkbaar zijn en er ook geen helder beeld ontstaat.

Meldpunten registreren subjectieve onveiligheid met wisselend succes. Het is ook onduidelijk in hoeverre de meldpunten tot oplossingen voor subjectieve onveiligheid leiden.

We kijken verkeerd naar subjectieve veiligheid

Subjectieve onveiligheid, benaderd vanuit het perspectief van de objectieve veiligheid, betekent dat we subjectieve veiligheid relateren aan het individu (psychologie), op een bepaalde plek (hier) en op een bepaald moment (nu).

Het is echter mogelijk om ook anders naar subjectieve veiligheid te kijken. Waarschijnlijk is er meer winst te halen voor objectieve veiligheid als we zicht hebben op de samenhang van subjectieve onveiligheid op een hoger niveau:

  • Op netwerkniveau, in een groter gebied. Wanneer mensen in een 30-zone niet harder kunnen rijden dan 30 km/uur, dan compenseren ze dat door harder te rijden buiten de wijk, zo blijkt uit de evaluatie intelligente snelheidsadaptatie. Daarmee wordt het probleem verplaatst.
  • Op de lange termijn. Nederlanders zijn de afgelopen jaren veranderd -we zijn gewend geraakt aan drukte op autosnelwegen. De regel van invoegen zonder anderen te hinderen is een papieren regel geworden: 2 seconden afstand houden in de spits is een illusie tegenwoordig. In termen van gedrag is dit iets wat er in sluipt.
  • Op groepsniveau (sociologisch). De meeste Nederlanders vinden dat ze in Italië of Malta te grote risico’s nemen in het verkeer. En veel Amerikanen zullen het Nederlandse verkeer al veel te druk en riskant vinden. Verkeersdeelnemers wennen aan een veiligheidsniveau en ontwikkelen daar een cultuur bij.

Deze punten zijn op de lange termijn zeer relevant voor verkeersveiligheid, veranderingen die we ‘laten gebeuren’.


Adequate veiligheidsbeleving

SWOV constateert ook dat onderzoek laat zien dat er ‘hooguit een zwak positief verband is tussen objectieve en subjectieve verkeersonveiligheid’. Kennelijk strookt subjectieve veiligheid niet met objectieve veiligheid. Kennelijk is de beleving van veiligheid van verkeersdeelnemers niet adequaat. En in het verlengde daarvan: kennelijk is de risicoperceptie, alertheid en de inschatting van condities van verkeersdeelname niet vanzelfsprekend.

Die condities van verkeersdeelname zijn relevant: winkelend publiek  in een voetgangersgebied moet zich zonder meer veilig voelen, maar een fietser in de binnenstad van Utrecht moet alert zijn.

Iemand dit zich veilig meent, pakt makkelijk zijn smartphone om wat op sociale media te kijken. Of droomt weg. Dat is op zich geen probleem, zolang het ook echt veilig is, c.q. de veiligheidsbeleving adequaat is.

Problemen met subjectieve onveiligheid vragen ook om een fundamenteel andere aanpak dan problemen met objectieve onveiligheid. Waar objectieve veiligheid volgt uit de wisselwerking tussen infrastructuur, voertuig en menselijk gedrag, volgt subjectieve veiligheid uit het hart en vooral de onderbuik van mensen. Subjectieve onveiligheid moet je navenant aanpakken: in samenwerking met degene die subjectieve veiligheid beleeft.

Adequate veiligheidsbeleving vraagt dus om het zwaluwstaarten van objectieve en subjectieve veiligheid, juist in situaties waarin een van de twee verandert.  

De waarde van subjectieve veiligheid

Subjectieve veiligheid kan educatie en handhaving effectiever maken, maar ook helpen om kinderen mobiel te maken en om ouderen mobiel te houden. Subjectieve veiligheid kan vermijdingsgedrag voorkomen en zo helpen om mensen mobiel te maken en te houden. Subjectieve verkeersonveiligheid kan ertoe leiden dat weggebruikers hun eigen mobiliteit en sociale activiteiten inperken en verdient mede daarom beleidsaandacht [SWOV].

Bekend voorbeeld is de thematiek rond scholen: ouders ervaren de schoolomgeving als onveilig en brengen kinderen daarom met de auto... Waardoor de kinderen minder en pas later ervaring met verkeer opdoen.

Ook voor ouderen of voor mensen met een beperking geldt dat ze minder aan het verkeer deelnemen en daardoor aan gezondheid inboeten. Zowel kinderen/jongeren als ouderen vormen -in termen van objectieve onveiligheid- een risicogroep.

Kennis van subjectieve veiligheid en beleving maakt educatie effectiever.

Verkeersdeelnemers veranderen gedrag vooral op basis van beleving en informeel leren. Als je iemand vraagt naar werkelijke gedragsaanpassing, dan is het antwoord (vrijwel) altijd op basis van een eigen ervaring. Daarbij staan handelingsperspectief (co-creatie) en zingeving centraal. Gedragscampagnes kunnen daarbij wel ondersteunen. Het effect van educatie zal hoger liggen als het gebruik maakt van informeel leren, door gericht in te spelen op subjectieve onveiligheid en beleving.

Hetzelfde geldt voor handhaving: de acceptatie, waardering en het effect van handhaving zullen naar verwachting hoger liggen wanneer het aansluit bij en inspeelt op subjectieve onveiligheid en beleving. Verkeersdeelnemers kijken anders tegen een bekeuring aan als zij de onveiligheid als een probleem beschouwen. Pas wanneer er veelvuldig sprake is van ongevallen, gaat objectieve onveiligheid het beeld bepalen. Eigenlijk vreemd, en onterecht zelfs, dat handhaving nu gekoppeld wordt aan objectieve veiligheid!

Tot slot nog een belangrijke waarde: tevredenheid. Op basis van subjectieve onveiligheid zijn mensen tevreden over verkeersveiligheid... slechts in incidentele gevallen wordt hun tevredenheid bepaald op basis van objectieve onveiligheid, namelijk wanneer het echt slecht met de verkeersveiligheid gesteld is.


Objectieve onveiligheid is daarmee een dissatisfier: wanneer die perfect op orde is zullen mensen dat als vanzelfsprekend beschouwen. Daardoor zal de waardering niet veel hoger dan een rapportcijfer 7 uitkomen. Subjectieve veiligheid is een satisfier en biedt uitzicht op een 9+ als rapportcijfer, mits objectieve veiligheid op orde is tenminste.

Subjectieve veiligheid verdient aandacht!

Het verdient allereerst aanbeveling om systematisch aandacht te besteden aan subjectieve veiligheid, monitoring te standaardiseren en klachten beter dan nu te gebruiken om ervan te leren. Het verdient een plek in de nieuwe visie Duurzaam Veilig en in het nieuwe Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Burgers en bedrijven vragen erom gehoord te worden.  Dan weten we waar we het over hebben met subjectieve veiligheid.

Vervolgens is het zaak om adequate veiligheidsbeleving  samen te laten vallen met objectieve veiligheid en om subjectieve veiligheid te gebruiken om  educatie en handhaving effectiever te maken. Mogelijk kan met subjectieve veiligheid ook de effectiviteit van educatie en handhaving aangetoond worden. Uiteindelijk wordt het ook mogelijk om beleving van verkeersveiligheid gericht te gaan beïnvloeden.

  

Deze blog is geschreven op basis van een workshop, waaraan deelnamen:

Robert Galjaard, Quadanz

Dirk Jan  de Groot, Politie academie

Jenno Kootstra, Antea Group

Paul Schepers, RWS/WVL

Wilma Slinger, CROW

Selinde Vetkamp, Provincie Noord Brabant 

Adriaan Walraad, adviseur Antea Group

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief