maandag 27 mei 2013 3 reacties 1064x gelezen
Frans de Haes
De VVD-fractie in de Tweede Kamer stelt voor om onderzoek te doen naar het toestaan van rechts inhalen op autosnelwegen vanwege onder andere het toenemende aantal 2x4- en 2x5-strooks snelwegen. Beseffende dat van alle autosnelwegen in Nederland, meer dan 90 procent uit 2x2- en 2x3-strooks snelwegen bestaat, vraagt Grontmij zich af of we dan vanwege die andere 10 procent, deze maatregel over het gehele snelwegennet moeten uitrollen.
Een dergelijk idee lijkt vooral ingegeven met het oog op het toenemende aantal 2x4- en 2x5-strooks snelwegen in ons land. Kijkend naar de behoeften en het weggedrag van automobilisten lijkt een dergelijke maatregel op deze wegen inderdaad een meerwaarde te bieden; mensen worden zich meer bewust van hun positie op de weg, en de verwachting is dat ze vanuit dat bewustzijn meer geneigd zullen zijn om rechts te rijden. Het gevolg is een homogener snelheidsbeeld en meer rust in het verkeer.
Op de 2x2- en 2x3-strooks snelwegen gaat deze redenering echter niet zo makkelijk op. Op deze wegen, waar het vrachtverkeer een relatief groot deel van de capaciteit opslokt, lijkt juist een tegenovergesteld effect te ontstaan. Relatief grote snelheidsverschillen per rijstrook, beperkte(re) inhaalmogelijkheden zullen hier naar verwachting juist voor meer rijstrookwisselingen, meer onrust en minder capaciteit zorgen. De verkeersveiligheid op de weg is hierbij niet gebaat.
Beseffende dat, van alle autosnelwegen in Nederland, meer dan 90 procent uit 2x2- en 2x3-strooks snelwegen bestaat, moeten we dan vanwege die andere 10 procent deze maatregel over het gehele snelwegennet uitrollen? Dit lijkt niet logisch uit te leggen. Het is daarbij ongewenst om per snelwegtype onderscheid te gaan maken; één lappendeken van verschillende regimes (de maximumsnelheid) is al meer dan genoeg. Laten we niet daarnaast ook nog gaan differentiëren in inhaalregime.
Deze afweging roept nog een andere gedachte op. We hebben het in Nederland steeds vaker met elkaar over het toekennen van meer vrijheden en verantwoordelijkheden aan de weggebruikers. Dit voorbeeld is echter niet de eerste keer dat we er op basis van inhoudelijke argumenten onvoldoende op vertrouwen dat de weggebruiker verantwoordelijk kan omgaan met geboden vrijheden. De vraag die dit oproept: hoe graag willen we nu wérkelijk dat die weggebruiker meer vrijheid en verantwoordelijkheidsgevoel krijgt, en op welke punten durven wij als wegbeheerders deze daadwerkelijk af te staan?
Martijn 16/07/2013 16:47
@Stefan Langeveld
Ik citeer: ''Beide verdwijnen als de snelheidslimiet naar 150 km/u gaat of afgeschaft wordt. Als lane-keeping leidt tot massaal 100-110 rijden op alle stroken zijn we verder van huis. ''
Is het nou zo erg om 5 minuten later thuis te zijn?
Stefan Langeveld 29/05/2013 23:28
Het grootste knelpunt is het gebod tot rechts rijden, dat door de ruime meerderheid gevolgd wordt. Hierdoor is de rechterstrook het drukst en dat geeft vertraging bij het uit- en invoegen. Een ander gevolg is dat op rechts de onderlinge afstand veel kleiner is dan op links en vaak zelfs te klein. Dit effect zien we ook op de 2x5 rijbanen, waar de twee linkse stroken vrijwel leeg zijn en de trajecten op 2x3 lijken : weg winst.
We moeten op de snelwegen het gebod 'rechts houden' vervangen door 'afstand houden' en ons dus verspreiden over de stroken, met van rechts naar links hogere snelheden. En bij de knooppunten de rechterstrook vrij houden voor uit- en invoegen.
Kamerlid Elias vroeg om onderzoek naar “Keep your lane”. Hij zei “het lost grote ergernissen voor automobilisten op, zoals bumperkleven, onnodig links rijden, inhalende vrachtwagens”.
Maar onnodig links rijden is feitelijk te langzaam links rijden en dat leidt tot bumperkleven. Beide verdwijnen als de snelheidslimiet naar 150 km/u gaat of afgeschaft wordt. Als lane-keeping leidt tot massaal 100-110 rijden op alle stroken zijn we verder van huis.
De oplossing voor inhalende vrachtwagens is het verhogen van hun maximumsnelheid en het handhaven op te langzaam rijden. Lane-keeping helpt hen weinig.
De vraag van De Haes is cruciaal: < hoe graag willen we nu wérkelijk dat die weggebruiker meer vrijheid en verantwoordelijkheidsgevoel krijgt, en op welke punten durven wij als wegbeheerders deze daadwerkelijk af te staan ? >
Uit alles blijkt dat de autoriteiten de vermeende milieu-effecten zeer belangrijk vinden en uitgaan van de minst capabele en vlotte rijders. Dat resulteert in een rij van maatregelen die de doorstroming, de veiligheid en het rijplezier van de capabele meerderheid schaden. Hoe meer vrijheid, hoe meer verantwoordelijkheidsgevoel, en omgekeerd.
Meer op baluw.nl > files
Laurens Ivens 28/05/2013 14:59
Ook de ANWB heeft hier over nagedacht en kwam tot ongeveer dezelfde conclusie: