Passie voor verkeersveiligheid

donderdag 14 maart 2024

Sipke van der Meulen mag vanaf 13 juni 2024 de deur van het gerenoveerde provinciehuis in Leeuwarden voor het laatst achter zich dichttrekken. Hij laat de verkeersveiligheid in ‘zijn’ geliefde provincie Fryslân dan in goede handen achter bij Djorike Palma, met wie hij eerder al samenwerkte. Zijn indrukwekkende carrière kende diepte- en hoogtepunten, met als kers op de taart zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau in 2021.  

Van der Meulen begon in 1980 bij de Nederlandse Vereniging Bescherming Voetgangers (NVBV), beter bekend als ‘de Voetgangersvereniging’. De NVBV werd in het jaar 2000 opgeheven vanwege de fusie tot 3VO met Veilig Verkeer Nederland en Stichting Kinderen Voorrang. “De Voetgangersvereniging was vrij klein, en bij verhindering van de directeur mocht ik haar vervangen bij nationale overleggen. Dat was een belangrijke leerschool, waar ik inzag dat je ook als kleine organisatie aan de grote tafels kan zitten. We hadden het toen al over veilig schoolroutes, maar ook over een veilige thuisomgeving. Ik heb de combinatie van lokaal en landelijk werken altijd heel spannend en leuk gevonden.” 

Blind 

Van der Meulen is trots op zijn inzet om voor iedereen een veilige openbare ruimte te realiseren. “Een van de hoogtepunten is de opening van een route voor blinden en slechtzienden in Apeldoorn, waar een revalidatiecentrum is gevestigd voor mensen die op latere leeftijd blind zijn geworden. Ook toenmalig voorzitter van de Raad voor de Verkeersveiligheid, Pieter van Vollenhoven, was daarbij aanwezig, ik mocht samen met hem de opening verzorgen. Daarbij herkende ik in Van Vollenhoven een bevlogen man met passie voor verkeersveiligheid.”   

De geboorte van dochter Anke was reden om verder te kijken dan de NVBV. “We wilden dichter bij opa en oma en pake en beppe gaan wonen”, vertelt Van der Meulen. “Er kwam een vacature voorbij bij het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid in Leeuwarden en in Zwolle. Het werd Leeuwarden, bij werkgever provincie Fryslân dus. Ik werd toen, in 1987, nog even drie maanden collega van mijn vader, die me direct zei, ‘Als je bij deze werkgever eenmaal begint, kom je er nooit meer weg’. En daar heeft hij gelijk in gekregen.” Van der Meulen senior ‘zat’ in de kunstwerken. “Van betonbouw, tot bruggenbouw en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Een aantal bruggen van zijn hand staan nog in het Friese landschap, zoals de Brug Heerenzijl; de eerste met diep verbonden leggers boven de brug.” 

Kofferbak 

In zijn eerste jaren bij de provincie deelde Van der Meulen een kamer met de, later, wereldberoemde shared-space-pionier Hans Monderman, vertelt Van der Meulen. “Maar ik had de luxe dat hij er nooit was, dus eigenlijk had ik in mijn eentje een tweepersoonskamer. Hans had zijn archief in de kofferbak van zijn Saab en kwam op maandagochtend altijd enthousiast op kantoor, vertelde op de hoek van zijn bureau wat hij allemaal weer had meegemaakt, welk boek je moest lezen en wie hij getroffen had. Dat alles was onderdeel van het fijnslijpen van ‘zijn’ shared-spaceconcept. Dat was een hele mooie periode.” 

Hoogtepunten 

Van der Meulen heeft veel om trots op te zijn. Hij noemt de voorverkenning voor het alcoholslot. “Dat hebben we hier in Fryslân gedaan, om te kijken of mensen dat wel willen en of het wel werkbaar is. Je komt toch aan het bezit en de autonomie van mensen. We hebben twee pilots in onze provincie uitgevoerd, samen met Bureau Oranjewoud (nu Antea Group, red.) en we hadden binnen de kortste keren duizend vrijwilligers. Een sterk logistiek ingestelde collega heeft de pilots uitstekend in goede banen geleid.” 

Een hoogtepunt dat zeker niet mag ontbreken is zijn onderscheiding tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, in 2021, voor zijn werk in de verkeersveiligheid. “Dat was echt een grote verrassing voor me. Wat ik nog het knapste vind, en heel bijzonder, is dat ik écht van niks wist, tot een half uurtje vantevoren. Familie, vrienden en bekenden hebben keurig hun mond weten te houden. Extra knap, als je weet dat het moment twee keer werd uitgesteld, vanwege de coronacrisis. Iedereen heeft dus nog een jáár langer zijn mond weten te houden.” De uitreiking vond plaats tijdens een feestje voor het 40-jarig bestaan van het ROF.  

Dieptepunten en zorgenkindjes 

Waar Van der Meulen zich over kan verbazen is de weerstand tegen de fietshelm. “We besteden er ook in Fryslân aandacht aan. Jeroen Poos, traumachirurg, geeft voorlichting op basisscholen. Hij zet dan zijn helm op en vertelt dat hij alles kan maken van je: ‘Je armen, je benen, je sleutelbenen – maar niet je hersenen, die kunnen we niet repareren’. Het is zó’n simpele boodschap, maar hij snijdt wel hout. Nee, een fietshelm voorkomt geen ongevallen – maar wel letsel. De weerstand is heel subjectief en gaat over zaken als dat je haar dan niet meer goed zit. De fase van agendasetting, ingezet door neurologen en intensivisten is nu wel geweest, het vervolg is nu weerstand weghalen.” 

De Verstomde Schreeuw 

Sommige dieptepunten raken Van der Meulen persoonlijk en diep. “In ons dorp kregen we rond de eeuwwisseling te maken met twee ernstige verkeersongevallen. Een echtpaar en twee zussen uit het dorp kwamen daarbij om het leven; een van die dames was in verwachting. Dat riep heel veel emotie op in het dorp, waar een lokale herdenking voor verkeersslachtoffers uit voort kwam. Ik heb me toen afgevraagd of ik in mijn privé-omgeving contact wilde hebben met mensen uit het dorp die zo mijn professie raken, en heb dat in eerste instantie niet gedaan. Totdat ik de zoon van het verongelukte echtpaar trof en we aan de praat raakten over het beeld ‘De Verstomde Schreeuw’ dat hij had gemaakt naar aanleiding van het ongeval. We zeiden ‘laten we het eens over onszelf hebben’. Hij vond dat een goed idee. Hij zelf heeft weliswaar zijn kunst en zijn echtgenote, maar veel mensen mijden nabestaanden om gewoon het gesprek met ze aan te gaan, zo leerde hij mij.” 

Tijd van oogsten 

“Van adviseur ben ik meer en meer in het beleidswerk terechtgekomen” gaat Van der Meulen verder. “Dus in de bestuurlijke kant van verkeersveiligheid. Ooit noemde ik mijn loopbaan een soort ‘Rubiks-kubus’, met zes kanten. De laatste zeven jaar passen niet meer aan de kubus; dat was een tijd van oogsten en van het inzetten van mijn ervaring om mooie projecten te ondersteunen.” 

Van kunstbeleid naar verkeersveiligheid 

Djorike Palma neemt het stokje over van Van der Meulen, al wil ze beslist niet ‘de nieuwe Sipke’ worden genoemd. De twee kennen elkaar al langere tijd en de keuze voor Palma lag voor Van der Meulen wel een beetje voor de hand, maar was voor haarzelf nou ook weer niet zo vanzelfsprekend. “Ik heb kunstbeleid en management gestudeerd”, vertelt ze lachend, “en ik had nog niks met verkeer en vervoer toen ik hier bij de provincie begon. ‘Dus dan ga jij hier zeker de kunstwerken doen’, grapten collega’s, en ik had nog geen idee wat ze bedoelden.” De provincie zocht iemand die in aanloop naar de nieuwe aanbesteding van het busvervoer de bestaande bestekken eens kritisch tegen het licht wilde houden.” 

Toen het werk bij het openbaar vervoer wat opdroogde, stak Van der Meulen zijn hand op: ’Je kunt bij mij in mijn team terecht’. “We hadden elkaar nog niet veel gesproken”, vervolgt Palma, “maar vanaf dat moment wel. We werkten twee jaar samen, dat was omstreeks 2010. Ik heb de verkeersveiligheidsprojecten doorgelopen om te kijken waar het beter en slimmer kon, waaronder alle verkeerseducatieprojecten die we subsidiëren. Dus ja, ik mocht ook mee met de scootmobielcursus in Joure en ging bij het Verkeerseducatie Centrum in Drachten kijken bij de cursus voor jongeren waar ze ervaren waarom ze niet onder invloed achter het stuur moeten kruipen. Ook de ‘BOB Sport’-campagne staat me nog erg bij, de pilot in sportkantines.” 

Toch moest Palma de provincie weer verlaten. “Ik was door mijn tijdelijke contracten heen, en de provincie stond voor een bezuinigingsopgave. Dat was geen fijne periode, het ging economisch niet bijster goed, en vindt dan maar eens een baan met een master kunstgeschiedenis en ervaring in verkeersveiligheid.” Na wat omzwervingen in het bedrijfsleven, kwam ze “met een klein zetje van Sipke” bij VeiligheidNL in Amsterdam terecht.  

Thuis 

Toen de kans zich vervolgens voordeed om terug te keren naar de provincie Fryslan, greep Palma die met beide handen aan. “In de tussentijd was er natuurlijk veel veranderd, maar toch voelde ik me meteen weer thuis, ik kende de halve afdeling nog en ook de humor was nog hetzelfde. Het voelde gewoon als thuiskomen.” 

mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief